Plan: | Meridiaanpark, Bosrandpark en Oostrandpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP3APQ01-vg02 |
Almere wil in 2030 de meest duurzame stad van Nederland zijn. In 2007 zijn op basis van de Cradle to cradle uitgangspunten zeven Almere Principles ontwikkeld. De principes dienen als leidraad bij de verdere ontwikkeling van de stad.
Almere kent een goede uitgangspositie om de schaalsprong vanuit duurzaamheids principes te benaderen. De keuze is ook niet los te zien van de historie van de stad. Almere is vanaf het begin bedacht en opgebouwd vanuit duurzaamheid. Dat bewijzen de blauwgroene structuur, het meerkernige stadsconcept, het gescheiden verkeerssysteem en de doordachte afvalstructuur. Omdat Almere daarnaast een jonge stad is, is de basiskwaliteit van gebouwen en omgeving hoog. Almere stelt duurzaamheideisen aan zowel de bestaande stad als aan de nieuw te bouwen stadsdelen. Het gaat niet alleen om de gebouwde omgeving, maar ook om de openbare ruimte, om beheer en om duurzame sociale en economische processen.
In bestemmingsplannen is duurzaamheid geen apart benoemd thema. Ruimtelijke oplossingen voor structurerende duurzaamheidsthema's zoals water, ecologie en verkeer worden in de betreffende delen uitgewerkt. Omdat een bestemmingsplan daartoe niet het meest geëigende middel is, worden thema's als energiebesparing, materiaalkeuze en gezondheidsaspecten hier niet in uitgewerkt.
Ecologisch Masterplan
In het ecologisch masterplan zijn uitgangspunten geformuleerd die aanleiding geven om ecologische initiatieven te starten of reeds gestarte alternatieven te ondersteunen. Bij de uitgangspunten gaat het om:
In dit bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan enkele uitgangspunten van het masterplan, zo word bijvoorbeeld de natuur in de stad kwalitatief versterkt en planologisch veilig gesteld.
Structuurplan Almere 2010 (vastgesteld door de raad op 25 september 2003)
Met dit structuurplan zijn de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Almere tot 2010 weergegeven. Tevens wordt een doorkijk geboden tot 2030.
Centraal staat de afronding van de oorspronkelijke opgave van Almere als een volwaardige en evenwichtige stad met 250.000 inwoners (met nieuwe stadsdelen zoals Almere Poort, Almere Hout en Almere Pampus (binnendijks, inclusief kustzone). De kwaliteitsimpuls voor de oorspronkelijke opgave leidt tot vier extra opgaven die betrekking hebben op de verbetering van het raamwerk van groen en water, en van infrastructuur. Dit zijn:
Verder zijn er de vijf extra opgaven die de verschillende stedelijke milieus betreffen:
Het structuurplan gaat uit van een westelijke oriëntatie voor Almere. Opgenomen is dat er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van Almere Poort en aan het planvormingsproces voor het binnendijkse deel van Almere Pampus (inclusief kustzone). Tevens wordt er gewerkt aan Overgooi. Voor Almere Hout is er in het structuurplan in de periode tot 2010 een rol weggelegd in het kader van de kwaliteitsverbetering van de stad als geheel. De ontwikkeling van het westelijke deel van Almere Hout wordt hierbij voor de periode tot 2010 opgevoerd in het kader van de extra opgaven om in Almere meer verscheidenheid in woon- en werkmilieus te bewerkstelligen. Hier komen, naast suburbane wijken, zogenaamde woon- werklandschappen.
Het bestemmingsplan is in lijn met het beleid zoals vervat in het structuurplan.
