Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00019-41vg |
Alle bestaande legale agrarische bedrijfswoningen zijn als bedrijfswoning aangeduid.
In principe is ook bij de niet-agrarische bedrijven een bedrijfswoning toegestaan. Niet bij alle bedrijven staat nu een bedrijfswoning, dit kan onder andere doordat de bedrijfsbebouwing en de woning los van elkaar zijn verkocht. In dit soort gevallen wordt niet alsnog weer een bedrijfswoning toegestaan. De bedrijfswoning telt niet mee bij de berekening van de oppervlakte bedrijfsbebouwing. Voor de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen zijn eigen regels ten aanzien van grootte en oppervlakte opgenomen in de planregels. Deze regels sluiten aan bij de regels voor (burger)woningen.
Bestaande woningen krijgen in het bestemmingsplan een woonbestemming. Onder voorwaarden zijn daarnaast de volgende nevenfuncties toegestaan: een aan-huis-verbonden beroep, een bed & breakfast en/of een theetuin. Aan vrijgekomen agrarische bebouwing, die uitsluitend voor wonen wordt gebruikt, wordt alleen een woonbestemming toegekend als voldaan kan worden aan de milieuafstanden. In het geval hier niet aan voldaan kan worden blijft de agrarische bestemming gehandhaafd.
In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de verschillende bestemmingsregelingen voor wonen.
Het buitengebied wordt, door de afname van het aantal agrarische bedrijven (en de vrijkomende agrarische bedrijven), steeds belangrijker als een gebied om te wonen. Het grootste deel van de cultuurgronden blijft overigens wel in agrarisch gebruik. Het uitgangspunt van het benutten van voormalige agrarische bebouwing voor wonen is dat hiervoor uitsluitend de bestaande voormalige (inpandige) bedrijfswoning wordt gebruikt. Indien van toepassing, kan ook aangrenzende deel of stalruimte voor wonen worden benut. Vrijstaande bedrijfsgebouwen die geen woonfunctie hebben gehad mogen niet als woning worden gebruikt. De mogelijkheden voor het vestigen van meerdere wooneenheden in een gebouw waar in de huidige situatie reeds een bedrijfswoning in aanwezig is worden nog onderzocht. Of deze aanvullende wooneenheden kunnen worden toegevoegd is onder andere afhankelijk van de beschikbare nieuwbouwruimte (tot 2007 werd dit contingent genoemd). Daarnaast mogen door de functieverandering omliggende (agrarische) bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast. De woonfunctie kan, naast de genoemde bedrijfsactiviteiten in de voorgaande paragraaf, ook gecombineerd worden met aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven, kleinschalige verblijfsrecreatie of een theetuin. De mogelijkheden hiervoor zijn opgenomen in de betreffende beleidsregels. Ten slotte geldt voor landgoederen dat initiatieven voor landgoederen per geval zullen worden beoordeeld en worden getoetst aan onder andere de voorwaarden die daarvoor door de provincie zijn gesteld. In dit bestemmingsplan zijn geen mogelijkheden opgenomen voor het realiseren van nieuwe landgoederen, en derhalve zal er altijd een bestemmingsplanwijziging nodig zijn.