Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00019-41vg |
De begrenzing van het plangebied komt overeen met het plangebied van de structuurvisie Buitengebied. De begrenzing wordt daarbij gevormd door de buitengrenzen van de gemeente (in noordelijk, oostelijke en zuidelijke zijde en de begrenzing van het Meerstadgebied (masterplan) in het westen. Daarnaast maakt het gehele dorpenlint geen onderdeel uit van het plangebied, dit geldt ook voor de kleine kernen Borgweg, Lageland, Overschild, Tjuchem en Woudbloem. In het dorpenlint gelden nu nog tientallen grotere en kleinere bestemmingsplannen, dit aantal wordt teruggebracht tot 4 grote plannen.
Algemene overwegingen
De begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied vormt grotendeels de contramal van de begrenzingen van de komplannen. Deze begrenzing is bepaald aan de hand van het bebouwings- en occupatiepatroon. Als basis is uitgegaan van die delen van kernen en linten met een redelijk aaneengesloten of ruimtelijk dominant patroon van bebouwing en bijbehorende erven. Er wordt daarbij rekening gehouden met karakter van de percelen die aan het lint (de weg) liggen. Onbebouwde agrarische percelen die tot aan de weg in het lint reiken worden veelal buiten het plangebied van de kernen gehouden. Als bebouwde percelen en dwarsstructuren aan deze zone raken zijn zij daar meestal aan toegevoegd. In een aantal gevallen zijn plangrenzen opgerekt tot aan een doorgaande weg, om versnippering over bestemmingsplannen te voorkomen.
Provinciaal beleid
De provinciale omgevingsverordening bevat de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om de grenzen van het bestaand bebouwd gebied vast te leggen. Deze bevoegdheid komt feitelijk komt voort uit het ontwerp van de Amvb Ruimte waarin is opgenomen dat door de provincie in hun verordening moet worden aangewezen welke gebieden tot het 'bestaand bebouwd gebied' behoren. Deze begrenzing heeft weerslag op functies die in de verordening niet zijn toegestaan in het buitengebied (de contramal van bestaand bebouwd gebied), het verbod om woningen toe te voegen aan het buitengebied en de maximaal toegestane oppervlakte van woonbebouwing op een bouwperceel. De begrenzing uit de verordening heeft derhalve geen invloed gehad op de begrenzing van het plangebied, maar slechts op de toekenning van bestemmingen.
Bij het bepalen van de begrenzing van de Structuurvisie buitengebied is ondermeer aangesloten bij het gebied waarvoor het Masterplan Meerstad is opgesteld. Hoewel het Masterplan gebieden voor wonen, water en natuur aanwijst behoudt een aantal delen een agrarische functie. Voor deze gebieden, waarvan het gebied tussen Scharmer en Woudbloem (Goldbergweg) het grootste is, wordt een apart bestemmingsplan opgesteld: Buitengebied-West. Beleidsmatig wordt in dit plangebied dezelfde koers uitgezet als het voorliggende bestemmingsplan. Vanwege de consitentie met de onderliggende structuurvisies is gekozen voor een apart bestemmingsplan.
De planologische procedure voor het bestemmingsplan Buitengebied West loopt parallel aan de procedure voor het bestemmingsplan Buitengebied 2012.