Concept structuurvisie Almere 2.0 (vastgesteld door de raad op 18 februari 2010)
De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is vastgesteld als richtinggevend integraal beleidskader (ecologie, sociaal, economie, ruimtelijk) voor de uitwerking van het Integraal Afspraken Kader (IAK), waarbij de belangrijkste richtinggevende inhoudelijke kaders betreffen:
De suburbane meerkernige opzet in een blauwgroene omgeving wordt verbreed en versterkt door het toevoegen van nieuwe milieus in Pampus, de Weerwaterzone en Oosterwold. Een klassieke grootschalige binnenstedelijke verdichting in kader van de schaalsprong past niet in de oorspronkelijk meerkernige suburbane opzet. De meerkernige opzet is tevens basis voor de diversiteit en leefbaarheid van de stad.
Verbondenheid van stad en natuur geeft Almere een onderscheidende kwaliteit ten opzichte van de metropoolregio. De waterlandschappen aan de westzijde en de groene landschappen aan de oostzijde en de ca. 40 km kustlengte vormen condities om de diversiteit te vergroten. De groenblauwe structuur blijft de drager van de nieuwe ontwikkelingen; zowel aan de westkant (ecologische impuls IJmeer en Markermeer) als aan de oostzijde (uitbreiding van het groenblauwe casco in het polderlandschap).
De bevolkingssamenstelling in Almere is nog weinig gedifferentieerd. De bestaande stad moet versterkt worden door kwaliteiten toe te voegen en de diversiteit te vergroten. Bij de verdere groei van Almere moeten nieuwe bevolkingsgroepen (studenten, 55- plussers, hoger opgeleiden en creatieve beroepen, bevolkingsgroepen die belangrijke dragers zijn van een stedelijke cultuur) worden aangetrokken. De ruimtelijke keuzes, het woningaanbod en het voorzieningenpakket worden hierop afgestemd.
Meer en diversere werkgelegenheid is van belang voor een duurzame ontwikkeling van de stad. De ambitie is het creëren van 100.000 arbeidsplaatsen tot 2030.
De groei met 60.000 woningen betekent per definitie een groei aan de oost- en westflank van de stad: versterkte oriëntatie op de metropoolregio Amsterdam en op de Utrechtse regio. Aan de westzijde van de stad komt het zwaartepunt te liggen van de nieuwe gebiedsontwikkelingen. De IJmeerlijn is de drager van de metropoolvorming en conditionerend voor de westelijke ontwikkeling van Almere.
De ontwikkeling van west - en oostzijde biedt mogelijkheden voor nieuwe en gedifferentieerde woon-, werk- en leefmilieus, van belang voor de metropoolregio en de diversiteit binnen Almere.
Almere Oosterwolde biedt veel ruimte voor ontwikkeling van individuele woon- en werkidealen en organische groei in een groene omgeving; een voortzetting van de woonmilieus in de Gooi- en Vechtstreek, als tegenhanger van de meer geplande stedelijke westelijke ontwikkeling.
De omvang van de schaalsprong biedt kansen om tot fundamentele systeemkeuzes bij de opzet van een stad te komen, namelijk systemen voor energie, mobiliteit, water en grondstoffen. Almere moet de (inter)nationale duurzame stad van de 21e eeuw worden.
De inhoud van dit bestemmingsplan is in lijn met de concept structuurvisie van Almere. Het plan zorgt voor een versterking van de groenblauwe structuur als drager van de stad en de toekomstige ontwikkelingen. Verder is het plangebied niet aangewezen voor verstedelijking.
Woonvisie Almere 2.0 op weg naar 2030 (vastgesteld door de raad op 5 november 2009)
Deze visie geeft het beleid van de gemeente ten aanzien van het wonen weer. De Woonvisie zet in op vijf ambities:
Op twee ontwikkel locaties wordt woningbouw mogelijk gemaakt. Het gaat hierbij om de centrumlocatie die voorheen bebouwd was met tijdelijke starterswoningen en om de havenkomlocatie. Deze locaties voorzien in een woningtype wat in Almere Buiten minder vertegenwoordigd is en dragen daardoor bij aan een gedifferentieerder aanbod.
