direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Weguitbreiding rijksweg A6 traject Hollandsebrug-Havendreef
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BPalg03-vg01

4.5 Externe veiligheid

Toetsingskader en beleid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de GR-contour moet een bestuurlijke verantwoording plaatsvinden. De verantwoording bevat de volgende elementen:

  • de personendichtheid;
  • de hoogte van het groepsrisico;
  • maatregelen ter beperking van het groepsrisico;
  • de voor- en nadelen van alternatieve locaties;
  • de mogelijkheden voor bestrijding van calamiteiten;
  • de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied.

Ten aanzien van de bestrijdbaarheid van calamiteiten moet de veiligheidsregio om advies worden gevraagd.

 

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Plaatsgebonden risico

Uit een onderzoek externe veiligheid dat is uitgevoerd in het kader van het tracébesluit blijkt dat er geen PR 10-6-contour wordt berekend langs de A6 (IV Infra, Ontwerp Tracé Besluit Schiphol - Amsterdam - Almere, Onderdeel Externe Veiligheid, kenmerk INPA 080670, d.d. 13 januari 2010). Zodoende wordt voldaan aan de grenswaarden en richtwaarden die gelden op basis van de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen.

Groepsrisico

Uit het onderzoek blijkt tevens dat autonome ontwikkelingen en het voorgenomen plan een verwaarloosbaar positieve invloed hebben op het groepsrisico voor het tracé binnen de gemeente. Het groepsrisico ligt in de huidige en de toekomstige situatie ruimschoots onder de oriëntatiewaarde (<0,01x OW). In dit deelgebied zijn dan ook geen extra maatregelen voorzien.

In het kader van het tracébesluit is een notitie voor de verantwoording van het groepsrisico opgesteld (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Verantwoording Groepsrisico, kenmerk 007A1/011, d.d. 2 december 2010). Voor het deeltraject Muiderberg - Almere Buiten Oost worden geen locatiespecifieke maatregelen noodzakelijk geacht. Gelet op het voorgaande acht de Minister het groepsrisico aanvaardbaar. De gemeente Almere onderschrijft deze conclusie.

Buisleidingen

In (delen van) het plangebied bevinden zich twee aardgastransportleidingen:

Leidingnummer   Diameter in mm (en inch)   Druk in bar  
N-533-19   457 mm (18 ”)   40 bar  
N-533-20   324 mm (12 ”)   40 bar  

Tabel 4.2 Aardgastransportleidingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BPalg03-vg01_0005.jpg"

Figuur 4.3 Provinciale risicokaart

Uit eerder uitgevoerde berekeningen met het rekenpakket CAROLA is gebleken, dat deze leidingen geen plaatsgebonden risicocontour (PR) van 10-6 per jaar hebben. Hiermee wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden van 10-6 per jaar voor kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten uit artikel 11 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (verder: Bevb).

Het invloedsgebied van de 18" leiding bedraagt circa 200 m en van de 12" leiding circa 140 m. In dit bestemmingsplan wordt binnen deze invloedsgebieden, gelet op daar toegestane bestemmingen, de bouw of vestiging van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten niet toegelaten. De verantwoording van het groepsrisico uit artikel 12 van het Bevb kan daarom achterwege blijven.

Artikel 14 van het Bevb, verplicht het vastleggen van de buisleidingen en de belemmeringenstrook in het bestemmingsplan, inclusief een (geclausuleerd) bouwverbod en vergunningenstelsel. Volgens artikel 5 van de Regeling externe veiligheid buisleidingen, bedraagt de belemmeringenstrook 4 m aan weerszijden van de buisleiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding.