Plan: | Verzamelplan Gemeente Slochteren 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00036-41vg |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Verzamelplan Gemeente Slochteren 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0040.bp00036-41vg van de gemeente Slochteren;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke oever of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een bedrijfsmatig of recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;
een plaats die bestemd is voor het aanleggen van vaartuigen;
een blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/ aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
gedeelte van het erf dat achter de achtergevel van het woongebouw c.q. hoofdgebouw of het verlengde daarvan is gelegen;
gebouwde of ongebouwde voorzieningen en functies, die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie, hieronder onder meer begrepen ontsluitingsstructuren;
een bedrijf, gericht op de bedrijfsmatige verkoop van al dan niet ter plaatse bereide maaltijden, anders dan voor gebruik ter plaatse, die door de kopers ter plaatse worden afgehaald, dan wel door de verkoper bij de koper thuis worden bezorgd. Een automatiek en traiteur worden met een afhaalwinkel/ maaltijdbezorging gelijk gesteld;
een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met het woongebouw c.q. hoofdgebouw en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren en/of het telen van gewassen, uitgezonderd bijzondere paardenhouderijen, maneges, kwekerijen, boomkwekerijen, fruit- en houtteeltbedrijven, glastuinbouwbedrijven, champignonkwekerijen, bollenteeltbedrijven of vis- of wormenkwekerijen;
een niet-industrieel bedrijf uitsluitend of overwegend gericht op het verrichten van werkzaamheden voor de levering, opslag of verwerking van goederen en/of de levering van diensten, uitsluitend of overwegend ten behoeve van agrarische bedrijven, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven ter onderhoud en reparatie van landbouwmachines en landbouwwerktuigen en fouragehandels;
Een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling op het inkomen van de agrariër, maar die in meerdere opzichten (ruimtelijk, functioneel en economisch) ondergeschikt blijft aan het aanwezige hoofdberoepsbedrijf;
een agrarisch bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen van producten. Hieronder worden in ieder geval verstaan: hengstenhouderijen, fok- en opfokbedrijven en paardenmelkerijen. Onder een agrarische paardenhouderij wordt niet verstaan een bijzondere paardenhouderij;
een bedrijf uitsluitend of overwegend gericht op het, door middel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen die verband houden met het ambacht;
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen die verband houden met het ambacht;
een rapport als bedoeld in het tweede lid van artikel 39, het eerste lid van artikel 40, dan wel het eerste lid van artikel 41 van de Monumentenwet 1988 (Stb. 2007, 293), voldoend aan de regels gesteld krachtens artikel 43 van die wet;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de culturele overblijfselen uit oude tijden;
een bestemming die samenvalt met één of meer op dezelfde gronden liggende dubbelbestemmingen;
een bak of bekken voor de opslag van mest of water;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het op de verbeelding en/of in de planregels aangegeven percentage gemeten over dat deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief verblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben in een woning, geen meervoudige woning zijnde;
elke vorm van activiteit of organisatie waarbij of waarin personen voor zichzelf, voor derden of in dienst van derden, structureel en/of met een zekere regelmaat inkomensvormende activiteiten verrichten of activiteiten die in de regel inkomensvormend zijn, ongeacht of dit gebeurt binnen een private, publieke, commerciële, maatschappelijke of anders gerichte organisatie, ongeacht of de activiteiten al dan niet in loondienst worden verricht en ongeacht of daarmee een volledig inkomen wordt verworven. Als één bedrijf kunnen worden aangemerkt meerdere op één locatie gehuisveste bedrijven die functioneel en organisatorisch zeer nauw verbonden zijn en die zich ruimtelijk gezien als één geheel manifesteren;
een gebouw, dat hoofdzakelijk dient voor de uitoefening van een bedrijf, met inbegrip van een eventuele in dat gebouw ingebouwde bedrijfswoning;
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 10;
beleidsregels biomassa- & mestvergisting vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009;
beleidsregels (ho)reca en ondersteunende (ho)reca vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 8;
beleidsregels kamperen gemeente Slochteren vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 16 augustus 2011 als weergegeven in Bijlage 11;
beleidsregels paardenbakken vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 9;
beleidsregels paardenhouderijen vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 5;
beleidsregels recreatieve verblijfsaccommodaties vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 6;
gemeentelijk beleid gericht op kleinschalige nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van Slochteren op 7 april 2009 als weergegeven in Bijlage 7;
een object waarvoor ingevolge het besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van de betreffende gebruiksbepaling;
de mate waarin een bestaand bouwwerk afwijkt van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
niet bebouwde delen van een bouwperceel (zoals tuinen en erven).