Kaderplan Bestaande Stad (vastgesteld door de raad op 26 februari 2004)
De gemeente geeft met dit plan haar visie op de gewenste ontwikkeling van de bestaande stad. De eerste wijken zijn al weer 30 jaar oud en vragen om meer aandacht dan alleen het onderhoud. Woonwijken, groengebieden en werkgebieden vragen om aanpassing aan de eisen van de tijd maar ook neemt de bestaande stad nog steeds in omvang toe.
Dit kaderplan is een integraal plan en geeft de prioriteiten voor beheer en vernieuwing tot 2015 en beschrijft daarin de bijdrage van de gemeente in samenwerking met andere partijen. Het kaderplan is daarbij geen blauwdruk maar een leidraad. De doelstellingen uit het Structuurplan (sep. 2003) en de Sociale Structuurschets (jan. 2004) zijn hierin uitgewerkt.
Met het vaststellen van het kaderplan wordt aangegeven:
voor de differentiatie van woonmilieus;
voor de ruimtelijke doorontwikkeling;
voor de slag van ambities naar uitvoering:
De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen dragen bij aan de beoogde vernieuwing van de bestaande delen van de stad. Naast de nieuwbouwlocatie aan de oostrand van het centrumgebied, waar woningen boven centrumvoorzieningen mogelijk gemaakt worden, voorziet het plan door de verbinding met het stadsdeelcentrum in een verhoging van de kwaliteit en het gebruik van het Meridiaanpark, waarvan heel Almere Buiten profiteert.
Programmaplan Almere Buiten (vastgesteld door de raad op 29 maart 2007)
In 2004 heeft de raad het kaderplan Bestaande Stad en de stadsdeelvisies voor Almere Haven, Buiten en Almere-Stad vastgesteld. De gemeente Almere heeft deze stadsdeelvisies vertaald naar gebiedsgerichte programmaplannen. Met de externe partners en gemeentelijke diensten zijn hoofddoelen en opgaves voor de stadsdelen mede op basis van sociale- economische en ruimtelijke analyses geformuleerd en uitgewerkt in projecten en acties. Daarbij heeft een integratie plaatsgevonden van de werkplannen van de partners en gemeentelijke diensten.
De in dit bestemmingsplan beoogde ontwikkelingen dragen bij aan de geformuleerde hoofddoelen.
Welstandsnota Almere (vastgesteld door de raad op 28 juni 2007)
De Woningwet (art. 12A) bepaalt dat het gemeentelijk welstandsbeleid moet worden vastgelegd in een welstandsnota welke door de gemeenteraad moet worden vastgesteld. In de welstandsnota zijn criteria opgenomen waaraan bouwplannen worden getoetst. Deze bouwplannen dienen te voldoen aan de 'redelijke eisen van welstand'. De bij de welstandsnote behorende welstandsniveaukaart geeft aan voor welk gebied in Almere welk welstandsregime geldt en dus welke vorm van toetsing van toepassing is. In het onderhavige plangebied is de basistoets van toepassing. Hier worden plannen getoetst aan de voor Almere kenmerkende basiskwaliteit van bebouwing, openbare ruimte en buitengebieden.
Parkeernormen voor woningen (vastgesteld door het college van B&W op 13 februari 2001)
De geldende parkeernormen in Almere zijn in 2001 tegen het licht gehouden. De in het verleden vastgestelde parkeernorm van 1,25 parkeerplaats per woning leek niet meer te voldoen.
De parkeernormen geldend voor dit plangebied zijn opgenomen in bijlage 5 van de regels van dit bestemmingsplan
Fietsbeleidsplan 2000 "Pak de fiets" (vastgesteld door de raad op 13 april 2000)
Het fietsbeleidsplan Almere geeft aan welk (brom)fietsbeleid de gemeente Almere nastreeft. Naar aanleiding van een analyse van het fietsgebruik in Almere zijn de volgende doelstellingen voor het Almeerse fietsbeleid geformuleerd:
Doel van de gemeente is om het huidige gebruik van de fiets ten opzichte van andere middelen van vervoer, gelijk te houden. Dit bestemmingsplan voorziet in goede fietsvoorzieningen en speelt hierdoor in op de doelstellingen van het gemeentelijke fietsbeleid.
