Plan: | Regenboogbuurt en Eilandenbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP3JO01-vg01 |
Afval en afvalstoffen
In de wijken is ook een aantal Ondergrondse Inzamel Depots (OID) waar bewoners afval en glas kunnen brengen.
Geluid
Het akoestisch in beeld brengen van het plangebied geschiedt door het beschouwen van diverse lawaaisoorten. Deze worden hieronder weergegeven.
Verkeerslawaai wordt via de Wet geluidhinder gereguleerd. Langs elke weg met een vastgestelde maximumsnelheid van boven de 30 km/uur, bevindt zich van rechtswege een zone. Binnen deze zone zijn de normen van de Wet geluidhinder van toepassing.
Indien geluidsgevoelige objecten (zoals scholen, woningen en gebouwen voor gezondheidszorg – exclusief gezondheidscentra zonder verblijfruimtes waar patiënten kunnen overnachten) zich binnen een zone bevinden, dient getoetst te worden aan de normstelling in de wet en moet hiernaar worden gehandeld bij een ruimtelijke procedure. Het realiseren van de Regenboog- en Eilandenbuurt is met hogere waarden Wet geluidhinder mogelijk gemaakt. In Bijlage 3 zijn de hogere waarden, met de daaruit voortvloeiende bijbehorende maatregelen opgenomen (de waarden in de bijlage zijn nog in “dB(A)”omdat de Wet geluidhinder destijds nog deze grootheid hanteerde; sinds 2007 wordt de normstelling “Lden” gehanteerd). De geluidsgevoelige bestemmingen zijn getoetst aan de destijds geldende voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) (nu: 48 dB Lden).
In het gebied zijn diverse voorzieningen en bedrijven gerealiseerd. Deze zijn echter allemaal gesitueerd buiten de toen geldende 50 dB(A) contour (dat wil zeggen: toen de voormalige bestemmingsplannen van kracht werden). Inmiddels zijn de verkeersintensiteiten toegenomen en daarmee ook de geluidsbelasting op de woningen. Verplichte geluidssanering is op grond van de wet niet vereist. Nieuwe situaties dienen echter wel getoetst te worden aan de Wet geluidhinder (zie paragraaf 5.5). Geluidsschermen dienen gehandhaafd te blijven.
Langs een spoorweg bevindt zich een geluidszone waarvan de breedte, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf, is aangegeven op een bij het Besluit geluidhinder (Bgh) behorende kaart. Volgens deze kaart is voor het plangebied een traject met een geluidszone van 500 m. breed relevant (zie figuren 3.9 en 3.10).
figuur 3.9: 500 - meter geluidszone m.b.t . spoor (rail) |
figuur 3.10: 500- meter geluidszone m.b.t .spoor (rail) |
Op grond van de inventarisatie welke is uitgevoerd om na te gaan welke woningen als gevolg van weg- of railverkeerslawaai in het verleden zijn verleend, is gebleken dat voor spoorweglawaai voor woningen in dit gebied geen hogere waarden geluid zijn verleend. Dit betekent dus dat ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan, de voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai niet werd overschreden
Bedrijven die in het gebied zijn toegelaten, zijn kleinschalig of aan huisgebonden. Er zijn derhalve geen geluidszones industrielawaai in het gebied.
In het gebied is geen sprake van sportlawaai. Recreatielawaai in openbaar gebied valt onder de Algemene Plaatselijke Verordening. Hiermee kan de omgeving afdoende worden beschermd tegen geluidhinder als gevolg van sport- en/of recreatielawaai.
Lucht
Op 15 november 2007 zijn de Europese luchtkwaliteitseisen opgenomen in hoofdstuk 5 Wet milieubeheer (hierna: Wm). Dit aspect moet daarom verplicht in acht worden genomen bij het uitoefenen van een bestuurlijke bevoegdheid. Bij elk planologisch besluit moet daarom beoordeeld worden of het vanuit luchtkwaliteit aanvaardbaar is om het een project te realiseren.
Het doel van hoofdstuk 5 Wm is het beschermen van het milieu tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging. De parameters die van belang zijn in Almere zijn met name stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10):
Stof | Daggemiddelde (µg/m3) |
Jaargemiddelde (µg/m3) | Datum norm in werking | Achtergrond conc. 2009 Almere (µg/m3) |
NO2 | - | 40 | 1-1-2010 | 20-21 |
PM10 | 50 (mag 35 keer/jaar overschreden worden) |
40 | 1-1-2005 | 24-25 |
figuur 3:11 Almeerse waarden stokstofdioxide en fjinstof
Tevens is in de Wm geregeld dat in sommige gevallen de toetsing aan luchtkwaliteitseisen niet hoeft te gebeuren. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:
In het plangebied is de luchtkwaliteit dusdanig dat voldaan wordt aan de normstelling zoals eerder genoemd. Dit komt mede door de lage achtergrondconcentraties in Almere. Gezien de ruime opzet van de wijken (veel water) en het feit dat er geen wegen door het gebied lopen met een extreem hoge verkeersintensiteit, mag worden verondersteld dat het gevaar van directe emissie van schadelijke stoffen naar de leefomgeving beperkt zal blijven. Er zijn derhalve geen redenen om voor dit gebied maatregelen te treffen om de luchtkwaliteit te verbeteren.