een al dan niet vrijstaand (onderdeel van een) gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het woongebouw c.q. hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het woongebouw c.q. hoofdgebouw en dat behoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen woongebouw c.q. hoofdgebouw;
kelder, souterrain, dakterras, zolder of dakopbouw;
een bedrijfsactiviteit in hoofdzaak gericht op het africhten, het opleiden, het trainen alsmede het opvangen, stallen en berijden van paarden en/of pony's al dan niet in combinatie met het fokken van paarden en/of pony's. Onder bijzondere paardenhouderij wordt geen manege verstaan;
een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving;
een bedrijfsactiviteit die bestaat uit aan het agrarisch bedrijf ondergeschikte detailhandel in land- en tuinbouwproducten en zelfvervaardigde kunstzinnige producten;
een bedrijfsactiviteit gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen, zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel containerteelt;
de teelt van boomkwekerijgewassen;
een min of meer natuurlijke levensgemeenschap van planten en/of dieren, waarin boomvormende soorten aspect-bepalend zijn, met een oppervlakte van groter dan 10 are;
het ontwikkelen c.q. permanent in stand houden van een min of meer natuurlijke levensgemeenschap van planten en/of dieren, waarin boomvormende soorten aspect-bepalend zijn, met een oppervlakte van groter dan 10 are;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een woonwagenstandplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een bijzondere bouwlaag;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een bedrijf met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie tussen 7.00 uur en 19.00 uur dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine maaltijden en etenswaren, in combinatie met de verkoop van overwegend niet-alcoholische dranken, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de bebouwing afspeelt. Onder een broodjeszaak wordt tevens verstaan: een croissanterie, lunchroom, patisserie en konditorei;
een bedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet- alcoholische dranken. Onder een cafetaria wordt tevens verstaan: een shoarmazaak;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse en als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, een dansvloer van minder dan 10 m², waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen het gebouw afspeelt. Onder een café wordt tevens verstaan: een bar, pub, taverne, grand café en eetcafé;
een motorvoertuig, ingericht voor het vervoeren van personen en kamperen c.q. buitenshuis verblijven met de mogelijkheid tot overnachten;
een kampeerterrein dat uitsluitend wordt gebruikt door campers;
een mobiel kampeermiddel op wielen, dat mede gelet op de afmetingen en vormgeving bestemd is om zelfstandig op de openbare weg als een aanhanger van een motorvoertuig te worden voortbewogen;
een gebouw van ten hoogste 50 m², bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen, niet zijnde een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf. Doordat hij door zijn plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun vindt in of op de grond is hij als bouwwerk aan te merken;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot het houden van informatiebijeenkomsten, vergaderingen en conferenties. Hieronder wordt niet begrepen een zalencentrum;
grasland en akkerbouwgronden, met uitzondering van gronden die worden gebruikt ten behoeve van kwekerijen, boomkwekerijen, houtteelt en bosbouw;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
recreatief verblijf buiten het hoofdverblijf zonder dat er een overnachting mee gepaard gaat;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of een overkapping;
een gedeelte van een gebouw van beperkte omvang op het platte deel van het dak van de hoofdbebouwing, niet zijnde een bouwlaag;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en anders dan voor gebruik of verbruik van die goederen ter plaatse;
detailhandel uitsluitend of in hoofdzaak gericht op verkoop van levensmiddelen;
detailhandel met uitzondering van de categorie die zich uitsluitend of in hoofdzaak richt op verkoop van levensmiddelen;
detailhandel in een assortiment goederen dat is gebaseerd op de behoeftes van een automobilist of diens passagiers;
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
een bedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, waarbij het beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen op een dansvloer van meer dan 10 m² wezenlijke onderdelen vormen en de bedrijvigheid zich binnen het gebouw afspeelt. Onder een discotheek wordt tevens verstaan een dancing;
een op het water drijvende constructie met daarin een woning, door middel van een vaste constructie verbonden aan de grond zodanig dat sprake is van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning nodig is;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
afschermende of maskerende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie;
een vermaaksfunctie, die is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
de voorzieningen die ten minste nodig zijn om een woning zelfstandig te kunnen bewonen: een privé woon- en/of slaapvertrek, een keuken of kookhoek, een toilet en een bad- en/of douchegelegenheid;
voor publiek toegankelijke incidentele of periodieke verrichting op, in ieder geval, het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak, alsmede grootschalige herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen; onder extensieve dagrecreatie vallen geen gemotoriseerde sporten;
een accommodatie met overnachtingsmogelijkheid voor tijdelijk (werk en) verblijf van kunstenaars en/of ontwerpers;
gastouderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gekoppeld bestemmingsvlak bestaat uit maximaal twee - onderling niet aaneengesloten - percelen die door de aanduiding 'gekoppeld bestemmingsvlak' tezamen worden aangemerkt als zijnde één (agrarisch) bestemmingsvlak;
gebouw dat dient ter bewoning of een ander geluidsgevoelig als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
geluidsgevoelig gebouw, geluidsgevoelige ruimte of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in de Wet geluidhinder;
fysieke en niet-fysieke maatregelen gericht op het reduceren van de geluidsbelasting vanwege industrie-, bedrijfs of wegverkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten, of maatregelen die daar niet specifiek op gericht zijn doch wel tevens een geluidsreducerende uitwerking hebben, zoals bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, het aanbrengen van geluidsarm asfalt, geluidswallen of -schermen of de aanleg van nieuwe wegen elders die tot gevolg hebben dat de verkeers- en de geluidsbelasting afneemt;
een inrichting waarvoor ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een woning in een gebouw, dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen;
de laagste snijlijn van gevel- naar dakvlak;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, bestemd voor recreatief verblijf door groepen van personen waarin gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van keuken en verblijfsruimten. Vormen van recreatief verblijf die gelijk kunnen worden gesteld aan een groepsaccommodatie zijn: (jeugd)herbergen, kamphuizen en kampeerboerderijen;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, hieronder mede begrepen een melkrundveehouderij;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
de geluidsbelasting op een geluidsgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder in het jaar voordat de reconstructie van de weg plaatsvindt;
geluidgevoelige functie en/of geurgevoelige functie;
een maximum waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de plaats waar een persoon gedurende een jaar het merendeel van de nachten doorbrengt en waar het sociale leven van deze persoon zich afspeelt;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalruimte wordt verhuurd en ter plaatse beschikbaar wordt gesteld, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksinrichting;
een horecabedrijf waar doorgaans geen overlast voor het leefklimaat wordt veroorzaakt en:
een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en:
een horecabedrijf waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt en:
een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
het bedrijfsmatig voortbrengen van hout en bosprodukten op gronden die hiervoor tijdelijk (maximaal 40 jaar) worden gebruikt, voorzover de Boswet niet van toepassing is;
één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep van personen van beperkte omvang, die bij verblijf in een woning of een recreatiewoning de daar aanwezige essentiële woonvoorzieningen deelt;
een bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig aan de gebruiker verstrekken van al dan niet ter plaatse bereid consumptie-ijs met toebehoren, al dan niet in combinatie met het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor zowel gebruik ter plaatse als elders;
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren, zoals rundveemesterij (met uitzondering van vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
een gebouw of een deel van een gebouw, niet zijnde een meervoudige woning of een hotel, met vier of meer woonvertrekken bedoeld voor de huisvesting van verschillende personen die ieder voor zich een zelfstandige huishouding voeren en essentiële woonvoorzieningen delen;
onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief verblijf;
een plaats op een kampeerterrein bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel;
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen en/of trekkershutten en/of het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen het houden van recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen en/of trekkershutten;
een restauratieve voorziening ten dienste van een bedrijf, instelling of vereniging, gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen en dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling dan wel vereniging;
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publieksgerichte) baliefunctie;
constructie ter afdekking van een gebouw of overkapping waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste één hellend vlak van tenminste 15°;
een boom van 50 jaar en ouder en die van waarde is vanwege:
of houtopstanden geregistreerd als zijnde (potentieel) waardevol of monumentaal;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaande uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag onder dan wel gelijk aan het peil is gelegen;
kindercentra als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
een bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse aan de gebruiker, verstrekken van niet-alcoholische dranken, in combinatie met de verkoop van kleine etenswaren. Het accent ligt op de verkoop van niet-alcoholische dranken. Onder een koffiehuis wordt tevens verstaan een theehuis en coffeeshop (geen verkoop van drugs);
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestemd ter voortbrenging van de beeldende kunsten;
een bedrijfsactiviteit gericht op het voortbrengen van een of meer soorten gewassen door middel van vollegrondsteelt, containerteelt en/of anderszins, waarbij per geteelde gewassoort een beperkte oppervlakte geteeld wordt en waarbij gewasbewerkingen en oogstwerkzaamheden slechts in beperkte mate gemechaniseerd worden uitgevoerd;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
dak met één hellend, niet onderbroken, dakvlak;
de afzet van lpg in m³ per jaar;
het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben en worden uitgeoefend vanuit een praktijk of kantoorruimte al dan niet met baliefunctie;
educatieve, medische, sociale, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook kindercentra, ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca;
een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of eigen paarden, het bieden van huisvesting aan die paarden, het organiseren van hippische evenementen en exploitatie van bijbehorende voorzieningen waaronder begrepen een kantine. Onder een manege wordt tevens verstaan een sportstal.