Detailhandelsvisie Almere 2012 (vastgesteld door de raad op 15 maart 2012)
De Detailhandelsvisie Almere 2012 geeft in hoofdlijnen antwoord op de vraag hoe Almere in de komende jaren met detailhandel in de stad wil omgaan.
De belangrijkste uitgangspunten voor de detailhandelsstructuur zijn de fijnmazigheid van winkelvoorzieningen en de positie van het centrum van Almere Stad als hét centrale (winkel)centrum van Almere. Dit vindt zijn uitwerking in:
De detailhandelsvisie bevat een aantal relevante begripsbepalingen, waaronder PDV en GDV. Het (toelatings)kader en de kaart bevatten een verdere vertaling van het beleid. Ze vervangen het desbetreffende deel van (tabel 3 van) de Gemeentelijke visie op het vestigingsbeleid.
Detailhandel is in dit bestemmingsplan toegestaan aan de oostrand van het stadsdeelcentrum van Almere Buiten. Door de nieuwe locatie langs de Buenos Airesstraat wordt het winkelcentrum versterkt en het winkelaanbod vergroot.
Horecanota Almere (vastgesteld door de raad op 09 maart 2000)
De horeca heeft als branche te maken met vele regelingen en beleidsmaatregelen die de gemeente Almere behartigt. Omwille van een eenduidig overzicht en toegankelijk beleid is een nota opgesteld die dit in een meer integraal kader plaatst.
De horecanota bevat in hoofdzaak een 'foto' van het bestaande gemeentelijke horecabeleid anno 2000. Deze 'foto' is in overleg met diverse in- en externe betrokkenen gemaakt.
Wat betreft ruimtelijk beleid is aangegeven dat ten behoeve van de bestemmingsplannen een uniforme omschrijving van drie gedefinieerde typen horeca (licht-, middel- en zware horeca) zal worden gehanteerd. Deze is opgesteld en wordt als Staat van Horeca-activiteiten opgenomen in de bestemmingsplannen.
Verder is er een indeling gemaakt van gebieden waar horeca kan worden toegevoegd of verminderd:
Deze indeling van gebieden is vertaald naar woongebieden, centra, Poort, Hout, bedrijventerreinen en kantoorgebieden en buitengebied, stadscorridors en parken.
Woongebieden
Centra
Poort
Hout
Bedrijventerreinen en kantoorlocaties
Buitengebied, stadscorridors en parken
De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte horeca is conform het geldende horecabeleid uitsluitend in de categorie lichte-horeca te vinden.
Werken in de wijk (vastgesteld door het college van B&W op 8 februari 2005)
Het gemeentelijke beleid leidt primair tot meer flexibiliteit ten aanzien van het hebben van een bedrijf aan huis. Hierdoor worden gewenste en inpasbare initiatieven met betrekking tot de uitoefening van een bedrijf aan huis zo goed mogelijk geaccommodeerd.
Het uitgangspunt is dat het percentage bedrijfsruimte van aan huis gebonden beroepen voor heel Almere verhoogd is tot 50% van het oppervlak van een woning ('toegelaten bebouwing') onder meer onder de voorwaarde dat de woning bewoond wordt door diegene die er werkt.
Bij de planontwikkeling voor nieuwe uitleggebieden (bouwfronten) dient te worden uitgegaan van een indicatieve norm van 1 kleinschalige zelfstandige bedrijfsruimte op 50 woningen. In de uitleggebieden kunnen bepaalde straten die zich daarvoor lenen (stedenbouwkundig, functioneel en verkeerskundig), de plinten voor 100% omgezet worden van een woon- in een werkfunctie en vice versa. Daarnaast kan in de uitleggebieden, door bijvoorbeeld reserveruimten (maximaal 1 ha groot) op te nemen en/of bestemmingsplannen flexibeler te maken, bij een aantrekkende vraag adequaat ingesprongen worden met aanbod van extra bedrijfsruimte.
