direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00018-61oh

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • kantines voorzover die dienen ten behoeve van de doeleinden genoemd onder 6.1sub a;
  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • verhardingen;
  • parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.

en tevens voor:

6.1.1 specifieke vorm van bedrijf

ter plaatse van de onderstaande aanduidingen de aangegeven bedrijfsactiviteiten op de onderstaande percelen (adressen volgens aangegeven huisnummering verbeelding):

Aanduiding   Adres   Omschrijving
 
'brandweerkazerne'   Verlengde Veenlaan 1, Slochteren   brandweerkazerne  
'garage'   Hoofdweg 5, Schildwolde   verkoop en reparatie van auto's  
'specifieke vorm van bedrijf - kwekerij'   bij Hoofdweg 77, Slochteren   kwekerij met ondergeschikte detailhandel  
'tuincentrum'   Hoofdweg 252, Slochteren   tuincentrum  
'specifieke vorm van bedrijf - kwekerij'   bij Hoofdweg 252, Slochteren   kwekerij met ondergeschikte detailhandel  
'specifieke vorm van bedrijf - kwekerij'   bij Meenteweg 69, Schildwolde   kwekerij met ondergeschikte detailhandel  
'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf'   Hoofdweg 99, Schildwolde   landbouwmechanisatiebedrijf, verkoop en reparatie van auto's  
'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf'   Hoofdweg 159, Slochteren   constructiebedrijf  
'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf'   Hoofdweg 246 Slochteren   constructiebedrijf / atelier in ijzeren kunstwerken  
6.1.2 bedrijf tot en met categorie 3.2

het gebruik van gronden voor bedrijven uit de in 6.1 sub a genoemde bedrijven genoemd in milieucategorie 3.2 zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Bedrijven: Bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';

6.1.3 verkooppunt motorbrandstoffen met lpg

het gebruik van gronden voor detailhandel in motorbrandstoffen inclusief L.P.G en detailhandel - weggebonden artikelen, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' .

6.1.4 verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg

het gebruik van gronden voor detailhandel in motorbrandstoffen exclusief L.P.G en detailhandel - weggebonden artikelen, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' .

6.1.5 vulpunt lpg

een vulpunt en/of opslagtank voor L.P.G. motorbrandstof met bijbehorende voorzieningen , ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';

6.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

6.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 49.

6.2.2 Gebouwen en overkappingen algemeen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak met uitzondering van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning;
  • b. indien een relatie is aangegeven tussen twee bouwvlakken, is er sprake van een gekoppeld bouwvlak en zijn hierop de bepalingen met betrekking tot een enkel bouwvlak van toepassing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • d. de breedte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 10 meter bedragen;
  • e. voorzover in een bouwgrens een 'gevellijn' is aangeduid wordt tenminste 50% van de naar de weg gekeerde gevels van de bedrijfswoning in de 'gevellijn' opgericht waarbij de betreffende gevel als voorgevel moet worden beschouwd;
  • f. bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 3 meter achter het voorerf.
6.2.3 Oppervlakte gebouwen en overkappingen

Voor wat betreft de oppervlakte van gebouwen gelden naast hetgeen is gesteld in 6.1.1 de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste 200 m² van het bebouwd oppervlak worden gebruikt voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bijgebouwen.
6.2.4 Maatvoering gebouwen

Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van gebouwen mag niet meer c.q. minder bedragen dan in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type gebouw
 