kapvorm met gebroken, naar buiten geknikte, hellende dakvlakken die in de nok samenkomen, waarbij de dakhelling van het onderste dakvlak (maximaal 60% van het vlak) steiler is dan het bovenste dakvlak;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een woning bestemd dan wel geschikt voor bewoning door meer dan één huishouden, vanwege het in meervoud aanwezig zijn van alle essentiële woonvoorzieningen, waarbij de essentiële woonvoorzieningen voor een huishouden niet behoeven te worden gedeeld met een ander huishouden, zich niet in één ruimte bevinden met essentiële woonvoorzieningen van een ander huishouden en vanuit de woning bereikbaar zijn zonder privé-vertrekken van een ander huishouden te moeten doorkruisen;
een kap bestaande uit meer dan één hellend dakvlak;
een kampeerterrein waarop tijdens de periode tussen 15 maart en 31 oktober ten hoogste 15 kampeerstandplaatsen voor mobiel kampeermiddelen aanwezig zijn;
tent, tentwagen, camper of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning vereist is, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief verblijf;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
een agrarisch bedrijf dat in overwegende mate gericht is op de teelt van agrarische producten zonder afhankelijk te zijn van agrarische grond als productiemiddel waaronder in ieder geval verstaan wordt een intensieve veehouderij, witlof- en champignonkwekerij.
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
objecten zoals basisscholen en scholen voor bijzonder onderwijs, zorginstellingen, verzorgings-, verpleeg- en ziekenhuizen, kinderdagopvang, aanleunwoningen bij zorginstellingen of bij bejaardenhuizen, sociale werkplaatsen, cellencomplexen of daarmee gelijkgestelde inrichtingen;
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de doeleindenomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn;
het als nevenactiviteit verkopen van dranken en spijzen voor consumptie ter plaatse van een openbaar toegankelijk commercieel bedrijf of commerciële instelling, geen horecagelegenheid zijnde;
een inrichting, gericht op het bieden van gelegenheid tot het leggen van contacten tussen personen, welke daartoe veelal in clubverband of anderszins georganiseerd zijn;
het beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentverzorging dan wel ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen door een bewoner van het perceel;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt en geheel of gedeeltelijk door ten hoogste één wand is omsloten;
een niet-overdekte door middel van een afscheiding gemarkeerde piste die is voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem anders dan gras waar naast training en africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden of het berijden ervan. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland en het verzorgen van paarden. Onder pensionstal wordt geen manege verstaan;
detailhandel, voor niet-frequente doelgerichte aankopen, die vanwege de omvang, mobiliteit of aard van de producten niet inpasbaar is in overige winkelgebieden. Dit betreft de branches: bouwmarkten, woninginrichting, recreatie en verkoop van auto's, boten en caravans;
het gebruik van een gebouw, kampeermiddel, voer- of vaartuig als hoofdverblijf;
peuterspeelzaalwerk als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
een bouwwerk dat langer dan 8 maanden op een kampeerterrein is geplaatst of niet langer te verplaatsen is dat geheel of ten dele wordt gebruikt of kan worden gebruikt voor recreatief verblijf; waaronder in ieder geval worden gerekend: een chalet, stacaravan, tenthuisje en trekkershut;
een horizontale afdekking of een afdekking onder een hoek van maximaal 5 graden met het horizontale vlak;
woning behorende tot of voorheen behorende tot een agrarisch bedrijf, die door een derde bewoond mag worden zoals bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
dagrecreatieve activiteiten, zoals boerengolf, op agrarische cultuurgronden;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
zie seksinrichting;
bouwwerk of werk opgericht en/of in stand gehouden met het doel te functioneren als of als drager van reclame-uiting(en);
een op enige wijze met een bouwwerk verbonden zijnde, openbare aanprijzing om de afzet of het gebruik van goederen of diensten te bevorderen. Onder aanprijzing wordt mede begrepen de naam van de verkoper, dienstverlener etcetera;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve medegebruik is toegestaan;
het kortdurend recreatief verblijf van één of meerdere personen met of zonder overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarmee in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning;
bewoning door een huishouden gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in het kader van weekend- en/of recreatief verblijf;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar de aard en inrichting is bestemd voor recreatieve bewoning, daaronder niet begrepen trekkershutten, chalets of stacaravans;
een bedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, gericht op het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, in combinatie met het verstrekken van dranken, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen het gebouw afspeelt. Een petit-restaurant, restauratie, crêperie, pannenkoekenhuis en poffertjeszaak worden met een restaurant gelijk gesteld;
een agrarisch bedrijf dat de gedurende het gehele jaar de arbeidsbehoefte heeft van tenminste een halve arbeidskracht en waarbij de omvang van het bedrijf zodanig is dat het potentie heeft om zodanige investeringen te plegen dat het bedrijf als volwaardig bedrijf zal kunnen voortbestaan;
een inrichting, waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde waarvan de trapeziumvormige dakvlakken in de nok samenkomen;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht, dan wel een erotisch getinte vermaaksfunctie aanwezig is. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een erotische massagesalon, sekstheater, bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opslag van goederen, waaronder mest;
bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,5 meter boven het peil is gelegen;
Het geheel van voorzieningen t.b.v. sportbeoefening, zoals: ijsbaan/hal, (openlucht)zwembad, sportvelden, atletiekbaan, basketbalveld, handbalveld, jeu de boulesbaan, tennisbaan /-complex, sporthal, alsmede bijbehorende bebouwing zoals kleedruimten, clubhuis/verenigingsgebouw, opslagruimten, technische ruimten e.d.;
een verblijf van ten hoogste 40 m² dat gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en op het terrein op het eigen onderstel verplaatst kan worden en als één geheel over de openbare weg vervoerd mag worden. Een stacaravan onderscheidt zich van een mobiel kampeermiddel doordat het gedurende een periode van meer dan 8 maanden tijd op eenzelfde kampeerstandplaats blijft staan;
een standplaats als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;
opslag en/of stalling van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze ter plaatse worden bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld.
