Plan: | Meridiaanpark, Bosrandpark en Oostrandpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP3APQ01-vg02 |
Cultuurhistorische waarden is de verzamelnaam voor het geheel aan waarden die een historische, en menselijke oorsprong hebben. In het kader van dit bestemmingsplan kunnen historisch-geografische waarden, (steden)bouwkundige waarden en archeologische waarden worden onderscheiden.
Archeologische waarden
In het plangebied liggen (nog) geen wettelijk beschermde vindplaatsen. Delen van het plangebied van dit bestemmingsplan hebben een archeologische verwachtingsgraad en zijn op de Archeologische Beleidskaart van Almere aangeduid als selectiegebied. De selectiegebieden uit de Archeologische Beleidskaart Almere zijn in dit bestemmingsplan voorzien van de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 1” (zie 3.1 Bestemmingen en Artikel 15 Waarde - Archeologie 1 ), waardoor de bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden in het gebied gewaarborgd worden.
Verder geldt, conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988, een meldingsplicht in geval tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden archeologische sporen en of vondsten worden aangetroffen. Dit houdt in dat de aanwezigheid van bodemvondsten ouder dan 50 jaar bij bouwwerkzaamheden aan de stadsarcheoloog gemeld wordt zodat in gezamenlijk overleg met de uitvoerder maatregelen getroffen worden tot documentatie en berging van de vondsten.
Afbeedling: Uitsnede Archeologische Beleidskaart
In het plangebied zijn op de Archeologische Beleidskaart Almere (hierna: ABA) diverse grote en kleine Selectiegebieden aangegeven.
Er zijn geen scheepswrakken bekend, maar die kunnen er wel liggen.
In de Archeologieverordening worden regels gegeven die het bestuur hanteert in de omgang met bekende en verwachte archeologische waarden die zijn aangegeven op de ABA (zie paragraaf 4.3.6 Sociale structuur, onderwijs en cultuur).
Historische-geografische waarden
Historisch-geografische waarden zijn elementen in het landschap die door menselijk handelen zijn ontstaan. In het plangebied zijn geen historisch-geografische waarden bekend.
Aan het einde van het Paleolithicum (de Oude Steentijd), 11.500 jaar geleden, was Almere al bewoond. Het gebied van Almere bestond toen uit een glooiend zandlandschap waar doorheen de rivier de Eem stroomde. Door het alsmaar natter worden, gepaard gaand met het oprukkende veen en de oostwaartse verplaatsing van de kust, is het gebied van Almere rond circa 4000 voor Chr. veranderd in een uitgestrekt moerasgebied waar de zee twee keer per dag binnendringt: er zijn openingen in de kust ontstaan.
Wonen hier wordt steeds moeilijker en is uiteindelijk niet langer mogelijk. Maar voor die tijd is het goed toeven hier. Een landschap vol allerhande voedselbronnen, groot en klein wild, vis, planten en vruchten. Hiervan hebben de mensen destijds gebruik van gemaakt. Zij woonden overal in het landschap en leefden als jagers en verzamelaars. Tijdens het Mesolithicum en het vroege Neolithicum is men langzaam aan overgegaan op een combinatie van jacht en akkerbouw.
Rond het jaar nul is in het moeras een reeks meren gevormd. In de Romeinse tijd is door aaneensluiting van deze wateren één groot meer ontstaan, dat het Mare Flevum of Lacus Flevum genoemd werd. Hieruit ontstaat het Aelmere, dat rond 850 na Chr. een feit is en vanaf 1340 Zuiderzee genoemd wordt.
De Zuiderzee was lange tijd het economisch hart van Nederland. Op de Zuiderzee is zeker al in de Middeleeuwen gevaren, getuige de scheepswrakken die ook in Almere (maar niet in dit plangebied) zijn gevonden.
Het stroomgebied en de delta van de voormalige rivier de Eem vormen een belangrijke aardkundige waarde. Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen het stroomgebied van de Eem in de Steentijd.
Resten van de bewoning door de eeuwen heen,liggen overal in Almere in de ondergrond en kunnen ook in het onderhavige plangebied worden verwacht.
(Steden)bouwkundige waarden
Almere heeft (nog) geen bouwkundige monumenten.