Bij herontwikkelingsgebieden kunnen 'kansenzones' worden aangewezen. In de zgn. 'kansenzones' kunnen in voorkomende gevallen woningen volledig omgezet worden tot bedrijfsruimten.
Dit inhoud van dit bestemmingsplan is in overeenstemming met het hiervoor beschreven beleid.
Waterplan Almere (vastgesteld door de raad op 15 september 2005)
Het Waterplan geeft aan welke rol het binnendijks water binnen de stad speelt en wat er nodig is om die rol te vervullen. Bij herstructurering van de bestaande stad of nieuwbouw, geeft de watervisie richting aan de omgang met water. Een belangrijk onderdeel van de watervisie is de waterfunctiekaart waarop drie functies zijn weergegeven: een natuurlijke, recreatieve of stedelijke functie. De functie bepaalt hoe het water moet worden ingericht, beheerd en onderhouden.
Gemeente en Waterschap dragen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het water in de stad. Het waterplan biedt een kader voor deze samenwerking. Het waterplan is opgesteld om zowel de huidige knelpunten in het watersysteem op te lossen als te anticiperen op toekomstige veranderingen en kansen.
In het kader van dit bestemmingsplan is het wateraspect in overleg met het Waterschap behandeld in de waterparagraaf in hoofdstuk 5.
Toetsingskader Bouwen in het Groen (vastgesteld door de raad op 19 maart 2009)
Voor toekomstige initiatieven in het groen heeft de gemeenteraad besloten deze te beoordelen aan de hand van de volgende leidraad:
Een meer gevarieerde inrichting van het openbaar groen draagt bij aan de beoogde kwaliteitsverbetering van het groen in het noordelijke deel van het plangebied.
Almere Parkstad (vastgesteld in mei 2003)
Het doel van deze nota is de beantwording van een aantal beleidsvragen met betrekking tot parken en de ontwikkeling en positie van parken in Almere. Naast ontwikkelingsrichtingen worden ook de onderwerpen beheer en onderhoud en het wel of niet toevoegen van gebouwde voorzieningen. Aandachtspunt hierbij is ook burgerparticipatie. De nota is geen ontwerp voor parken maar een biedt een kader op basis waarvan met bewoners wordt gesproken, waarnaar beleid zal worden ontwikkeld, middelen worden aangewend en uitvoerings- en beheersplannen worden gerealiseerd.
Belangrijkste conclusies zijn:
In de Nota worden het Meridiaanpark en het Bosrandpark genoemd als wijk- en buurtpark, waar naast de groene functies ook locaties zijn aangewezen voor andere (aanvullende) functies. In de opvolgende nota 'Almere Levend in Groen' is de aanzet gegeven tot uitwerking van dit deel van het park. De nadere invulling van de parken wordt in ontwikkelingsplannen uitgewerkt. Dit bestemmingsplan is de vertaling van het door de gemeenteraad vastgestelde ontwikkelingsplan 'De Meridiaan'. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe nota voor groenbeleid. Hierin wordt uitgegaan van de in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt ontwikkelingen.