een onafhankelijke commissie met specifieke deskundigheid op het terrein van stedebouw en architectuur, bestaande uit tenminste één persoon;
bouwwerken ten behoeve van de aankleding van het openbaar gebied, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstwerken, speeltoestellen alsmede telefooncellen, abri's en bouwwerken voor kleinschalige (< 50 m³) nutsvoorzieningen;
een evenement dat vanwege duur, frequentie, aard en/of omvang niet past binnen de ter plaatse geldende bestemming(en);
een verplaatsbaar bouwwerk van lichte constructie in, op of boven de grond dat door agrarische bedrijven en kwekerijen met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 30 m², bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, zoals tentdoek, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief verblijf;
dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen;
een aan de hoofdfunctie ondergeschikt horecabedrijf dat slechts beperkt is tot het verstrekken van alcoholvrije dranken en het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine en koude etenswaren. Een theeschenkerij (inpandig) wordt gelijk geschaard aan een theetuin;
een met een zekere regelmaat of in een bepaald patroon terugkerend evenement;
een bouwwerk ten behoeve van opslag van (ruw)voer of kunstmest;
een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 30 m² , bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief verblijf ;
een al dan niet overdekte verkoopruimte waarin in hoofdzaak detailhandel wordt uitgeoefend in artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen of daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals tuinplanten, zaai- en pootgoed, tuinmest, teelaarde, tuingereedschap, tuinhout, tegels, sierstenen, tuinhuisjes, materialen voor de aanleg en onderhoud van vijvers en fonteinen, alsmede kamerplanten, snijbloemen en potterie, met als nevenassortiment dierbenodigdheden en -voeders, huis- en hobbydieren, tuinmeubilair, tuinkleding en -schoeisel (uitgezonderd modische, sport-, of vrijetijdskleding), materialen voor aanleg en onderhoud van zwembaden en voor buitengebruik bestemde sfeerartikelen;
een inrichting voor de uitoefening van detailhandel in motorbrandstoffen, waaronder begrepen smeermiddelen voor motorvoertuigen en benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen alsmede accessoires daarvoor en daaraan ondergeschikte detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke besloten winkelruimte ten behoeve van detailhandel;
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
een agrarisch bedrijf dat gedurende het gehele jaar de arbeidsomvang heeft van tenminste 1 volwaardige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn is verzekerd;
gedeelte van het erf voor de voorgevel van het woongebouw c.q. hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de maximum waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend door een bewoner van het perceel, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel;
woongebouw dat niet met een ander woongebouw of ander gebouw op een aangrenzend bouwperceel verbonden is;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
afgeknot dakschild op de kop van een zadeldak;
een complex van ruimten, blijkens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (niet-meervoudige woning);
één gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde gebouw opgenomen (voormalige )agrarische bedrijfsruimten;
een accommodatie met bijbehorende voorzieningen voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
een gebouw of een complex van aan elkaar verbonden gebouwen waarin tenminste één woning is gelegen;
een voor permanente bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
een dak bestaande uit twee schuine tegenoverliggende dakvlakken die in de nok samenkomen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch gebied, op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening;
een bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot het houden van vergaderingen, recepties, bruiloften en partijen;
de naar de zijdelingse perceelsgrens gekeerde gevel van een gebouw;
een ruimte onder de nok van een kap met een grootste hoogte van ten hoogste 1,50 m;
een weg die een zone heeft conform artikel 74 van de Wet geluidhinder;
het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen, door middel van een aan het agrarisch gebruik verbonden werkgemeenschap van sociaal therapeutische aard en in de vorm van dagopvang.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
wordt gemeten over de afstand vanaf enig punt van het gebouw tot de perceelsgrens waar die het kortst is;
wordt gemeten de afstand vanaf enig punt van een gebouw tot enig punt van een ander gebouw waar die het kortst is;
wordt gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw, op dat punt waar de zijgevels het verst van elkaar staan;
de totale vloeroppervlakte gemeten aan de binnenzijde van die ruimte(n) binnen een functie die wordt/worden gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, druiplijn, boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
wordt gemeten vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
wordt gemeten als de bedrijfsvloeroppervlakte voorzover het ruimten betreffen, die worden gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten, e.d.;
wordt gemeten over de kortste afstand van de buitenkant van de naar de weg gekeerde gevel tot aan de buitenkant van de tegenoverliggende gevel die het verst van de weg is gelegen;
wordt gemeten tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Ondergrondse bouwwerken die meer dan 1 meter buiten het buitenwerk van het bovengronds gelegen gebouw worden gerealiseerd tellen mee in de oppervlakteregeling voor bebouwing;
wordt gemeten door de som te nemen van de neergeslagen oppervlakten van de gedeelten van een bouwwerk die zich geheel boven het niveau van het maaiveld bevinden en daar niet mee gelijk liggen. Dakoverstekken, luifels, balkons e.d. die niet meer oversteken dan 0,5 meter worden niet meegeteld;
