Plan: | Bestemmingsplan Hellum-Siddeburen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00020-41vg |
Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen is het wettelijk kader waarin (afstands)normen worden gesteld met betrekking tot risicovolle inrichtingen. Met name de relatie met risicogevoelige objecten in de omgeving van deze inrichtingen is daarbij van belang. Doel is te voorkomen dat personen die permanent op een plaats verblijven een onevenredig groot risico lopen als gevolg van een ramp met een risicobron. Naast inrichtingen is deze normstelling ook van toepassing op het transport van gevaarlijke stoffen.
Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens zoals het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen.
Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten
Bij kwetsbare objecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan woningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen, kinderopvang, grote kantoren, hotels en winkelcomplexen en grote kampeer- en recreatieterreinen. Beperkt kwetsbare objecten zijn volgens het besluit verspreid liggende woningen, dienstwoningen van derden, kleinere kantoren, hotels, winkels, bedrijfsgebouwen, sporthallen, zwembaden, overige sport- en kampeerterreinen en objecten van hoge infrastructurele waarde zoals elektriciteitscentrales.
Er worden daarnaast twee vormen van risico onderscheiden: plaatsgebonden risico en groepsgebonden risico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Dit risico laat zich goed ruimtelijk vertalen aangezien het gaat om punten waar zich een bepaald risico voordoet. Deze punten kunnen worden verbonden tot een contour.
De grenswaarde voor kwetsbare objecten is 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten wordt dit als richtwaarde gehanteerd.
Groepsrisico
Het groepsrisico (GR) is een maat voor het overlijdensrisico voor een groep personen in een bepaald gebied als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en van een ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.
Vanuit het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) geldt een plicht tot verantwoording van het groepsrisico bij het opstellen van ruimtelijke plannen en/of het voeren van planprocedures. Bij deze motivering wordt aandacht geschonken aan:
Het Provinciaal Basisnet Groningen is het antwoord op de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen waarin een borging van risico-afstanden als gevolg van transporten van gevaarlijke stoffen wordt aangekondigd. Het doel is om deze transportroutes vast te leggen en een systeem te creëren waarbij rekening kan worden gehouden met de dynamiek van transport en toekomstige groei. Om dit bereiken wordt langs een aantal aangewezen transportroutes (de grotere weg-, spoor- en waterinfrastructuur) in beginsel een zone van 200 meter aangehouden waarin de beleidsvrijheid voor bepaalde functies mogelijk wordt beperkt. Dit heeft betrekking op gebouwen voor beperkt zelfredzame personen (ziekenhuizen, zorgcentra of scholen). Daarnaast zal binnen dit gebied het groepsrisico moeten worden verantwoord. Voor Slochteren is de volgende infrastructuur opgenomen in het provinciaal basisnet: A7, N33, N387, N860, N865, N987 en Eemskanaal. De A7, N33 en het Eemskanaal zijn tevens opgenomen in het nationaal basisnet.
Voor deze infrastructuur geldt dat binnen een zone van 30 meter geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht en tevens het vestigen van nieuwe functies (scholen, zorgwoningen, zorgcentra, etcetera) voor beperkt zelfredzame personen wordt uitgesloten. Daarnaast geldt voor een zone van 200 meter een verantwoording van het groepsrisico.
Voor ruimtelijke plannen binnen toetsingszones van risicovolle buisleidingen waren de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' uit 1984 en de circulaire 'Bekendmaking van de voorschriften ten behoeve van de zonering langs brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie' uit 1991 van belang. Deze circulaires zijn per 1 januari 2011 vervangen door het Besluit externe veiligheid Buisleidingen (Bevb). Hieronder wordt dan ook alleen dit Bevb aangehaald, warbij rekening wordt gehouden met zowel het plaatsgebonden als groepsrisico.
Voor ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied (1% letaliteisgebied) van de risicovolle transportassen (spoor, weg of water) is de circulaire "RisicoNormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (RNVGS) van toepassing. Deze circulaire zal naar verwachting binnenkort worden door vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (BTEV)en het daaraan gekoppelde basisnet. De procedure voor het BTEV wordt gekoppeld aan de wijziging Wet gevaarlijke stoffen. De circulaire RNVGS blijft gelden totdat het BTEV in werking treedt. Voor provincie Groningen is inmiddels het provinciaal basisnet vastgesteld.
LPG-tankstations (Bevi)
In het plangebied ligt een inrichting die vanuit het Bevi van belang is, dit betreft een tankstation waar ook LPG wordt geleverd:
Naam inrichting |
Risico contour |
Verantwoording groepsrisico | |||
PR (in m) | GR (in m) | ||||
Bijman autobedrijf vulpunt reservoir afleveringsinstallatie |
25 25 15 |
150 150 |
Binnen de PR-contour van 10-6 bevindt zich geen bebouwing. De maximaal toelaatbare personendichtheid binnen het invloedsgebied (150 m) is bij een inrichting met een doorzet van minder dan 500 m³ : 50 personen per hectare. De doorzet is begrensd op 500 m³. In de betreffende situatie is de personendichtheid 's nachts 5 pers/ha. Op werkdagen is de personendichtheid overdag 16 pers./ha. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt niet overschreden. Omdat het bestemmingsplan grotendeels uitgaat van het bestemmen van de feitelijke situatie is er geen stijging van het groepsrisico te verwachten. Gezien het beperkt aantal verblijvende personen in het invloedsgebied wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht. |
Buisleidingen
In de nabijheid van het plangebied bevinden zich een buisleidingingen die onder de werking van het Bevb vallen. Voor de hoogte van het groepsrisico als gevolg van de nabij Siddeburen gelegen buisleidingen kan worden verwezen naar de risicoberekening (QRA) van de Gasunie (kenmerk 66912927-GCS 10-51216 d.d. 12 augustus 2010). In onderstaand plaatje staat het gebied aangegeven dat in de QRA is onderzocht.