Goothoogte
(in meter)  
Bouwhoogte
(in meter)  
Dakhelling  
Bedrijfsgebouwen   ten hoogste 4,50   ten hoogste 10   tenminste 15° en ten hoogste 60°  
Bedrijfswoning   ten hoogste 4,50   ten hoogste 10   meerzijdige kap van ten minste 30 hoogste 60°  
Bijgebouwen bedrijfswoning   ten hoogste 3   ten hoogste 5,50   plat of meerzijdige kap van ten hoogste 60°  
6.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Functie van een bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
  Voor de voorgevel   Overig  
Erf- en terreinafscheidingen   2   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8   8  
Reclamemasten   6   6  
Overkappingen   niet toegestaan   5  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   1   5  
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 6.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 6.2.4 sub a voor een goothoogte van een bedrijfsgebouw tot ten hoogste 7 meter;
  • b. het bepaalde in 6.2.4 sub a voor een bouwhoogte van een bedrijfsgebouw tot ten hoogste 14 meter;
  • c. het bepaalde in 6.2.2 sub a voor het bouwen ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven: Bedrijf en waarvoor op grond van 6.5.1sub a een omgevingsvergunning kan worden verleend;
  • d. het bepaalde in 6.2.2 sub e voor het bouwen op ten hoogste 10 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de situering van kwetsbare objecten en/of geluidsgevoelige gebouwen deze afwijking vereisen;
  • e. het bepaalde in 6.2.2 sub b en 6.2.5 sub a en toestaan dat een bedrijfsgebouwen/of overkapping gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van de bebouwing buiten het bouwvlak ten hoogste 200 m² bedraagt;
    • 2. de hoogte van het bedrijfsgebouw of de overkapping buiten het bouwvlak ten hoogste 3 meter bedraagt;
  • f. het bepaalde in 6.2.5 sub b en toestaan dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 10 meter mag bedragen, reclamemasten daarvan uitgezonderd;
  • g. het bepaalde in 6.2.2 sub d en toestaan dat de breedte van een bedrijfswoning inclusief eventueel aangebouwde bijgebouwen ten hoogste 15 meter bedraagt;
  • h. het bepaalde in 6.2.4 sub a en toestaan dat een bedrijfswoning (gedeeltelijk) wordt afgedekt met een lessenaarsdak of platte afdekking.
6.3.2 Afwijkingsvoorwaarden
  • a. Bij de toepassing van de onder 6.3.1 sub a tot en met f genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 50.2 sub c van toepassing;
  • b. Bij de toepassing van de onder 6.3.1 sub g en h genoemde afwijkingsregels vraagt het bevoegd gezag ten aanzien van de stedebouwkundige en architectonische eigenschappen van de betreffende bebouwing respectievelijk de inpassing in de omgeving vooraf advies aan een stedebouwkundige commissie.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Toegestaan gebruik
  • a. Gebruik van de bedrijfswoning en daaraan verbonden gebouwen voor het uitoefenen van een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt mits wordt voldaan aan hetgeen is gesteld in Bijlage 6 Beleidsregels recreatieve verblijfsaccommodaties;
  • b. Gebruik van de bedrijfswoning en daaraan verbonden gebouwen voor het uitoefenen van administratieve werkzaamheden met betrekking tot internetwinkels en telefonische verkoop van goederen wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits:
    • 1. klanten niet op het perceel komen;
    • 2. geen buitenopslag van goederen, die verband houden met de internetwinkel, plaatsvindt;
    • 3. verkeersbewegingen vergelijkbaar zijn met die voor een woonfunctie.
  • c. Gebruik van gebouwen ten behoeve van productiegebonden detailhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 60 m².
6.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen en gebouwen niet zijnde bedrijfswoningen voor bewoning, dan wel de mogelijkheid hiertoe door het aanbrengen van essentiële woonvoorzieningen;
  • b. het gebruik van gronden als vulpunt lpg, opslag van lpg of afleverpunt voor lpg buiten de daartoe aangewezen gronden;
  • c. het gebruik van gronden en gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' als kwetsbaar object;
6.4.3 Strijdig gebruik specifiek
a bedrijf van categorie 3.1 uitgesloten

ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1 uitgesloten' is het gebruik van gronden voor bedrijven genoemd onder milieucategorie 3.1 of hoger, zoals genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijven: Bedrijf, niet toegestaan.

b bedrijfsactiviteiten uitgesloten

ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' zijn de activiteiten genoemd in 6.1sub a niet toegestaan.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 6.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 6.1 ten behoeve van de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Bedrijven: Bedrijf, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, gelijk kunnen worden gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd;
  • b. het bepaalde in 6.1 ten behoeve van de vestiging van bedrijven van 1 (stap van een) milieucategorie hoger dan de categorie die op grond van het bestemmingsplan is toegestaan, mits:
6.5.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 6.5.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 50.2 sub c eveneens van toepassing.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wonen - 1A

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 6.6.6 op basis van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - 1A, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de wijziging naar de bestemming 'Wonen - 1A' mag alleen worden toegepast voor bestaande, als zodanig bestemde, bedrijfswoningen met het omliggende erf, inclusief eventueel aangebouwde bedrijfsruimten ingeval sprake is van een inpandige bedrijfswoning;
  • b. ten hoogste 1 bedrijfswoning mag worden omgezet in 1 niet-bedrijfswoning;
  • c. de geluidbelasting vanwege het verkeer op geluidsgevoelige objecten zal niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • d. het wijzigen van de bestemming leidt niet tot:
    • 1. een onevenredige aantasting plaats van de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. verkeersonveilige situaties;
    • 3. een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
    • 4. beperking van de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden en/of binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed. Van belang daarbij kunnen zijn de bezonningssituatie, lichttoetreding, zichtlijnen of milieu-invloeden;
  • e. op de gewijzigde bestemming zullen de regels van de bestemming Wonen - 1A van toepassing zijn, waarbij in afwijking hiervan de bestaande maatvoering van het woongebouw gehandhaafd mag blijven.
6.6.2 Wonen - VAB