de bedrijfsvloeroppervlakte van de voor het voor het publiek zichtbare en toegankelijke besloten winkelruimte ten behoeve van detailhandel, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten e.d.;
de geluidsbelasting van een geluidsgevoelig object wordt bepaald op de naar de geluidsbron gekeerde gevel(s) van een geluidsgevoelig gebouw zoals bedoeld in de Wet geluidhinder of op de grens of grenzen van het terrein, voorzover (dat deel van) het terrein ingevolge het bestemmingsplan ook als geluidsgevoelig object gebruikt mag worden;
de etmaalwaarde (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen;
de geluidsbelasting in Lden (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
het op de verbeelding en/of in de planregels aangegeven percentage gemeten over dat deel van het bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
de oppervlakte van het gedeelte van een krachtens het plan toegelaten overbouwde oppervlak voor een bebouwingssoort, voorzover dat toegelaten oppervlak nog niet door aanwezige bebouwing van die soort is ingenomen.
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden opgericht.
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | |
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | |
Overige bouwwerken | 1,50 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 3.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 3.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden opgericht.
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | |
Erf- en terrein afscheidingen | 2 | |
Overige bouwwerken | 1,50 |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen en te laten uitvoeren:
De vergunningplicht is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning ten behoeve van de werken genoemd in 4.4.1 wordt alleen verleend indien:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.
en tevens voor:
ter plaatse van de aanduiding 'garage': verkoop en reparatie van auto's;
het gebruik van gronden voor detailhandel in motorbrandstoffen inclusief L.P.G. en detailhandel - weggebondenartikelen, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
een vulpunt en/of opslagtank voor L.P.G. motorbrandstof met bijbehorende voorzieningen , ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor wat betreft de oppervlakte van gebouwen gelden naast hetgeen is gesteld in 5.1.1 de volgende regels:
Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen gelden de volgende regels:
Type gebouw |
Goothoogte (in meter) |
Bouwhoogte (in meter) |
Dakhelling | ||
Bedrijfsgebouwen | ten hoogste 4,50 | ten hoogste 10 | tenminste 15° en ten hoogste 60° | ||
Bedrijfswoning | ten hoogste 4,50 | ten hoogste 10 | meerzijdige kap van ten minste 30 hoogste 60° | ||
Bijgebouwen bedrijfswoning | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | plat of meerzijdige kap van ten hoogste 60° | ||
Overkappingen | ten hoogste 5 | ten hoogste 5 | - |
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Functie van een bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
Voor de voorgevel | Overig | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | 2 | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 | |
Reclamemasten | 6 | 6 | |
Overige bouwwerken, niet zijnde een reclamemast | 1 | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 5.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 5.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximale bouwhoogte (in meter) | |
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 6 | |
Overige bouwwerken niet zijnde een reclamemast | 5 |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen en te laten uitvoeren:
De vergunningplicht is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning ten behoeve van de werken genoemd in 6.4.1 wordt alleen verleend indien:
De voor 'Cultuur en ontspanning - ORIZU' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende verhardingen, erven en additionele voorzieningen;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen gebouwen en overkappingen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
bouwvlak | buiten het bouwvlak | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | 2 | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 | |
Kunstobjecten | 10 | 6 | |
Overige bouwwerken | 6 | 6 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 7.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 7.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor hoofdgebouwen en woningen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling |
ten hoogste 3 | ten hoogste 10 | tenminste 30° en ten hoogste 60° |
Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |||
Bijgebouw of overkapping | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | platte afdekking of meerzijdige kap waarbij tenminste 50% van het dak is afgedekt met hellende dakvlakken van ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Oppervlakte bouwperceel in m² | Ten hoogste toegestane oppervlakte in m² |
Totale oppervlakte bijgebouwen + overkapping en | |
kleiner dan 200 | 50 |
200-600 | 75 |
600-1000 | 100 |
groter dan 1000 | 150 |
Voor het bouwen van bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | |
voorerf | overig | |
Erf- en terreinafscheidingen | 1 | 2 |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 |
Overige bouwwerken | 1 | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 8.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 8.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Gemengd - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Gemengd-2'; detailhandel in vis en vijverbenodigdheden en andere dierbenodigdheden, met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 500 m² in de bestaande vrijstaande schuur en een showtuin met vijvers met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor hoofdgebouwen en woningen, gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling |
ten hoogste 3 | ten hoogste 10 | tenminste 30° en ten hoogste 60° |
Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |||