Gezien het beperkt aantal verblijvende personen in het gebied tussen het invloedsgebied met 1% tot 100% letaliteit wordt het groepsrisico als gevolg bij de betreffende buisleidingen beschouwd als zeer laag. Planologische bescherming van de leidingtraces is opgenomen in het bestemmingsplan. Het hoogste groepsrisico (van de meest westelijk gelegen leiding) staat weergegeven in de onderstaande FN-curve.
De overschrijdingsfactor is 0,01 maal de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico als gevolg van beide buisleidingen wordt derhalve aanvaardbaar geacht. De volledige berekeningen zijn te vinden in Bijlage 4 Risicoberekening gastransportleidingen).
Transport gevaarlijke stoffen
Binnen het plangebied is de N33 opgenomen in het provinciaal Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Ten weerzijden van dit tracé ligt een Plasbrand Aandachtsgebied à 30 meter waar regels gelden voor extra bescherming minder zelfredzame personen. Het beleid is dat binnen de 30-meter zone geen nieuwe objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen worden geprojecteerd. Voorbeelden hiervan zijn basisscholen, kindercentra en zorginstellingen. In het plan wordt hier rekening mee gehouden (geen nieuwe objecten minder zelfredzame personen binnen deze zones).
Daarnaast moet voor bouwplannen binnen 200 meter langs alle Basisnetwegen onder bepaalde omstandigheden het groepsrisico (GR) verantwoord worden mits het GR toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt. Het aantal verblijvende personen binnen het invloedsgebied neemt niet toe als gevolg de regels bij recht of uitwerking van dit bestemmingsplan. Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid zijn een punt van aandacht. Hiervoor zal advies worden gevraagd aan de Regionale brandweer Groningen: Art. 6 BTEV). Er kan gezien het voorgaande worden volstaan met een beperkte GR-verantwoording. Wel is onderzocht hoog het GR in de 'nulsituatie' is. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de berekeningen die Bügel Hajema heeft gemaakt voor de planologische ontwikkeling van Siddeburen-Zuid (Weerterij). Hierbij is reeds een QRA gemaakt (d.d. 16 september 2010) voor de N387. De volledige berekening is als Bijlage 3 Risicoberekening m.b.t. N387) toegevoegd.
Siddeburen-Zuid N387
Uit dit onderzoek is gebleken dat het groepsrisico zeer laag is en dat er ruimschoots wordt voldaan aan de norm,.t
De bebouwing ten westen van de N33 ligt verder van de weg af dan de bebouwing bij de N387. Voor de N33 moet weliswaar worden gerekend met een hoger aantal LPG transporten, maar de ervaring met dit soort berekeningen leert dat een populatie van 2000 mensen op een afstand van 100 meter van zo'n weg pas een groepsrisico oplevert met een overschrijdingsfactor van 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In dit geval ligt de bebouwing verder dan 100 meter van de N33 af en er bevinden zich ook veel minder dan 2000 mensen in dat gebied. (Heel Siddeburen telt ruwweg 3000 inwoners.). Het hoogste groepsrisico zal daarmee ruim onder de 0,1 maal de oriëntatiewaarde liggen.
Conclusie externe veiligheid
Binnen het plangebied Hellum-Siddeburen is geen verandering ten aanzien van het groepsrisico te verwachten. Qua bevi-bedrijven, buisleidingen en infrastructuur vallen de risico's qua externe veiligheid onder de (wettelijke) oriëntatiewaarde. De in het plan gehanteerde afstanden van geprojecteerde bebouwing tot de in de omgeving aanwezige risicobronnen voldoen aan de daarvoor vastgestelde grenswaarden. Dat geldt zowel voor de vigerende wet- en regelgeving als de in ontwikkeling zijnde nieuwe regelgeving, waarop wordt geanticipeerd.
De hoogte c.q. de toename van het groepsrisico als gevolg van de geprojecteerde verblijfsrecreatie is voor geen van de risicobronnen aanleiding om een groepsrisico-berekening uit te laten voeren.
De groepsrisicoverantwoording voor de transportroute (weg) en de gasbuisleiding kan zich beperken tot een beschouwing van de zelfredzaamheid van personen, de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de bestrijdbaarheid van een mogelijke calamiteit. De risicoberekeningen zijn als bijlage bij de toelichting toegevoegd: Risicoberekening
m.b.t. N387 en Risicoberekening gastransportleidingen. De uitgebreide risicoberekening m.b.t. de N33 zal bij het vast te stellen bestemmingsplan worden toegevoegd als bijlage, aangezien deze op dit moment nog niet beschikbaar is.