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 6.6.6 op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - VAB indien sprake is van karakteristieke agrarische bebouwing, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woonfunctie mag uitsluitend worden uitgeoefend in de voormalige bedrijfswoning inclusief, indien aanwezig, direct aangrenzende voormalige bedrijfsruimte;
  • b. ten hoogste 1 bedrijfswoning mag worden omgezet in 1 niet-bedrijfswoning, waarbij meerdere wooneenheden zijn toegestaan als dit past binnen het woonplan en de afspraken die zijn gemaakt tussen provincie en gemeente over de nieuwbouwruimte;
  • c. de geluidbelasting vanwege het verkeer op geluidsgevoelige objecten mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • d. het wijzigen van de bestemming leidt niet tot beperking van de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden en/of binnen andere bestemmingen. Van belang daarbij kunnen zijn de bezonningssituatie, lichttoetreding, zichtlijnen, milieu-invloeden of de mogelijkheden tot voortzetting c.q. uitbreiding van een bestaand bedrijf;
  • e. op de gewijzigde bestemming zullen de regels van de bestemming Wonen - VABvan toepassing zijn, waarbij de ten tijde van de vaststelling van het plan bestaande maatvoering van het hoofdgebouw, die bepaald wordt door goothoogte, dakhelling, nokhoogte, nokrichting en oppervlakte gehandhaafd blijft, behoudens geringe uitwendige aanpassingen.
6.6.3 Gemengd - 2

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 6.6.5 en 6.6.6 op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Gemengd - 2.

6.6.4 Gemengd - VAB

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 6.6.5 en 6.6.6 op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Gemengd - VAB.

6.6.5 Wijzigingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 6.6.3 en 6.6.4 genoemde wijzingsregels gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte van de aanwezige niet-karakteristieke bebouwing, met uitzondering van het gebouw waarin zich de woning bevindt, die mag worden aangewend voor hergebruik of vervangende nieuwbouw wordt bepaald door de hoeveelheid bebouwing die wordt gesaneerd:
    bij een hergebruik- of terugbouwgedeelte tot 500 m² moet worden gesloopt:
      • bij hergebruik diezelfde hoeveelheid;
      • bij vervangende nieuwbouw tenminste tweemaal zoveel;
    • 1. bij een hergebruik- of terugbouwgedeelte tussen 500 en 750 m² moet worden gesloopt:
      • bij hergebruik tenminste tweemaal zoveel;
      • bij vervangende nieuwbouw tenminste driemaal zoveel;
    • 2. bij een hergebruik- of terugbouwgedeelte tussen 750 en 1000 m² moet worden gesloopt:
      • bij hergebruik tenminste driemaal zoveel;
      • bij vervangende nieuwbouw tenminste viermaal zoveel.
  • b. in aanvulling op het voorgaande onder a. geldt dat karakteristieke bebouwing niet mag worden gesloopt maar wel meetelt bij de oppervlakte die wordt aangewend voor hergebruik;
  • c. de woonfunctie mag alleen worden uitgeoefend in de voormalige bedrijfswoning inclusief, indien aanwezig, aangrenzende voormalige bedrijfsruimte, waarbij geldt dat in totaal niet meer dan 1 woning is toegestaan;
  • d. de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit goot- en bouwhoogte, nokrichting en dakhelling van het als karakteristiek aangeduide hoofdgebouw (en eventuele karakteristieke bijgebouwen) blijft, behoudens geringe uitwendige aanpassingen, handhaafd;
  • e. de landschappelijke kenmerken van het erf mogen niet worden aangetast. Er dient zorg gedragen te worden voor een goede landschappelijke inpassing van de locatie;
  • f. gebouwen die vanwege de slechte staat onderhoud en de bijbehorende uiterlijke verschijningsvorm niet in overeenstemming zijn met de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, dienen te worden gesloopt;
  • g. er is sprake van zeer geringe verkeersaantrekkende werking, die afgestemd is op de aanwezige infrastructuur, waarbij parkeren op eigen erf plaats moet vinden. Op percelen die direct aan de Hoofdweg zijn ontsloten of op andere plaatsen met een goede ontsluiting is een beperkte verkeersaantrekkende werking niet bezwaarlijk;
  • h. het wijzigen van de bestemming leidt niet tot beperkingen op het wijzigen van de bestemming leidt niet tot beperking van de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden en/of binnen andere bestemmingen. Van belang daarbij kunnen zijn de bezonningssituatie, lichttoetreding, zichtlijnen, milieu-invloeden of de mogelijkheden tot voortzetting c.q. uitbreiding van een bestaand bedrijf;
  • i. de nieuwe functie dient beperkt te worden tot milieucategorie 1 en 2 conform de VNG handreiking Bedrijven en Milieuzonering;
  • j. er worden geen objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen in gebruik genomen of gebouwd ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen;
  • k. buitenopslag van goederen die verband houden met de nieuwe functie is niet toegestaan, reclame-uitingen zijn hiervan uitgezonderd.
6.6.6 Wijzigingsprocedure

Bij de toepassing van de onder 6.6.1 genoemde wijzigingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 50.2 eveneens van toepassing.