Bijgebouw of overkapping | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | platte afdekking of meerzijdige kap waarbij tenminste 50% van het dak is afgedekt met hellende dakvlakken van ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Oppervlakte bouwperceel in m² | Ten hoogste toegestane oppervlakte in m² |
Totale oppervlakte bijgebouwen + overkapping en | |
kleiner dan 200 | 50 |
200-600 | 75 |
groter dan 600 | 100 |
Voor het bouwen van bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen, gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | |
voorerf | overig | |
Erf- en terreinafscheidingen | 1 | 2 |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 |
Overige bouwwerken | 1 | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 9.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 8.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | |
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | |
Kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer | 10 | |
Palen en masten | 8 | |
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 5 |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende erven en additionele voorzieningen;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen gebouwen en overkappingen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | ||
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | ||
Overige bouwwerken, niet zijnde een reclamemast | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 11.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 11.5.2 op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Maatschappelijk wijzigen in de bestemming Gemengd - 2, onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen waaronder (graf)monumenten, gedenktekens en kunstobjecten.
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen gebouwen en overkappingen worden opgericht met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | ||
Palen en masten | 8 | ||
Overige bouwwerken, waaronder gedenktekens en kunstobjecten | 5 |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen;
en tevens voor:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1'; is het gebruik van de bedrijfswoning voor een bijzondere woonvorm, bestaande uit ten hoogste 6 bewoners, toegestaan;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor wat betreft de oppervlakte van gebouwen gelden de volgende regels:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -1' mogen in afwijking van het gestelde in 13.2.2 sub a uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter, zoals paardenbakken, voorzieningen voor voeropslag e.d.
Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type gebouw | Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | ||||
Bedrijfswoning | ten hoogste 4,50 | ten hoogste 10 | meerzijdige kap van tenminste 30° en ten hoogste 60° | ||||
Vrijstaande bijgebouwen behorende bij bedrijfswoning | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | plat of meerzijdige kap van ten hoogste 60° | ||||
Bedrijfsgebouwen | ten hoogste 5 | ten hoogste 12 | meerzijdige kap van tenminste 20° en ten hoogste 60° | ||||
Overkappingen | ten hoogste 5 | ten hoogste 5 | - |
Voor het bouwen van bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||||
Voor de naar de weg gekeerde bouwgrens | Binnen bouwvlak | Specifieke bouwaanduiding -1 | |||
Mestplaten, mestsilo's | Niet toegestaan | 2 | 2 | ||
Sleufsilo's | Niet toegestaan | 2 | 2 | ||
Torensilo's | Niet toegestaan | 10 | Niet toegestaan | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 1 | 3 | 2 | ||
Overkappingen | Niet toegestaan | 5 | Niet toegestaan | ||
Palen en masten | 8 | 8 | 8 | ||
Overige bouwwerken | Niet toegestaan | 5 | 2 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 13.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 13.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder civieltechnische werken, abri's, fietsenstallingen, straatmeubilair, kunstobjecten en geluidsreducerende maatregelen;
en tevens voor:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - camperplaats'; een camperplaats voor ten hoogste vijf campers die elk ten hoogste 72 uur achtereen binnen een tijdvak van een maand aanwezig zijn;
een standplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - standplaats';
een vulpunt of opslagtank voor L.P.G. motorbrandstof met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden opgericht met uitzondering van:
Voor bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
Kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer | 12 | ||
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | ||
Overige bouwwerken, niet zijnde een reclamemast | 5 |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen - 1B' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen;
en tevens voor:
een overig aan-huis-verbonden beroep of bedrijf als genoemd in Bijlage 4 Lijst overige aan huis verbonden beroepen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis';
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |
ten hoogste 3 | ten hoogste 10 | ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |||
Bijgebouw of overkapping | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | platte afdekking of meerzijdige kap waarbij ten minste 50% van het dak is afgedekt met hellende dakvlakken van ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Oppervlakte bouwperceel in m² | Ten hoogste toegestane oppervlakte in m² |
Totale oppervlakte bijgebouwen + overkappingen | |
kleiner dan 250 | 50 |
250-600 | 75 |
600-1000 | 100 |
groter dan 1000 | 150 |
Voor het bouwen van bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
voorerf | overig | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 1 | 2 | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 | |
Overige bouwwerken | 1 | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 15.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 15.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Wonen - 1D' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen;
en tevens voor:
een overig aan-huis-verbonden beroep of bedrijf als genoemd in Bijlage 4 Lijst overige aan huis verbonden beroepen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis';
