Plan: | Winsum Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01 |
10. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘ Centrum - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van:
1. detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
2. detailhandel met inbegrip van supermarkten, ter plaatse van de aanduiding “supermarkt”;
3. maatschappelijke voorzieningen;
4. dienstverlenende bedrijven en/of instellingen;
5. complementaire daghorecabedrijven;
6. het wonen, vanaf de tweede bouwlaag;
b. bijgebouwen;
met daaraan ondergeschikt:
c. incidentele evenementen;
d. groenvoorzieningen;
e. speelvoorzieningen;
f. nutsvoorzieningen;
g. wegen en paden;
h. water;
met de daarbijbehorende:
i. parkeervoorzieningen;
j. tuinen, erven en terreinen;
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10. 2. Bouwregels
10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”, wordt (worden) één (of meer) gevel(s) in de gevellijn gebouwd;
c. het bebouwingspercentage van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven percentage;
d. de onderlinge afstand tussen de gebouwen bedraagt ten minste 4,00 m, tenzij de gebouwen aaneen worden gebouwd;
e. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.
10. 2. 2. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
a. een bijgebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd;
b.
de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste
3,50 m bedragen.
10. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 8,00 m bedragen.
10. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
10. 4. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 10.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
1. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd;
2. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste 100 m² bedraagt;
3. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4,00 m bedraagt;
4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het gebied;
b. het bepaalde in lid 10.2.1 sub b en toestaan dat een gevel achter de gevellijn wordt gebouwd, mits:
- hierdoor geen onevenredige verstoring optreedt in de gevelwand waarin de betreffende gevel zich bevindt;
c. het bepaalde in lid 10.2.1. sub d en toestaan dat de onderlinge afstand tussen de gebouwen wordt verkleind, mits:
1. er niet een ongewenste verdichting van de bebouwing ter plaatse optreedt en er geen smalle, moeilijk bereikbare tussenruimten ontstaan;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het gebied;
d. het bepaalde in lid 10.2.2. sub a en toestaan dat een bijgebouw buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
1. het aantal bijgebouwen ten hoogste één per hoofdgebouw bedraagt;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het gebied.
10. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een supermarkt, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als “supermarkt”;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding “supermarkt”, ten behoeve van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte meer dan 1.000 m² bedraagt;
c. het gebruik van de tweede en/of hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 10.1. sub a onder 1 t/m 5 genoemde functies;
d. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw en bijgebouwen voor bewoning;
e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag en verkoop van meer dan 1.000 kg consumentenvuurwerk;
f. het gebruik van gronden en bouwwerken buiten het ter plaatse aangegeven bouwvlak voor bevoorrading c.q. laden en lossen.
10. 6. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 10.5. sub b en toestaan dat de verkoopvloeroppervlakte van een supermarkt wordt vergroot tot ten hoogste 2.000 m², mits:
1. de ontheffing uitsluitend wordt verleend ten behoeve van de vestiging van winkelbranches die qua koperspotentieel en productaanbod nog niet dan wel zeer beperkt vertegenwoordigd zijn in Winsum en waarvoor binnen de bestaande winkelstructuur langs de Hoofdstraat - Obergum en de Hoofdstraat - Winsum geen dan wel onvoldoende ruimte gevonden kan worden;
2. de vergroting van de verkoopvloeroppervlakte binnen het ter plaatse aangegeven bouwvlak wordt gerealiseerd.