Plan: | Bestemmingsplan Hellum-Siddeburen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00020-41vg |
Aan een dubbelbestemming bestaat de behoefte, wanneer een bestemming onvoldoende recht doet aan de functies/gebruiksdoeleinden die op de gronden toelaatbaar zijn of wanneer ruimtelijk relevante belangen veilig moeten worden gesteld die niet of onvoldoende met een bestemming kunnen worden gewaarborgd. Een dubbelbestemming heeft altijd betrekking op een geometrisch bepaald vlak.
In de SVBP is een drietal hoofdgroepen vastgelegd waarbij moet worden aangesloten voor het toekennen van een dubbelbestemming. Dit zijn de hoofdgroepen:
De bouw- c.q. gebruiksregels in de dubbelbestemming bepalen de verhouding van de basisbestemming ten opzichte van de dubbelbestemming.
Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg, die onderdeel uitmaakt van de Monumentenwet, moeten archeologische (verwachtings)waarden worden gewaarborgd in het bestemmingsplan.
Op basis van het archeologiebeleid zijn ook planregels voor toepassing in het bestemmingsplan opgesteld. Er is onderscheid gemaakt in een drietal regelingen, elk specifiek van toepassing op bepaalde archeologische (verwachtings)waarden.
Waarde - Archeologie 1: van toepassing op Archeologische monumenten en cultuurhistorisch waardevolle terreinen. Bouwwerken met een oppervlakte groter dan 50 m² zijn verbonden aan een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn bepaalde werken of werkzaamheden, zoals egaliseren, diepploegen en ontginnen, vergunningsplichtig.
Waarde - Archeologie 2: van toepassing op historische kernen en bebouwing. Bouwwerken en werken of bepaalde werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 100 m² zijn verbonden aan een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.
Waarde - Archeologie 3: van toepassing op gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Bouwwerken en werken of bepaalde werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 200 m² zijn verbonden aan een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan .
De bestemming “Waarde – Cultuurhistorie - Beschermd dorpsgezicht” is de inbedding van het beschermd dorpsgezicht Fraeylema in het bestemmingsplan. De bestemming gaat uit van het behoud, herstel en ontwikkeling van de met het beschermd dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Het gebied rondom de Fraeylemaborg is met het besluit van 5 december 1990 aangewezen als 'beschermd dorpsgezicht'.
In de bestemmingsregeling is een planologische vertaalslag opgenomen van de belangrijkste cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het gebied.
Op de verbeelding is een dwarsprofiel opgenomen ter plaatse van de woonpanden langs de Hoofdweg. Uitgangspunt van dit figuur is instandhouding van het profiel van dit wegvak. Bij aanlegvergunningplichtige werken of werkzaamheden moet rekening worden gehouden met het aangegeven profiel.
Voor de bescherming van de bebouwing zijn een aantal specifieke bouwregels opgenomen, die gelden boven de regels van de basisbestemming. Deze hebben betrekking op de gevels (uitvoering in steen) en de dakbedekking (gebakken pannen). Bestaande afwijkingen zijn toegestaan. Daarnaast is op de verbeelding per pand de ruimtelijke situering (gevellijn) en de bouw- en goothoogte vastgelegd. Voor de kapvorm en –richting wordt verwezen naar de kapsymbolenkaart die als bijlage is toegevoegd.
De regels sluiten af met een aanlegvergunningstelsel voor het aanbrengen van oppervlakteverharding en ingrepen in de groen- en waterstructuur en een sloopvergunningstelsel voor het slopen van gebouwen.
Voor een nadere weergave van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht wordt verwezen naar hoofdstuk 2.
Deze dubbelbestemming is opgenomen om de kenmerkende beplantingsstructuur van het Slochter lint (groene lint) langs de Hoofdweg te waarborgen in het bestemmingsplan door regels op te nemen voor behoud, herstel en ontwikkeling van deze beplantingsstructuur. Onder voorwaarden kan er een omgevingsvergunning worden verleend voor het verwijderen van bomen in het gebied van de dubbelbestemming. De voorwaarden zijn dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarde van het groene lint en er herplant plaatsvindt.
Bij infrastructurele aanpassingen waarbij ten behoeve van de reconstructie van een kruising of het aanleggen van passeerstrook enkele bomen worden gekapt, kan worden afgezien van herplant als dit ter plaatse niet mogelijk is. Daarbij blijft de andere voorwaarde (geen afbreuk aan de landschappelijke waarde) van toepassing.
Deze dubbelbestemming wordt gebruikt ter bescherming van waterkeringen, die zijn opgenomen in de provinciale omgevingsverordening. Bouwwerken mogen alleen worden opgericht indien de belangen in verband met de betreffende waterkering(en) zich hier niet tegen verzetten.