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 24.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |
ten hoogste 3 | ten hoogste 10 | ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Goothoogte (in meter) | Bouwhoogte (in meter) | Dakhelling | |||
Bijgebouw of overkapping | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | platte afdekking of meerzijdige kap waarbij ten minste 50% van het dak is afgedekt met hellende dakvlakken van ten minste 30° en ten hoogste 60° |
Oppervlakte bouwperceel in m² | Ten hoogste toegestane oppervlakte in m² |
Totale oppervlakte bijgebouwen + overkappingen | |
kleiner dan 1000 | 75 |
1000-2500 | 100 |
groter dan 2500 | 150 |
Voor het bouwen van bouwwerken anders dan gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:
Type bouwwerk | Maximum bouwhoogte (in meter) | ||
voorerf | overig | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 1 | 2 | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 5 | 5 | |
Overige bouwwerken | 1 | 5 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 16.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 16.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende basisbestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Bouwwerken ten dienste van deze of de andere voor deze gronden aangewezen basisbestemming(en) en/of dubbelbestemming(en) mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 17.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van 17.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen en te laten uitvoeren:
De vergunningplicht is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning ten behoeve van de werken genoemd in 17.5.1 wordt alleen verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende basisbestemming(en) en eventuele dubbelbestemmingen, mede bestemd voor:
a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in 18.3.1 wordt slechts verleend indien:
Het verbod als bedoeld in 18.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening één of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 1' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende basisbestemming(en) en eventuele dubbelbestemmingen, mede bestemd voor:
a. de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in 19.3.1 wordt slechts verleend indien:
Het verbod als bedoeld in 19.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening één of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende basisbestemming(en) en eventuele dubbelbestemmingen, mede bestemd voor:
a. de bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden;
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsgunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in 20.3.1 wordt slechts verleend indien:
Het verbod als bedoeld in 20.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening één of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik strijdig met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bouwwerken' mogen geen bouwwerken worden opgericht.
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' gelden nadere regels voor het behoud van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen.
Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' mogen geen bouwwerken worden opgericht.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn in afwijking van Hoofdstuk 2 geen nieuwe kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten toegestaan in verband met de nabijheid van een lpg-installatie.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is het in afwijking van Hoofdstuk 2 niet toegestaan objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen te bouwen of in gebruik te nemen in verband met het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico voor kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' gelden nadere regels voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig, onder andere gelet op de windvang en van de waarde als landschapsbepalend element. In Bijlage 12 Toetsingskaart molenbiotoop is onderstaande formule (onder a.) op kaart verwerkt.
Molen | Type | Stelling- of belthoogte (in meter) |
Vlucht (in meter) |
Ruwheids- categorie (n) |
Askop- hoogte (in meter) |
|
M3 | Fraeylemamolen, Slochteren | grondzeiler | 1 | 16 | 50, 75 of 100 | 8 |
Voorzover het niet op grond van een andere bepaling van de planregels kan worden toegestaan, kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bepalingen in Hoofdstuk 2 voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en aanvullingen toevoegen aan de lijsten opgenomen in Bijlage 1 Staat van Bedrijven: Gemengd of Bijlage 2 Staat van Bedrijven: Bedrijf.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een bouwaanduiding als bedoeld in 24.1.2 van de verbeelding verwijderen, indien de gebouwen waarop deze aanduiding van toepassing is, overeenkomstig een verleende omgevingsvergunning zijn gesloopt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding als bedoeld in 24.1.3 van de verbeelding verwijderen, indien blijkt dat in de werkelijke situatie de betreffende aanduiding geen planologische relevantie meer heeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een gebiedsaanduiding als bedoeld in 24.2.1 geluidzone - weg, 24.2.2 veiligheidszone - lpg, geheel of gedeeltelijk verwijderen indien blijkt dat in de werkelijke situatie de betreffende aanduiding geen planologische relevantie meer heeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de situering van de gebiedsaanduiding als bedoeld in 24.2.2 veiligheidszone - lpg aanpassen in verband met:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij in ieder geval betrokken worden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Eenmalig kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken van 27.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 10 %.
27.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 27.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het 27.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
27.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Verzamelplan Gemeente Slochteren 2014.