Plan: | Zeewolde - G-gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0050.BHGgebied-VS01 |
Het grondgebied van de gemeente Zeewolde kent nog een tweetal gebieden waarop geen bestemmingsplan of andere planologische regeling van toepassing is (zogenaamde 'witte vlekken'). Het gebied ten zuiden van de sportvelden, aan de westkant begrensd door de Spiekweg en de oostkant grenzend aan de woonwijk Zeewolde Zuid is één van deze gebieden (het zogenaamde 'G-gebied'). Voor de manege en de begraafplaats die ook in dit gebied liggen, geldt al een beheersverordening.
In figuur 1 is het plangebied weergegeven met daarbinnen de Beheersverordening Begraafplaats / Manege Zeewolde en een deel van het plangebied Zeewolde Zuid 2016 gelegen.
Figuur 1: Ligging plangebied (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Door het ontbreken van een (actuele) planologische regeling is in theorie elke ontwikkeling mogelijk, hetgeen ongewenst is.
In het collegeprogramma 2022-2026 van de gemeente Zeewolde is vastgelegd om van het G-gebied een 'ontmoetingsbos' te maken, met als doelstelling de recreatieve functie en de natuurbeleving ter plaatse te versterken.
Het college wil de bevolking op basis van een participatieproces mee laat beslissen over de inrichting van dit "ontmoetingsbos". Dit participatieproces zal niet meer plaatsvinden vóór 1 januari 2024, zijnde de datum dat de Omgevingswet in werking treedt.
Het opstellen van een bestemmingsplan met daarin meegenomen de uitkomsten van een particpatieproces is daarom niet meer mogelijk, maar wel moet voorkomen worden dat er in het gebied ontwikkelingen kunnen plaatsvinden die in strijd zijn met de in het collegeprogramma gewenste ontwikkelingen. Om die reden wordt alsnog voorzien in een planologische regeling in de vorm van een beheersverordening.
Er is gekozen voor een beheersverordening, omdat de gewenste ontwikkelingen nog niet zijn uitgewerkt en het wenselijk is dat de bestaande situatie vooralsnog gehandhaafd blijft zonder dat ongewenste ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Zoals eerder al is aangegeven, zijn eventuele nieuwe ontwikkelingen (in het kader van de nog op de stellen Visie voor een ontmoetingsbos) nu niet nog aan de orde en wordt de bestaande situatie als het ware bevroren. Een beheersverordening is gericht op het vastleggen van het bestaande gebruik.
De toepassing van de beheersverordening is voor dit gebied mogelijk, omdat in dit geval het feitelijk bestaand gebruik kan worden vastgelegd en dus planologisch geborgd. De bestaande situatie wordt in dit geval bepaald door bos- en recreatiegebied. (zie figuur 2).
Figuur 2: Luchtfoto plangebied (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Zoals eerder al is aangegeven, is de uitvoering van de gewenste ontwikkeling op deze plek nog niet aan de orde en wordt de bestaande situatie als het ware bevroren.
Kort gezegd bestaat een beheersverordening uit een verbeelding van het verordeningsgebied en regels. Meer concreet gaat het om:
De beheersverordening gaat vergezeld van een toelichting. Deze motiveert in ieder geval de keuze voor het instrument (zie hierboven), waarom er geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, welke onderzoeken hebben plaatsgevonden en dergelijke. De toelichting bevat ook een uitleg van de regeling.
De beheersverordening moet digitaal worden gemaakt volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten. De verordening wordt door de gebruiker daarom via een digitaal platform (meestal de website RO-online, www.ruimtelijkeplannen.nl) benaderd. Digitaal gezien zijn er verschillende vlakken zichtbaar, namelijk het besluitgebied, de besluitvlakken en (eventueel) de besluitsubvlakken. Hierna volgt een korte omschrijving van wat deze vlakken regelen:
De beheersverordening is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt allereerst de beleidskeuze gemotiveerd voor de beheersverordening. Hoofdstuk 3 geeft een juridische toelichting op de beheersverordening en tot slot wordt in hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.
Een beheersverordening is op grond van de Wet ruimtelijke ordening bedoeld voor het planologisch vastleggen van de bestaande situatie en het bestaande gebruik (status quo). Daarmee is het bij uitstek geschikt om de primaire functie 'bos en natuur' in het plangebied planologisch te beschermen. Na 1 januari 2024 zou hiervoor een wijziging van het omgevingsplan nodig zijn. Voor uitsluitend de bescherming van het bestaande gebruik is hiervoor op dit moment geen noodzaak.
Zoals uit de inleiding al naar voren komt, zal er een participatieproces plaatsvinden voor de uiteindelijke inrichting van het gebied. Na dit traject kan de definitieve planvorming plaatsvinden via een vergunningentraject op grond van de Omgevingswet (buitenplanse omgevingsactiviteit, BOPA) of een wijziging van het omgevingsplan.
Omdat het een statisch gebied betreft is dus gekozen voor een beheersverordening. Voor het gebied geldt geen relevant beleid. Ook hoeven er om deze reden geen milieu- en omgevingsaspecten te worden onderzocht.
In dit hoofdstuk is een toelichting op de juridische regeling en de procedure van deze beheersverordening opgenomen.
In de beheersverordening is de bestaande situatie vastgelegd door middel van een besluitgebied. Onder de feitelijke bestaande situatie wordt het bestaande gebruik en de bestaande bouwwerken verstaan:
bestaand gebruik
het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van de beheersverordening. Van illegaal gebruik kan geen sprake zijn, omdat het gebied geen planologische regeling kent en daardoor in beginsel alle gebruik is toegestaan.
bestaande bouwwerken
bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen. Bouwwerken die zonder vergunning zijn gebouwd vallen hier niet onder.
In deze beheersverordening zijn de bestaande functies en bebouwing geregeld, door middel van gebruik- en bouwregels. Deze regelen de functies die beschreven zijn in hoofdstuk 2.
De bouwregels van deze beheersverordening geven in eerste instantie aan dat bestaande bouwwerken zijn toegestaan. De feitelijk bestaande situatie is daarbij het uitgangspunt. Voor toelaatbare bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen en palen en masten is een aanvullende regeling opgenomen.
Voor wat betreft gebruik worden een aantal functies toegestaan die aanvullende aan het bestaande gebruik mogelijk moeten zijn. Verder is in het gebied een gebruiksverbod opgenomen voor een aantal functies die in de andere planologische regelingen van de gemeente Zeewolde in vergelijkbare gebieden zijn uitgesloten (kampeermiddelen, prostitutie e.d.).
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening en kan in principe direct door de gemeenteraad vastgesteld. De gemeente heeft er echter voor gekozen om de verordening in het kader van de inspraak vier weken ter inzage te leggen en pas daarna door de gemeenteraad te laten vaststellen. Tegen het vaststellingsbesluit van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend. De beheersverordening moet conform artikel 139 Gemeentewet bekend worden gemaakt.
De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk en voorziet niet in ingrijpende veranderingen waarbij particuliere belangen geschaad kunnen worden. De bestaande situatie is vastgelegd.
Teneinde een ieder hierover te informeren, is de verordening in het kader van de inspraak vanaf 20 september 2023 vier weken ter inzage gelegd. Tijdens deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie naar voren te brengen.
Er zijn 58 inspraakreacties ingekomen die in principe geen betrekking hebben op de inhoud van de beheersverordening en om die reden geen aanleiding zijn geweest tot aapassing van de concept-beheersverordening. Een korte samenvatting van de inspraakreacties met het gemeentelijk standpunt daarop is opgenomen in bijlage 1.
De beheersverordening vastgesteld op 21 december 2023 en is conform artikel 139 Gemeentewet bekend gemaakt.
Het is niet mogelijk een exploitatieplan te koppelen aan een beheersverordening. Een en ander heeft zijn oorsprong in het feit dat met een beheersverordening geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die niet reeds via een ander ruimtelijk plan (bestemmingsplan, projectafwijkingsbesluit, afwijking) zijn vastgelegd.