Sociale Structuurschets, 'Almere mensenwerk' (2004) (vastgesteld door de raad op 29 januari 2004)
De kern van de sociale structuurschets vormen de begrippen sociale dynamiek, sociale diversiteit en sociale samenhang. Centraal staat in de ambitie de ontwikkeling naar meer stedelijkheid en het bieden van ruimte aan sociale diversiteit en sociale dynamiek. Dat betekent een trendbreuk met de eenzijdige suburbane ontwikkeling, die tot op heden plaatsvond. Almere wil ruimte bieden aan en aantrekkelijk zijn voor mensen met verschillende leefstijlen en leeftijden, inkomens van hoog tot laag en voor mensen vanuit verschillende herkomstlanden. Sociale binding van de huidige en inwoners aan de stad is cruciaal voor een duurzame, evenwichtige ontwikkeling van de toekomstige stad. Op basis van de sociale analyse van Almere zijn de volgende zes sociale ambities geformuleerd:
De ontwikkelingen in het Meridiaanpark dragen bij aan een versterking van de sociale structuur in Almere Buiten. Door de ontwikkeling van sociale voorzieningen en het verhogen van de gebruikswaarde van het parkgebied door het toevoegen van bijvoorbeeld een warmoezerij worden sociale contacten gestimuleerd en de sociale functie van het gebied verhoogd.
Samenhangend jeugdbeleid "Jonge stad, stad voor jongeren en jeugd" (vastgesteld door de raad op 19 mei 2005)
De notitie “Jonge stad, stad voor jeugd en jongeren” geeft in de vorm van twee programma's, “jeugdvoorzieningen” en “zorg voor jeugd”, aan wat de doelstellingen zijn voor het samenhangend jeugdbeleid op het gebied van de maatschappelijke voorzieningen in de periode 2005-2009.
Een van de ruimtelijk relevante doelstellingen is het voldoende en tijdig opleveren van onderwijshuisvesting in multifunctionele accommodaties. Kern van de gedachte is dat een samenhangend voorzieningenniveau op buurtniveau rond de school moet worden georganiseerd. Sociaal cultureel werk, peuteropvang, buitenschoolse opvang kunnen in een gebouw of samengestelde complexen verzorgd worden.
Verder moet in de ruimtelijke planontwikkeling rekening gehouden worden met voldoende ruimte voor kinderopvang.
De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte voorzieningen in de vorm van de warmoezerij, welke bestaat uit onder andere kinderdagopvang en educatie speelt in op de behoefte aan dergelijke voorzieningen.
Toekomstvisie vrije tijd “De (vrije) tijd van je leven!" (vastgesteld door de raad op 7 april 2008)
De Toekomstvisie Vrije tijd Almere geeft richting aan de ontwikkeling van een integraal vrijetijdsbeleid tot 2020, met doorkijkjes naar 2030. De twee elkaar versterkende hoofddoelen van de voorliggende visie zijn:
De gekozen koers laat zich vertalen in drie speerpunten:
Om een hechte samenleving te bereiken, dient zonder aarzelen te worden gekozen voor het niveau van de wijk en woonomgeving. Het bevorderen van contact en ontmoeting zal in Almere de belangrijkste opgave zijn. Het verfraaien, verbeteren en verlevendigen van die omgeving is daarvoor een middel. Als het gaat om de identiteit van de stad zijn de sleutelwoorden 'versterken' en 'verbinden'. Dit houdt in het aantrekkelijker maken van bestaande voorzieningen, stadsparken en natuurgebieden en het realiseren van een netwerk voor wandelen, fietsen, skeeleren en varen. Daarnaast is op enkele punten een versterking van de stedelijke infrastructuur gewenst. Daarbij kunnen de kwaliteiten die de stad heeft verder worden uitgebouwd en benut. Vanuit een aantal thema's wordt een bovenregionale profilering voorgesteld die Almere op de kaart kan zetten.
De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan geven invulling aan de in de visie beschreven doelen.
Sportnota 2009-2012 (vastgesteld door het college van B&W op 25 november 2008)
Het sportbeleid vloeit voort uit een integrale toekomstvisie op vrije tijd. De Visie Vrije Tijd (2008) geeft richting aan de ontwikkelingen in vrijetijdsbeleid tot 2020 en biedt een breder kader voor de langere termijn.
De sportnota gaat uit van het versterken van sport in de stad op drie niveau's:
De eigen woonomgeving: Het is wenselijk dat elke Almeerder dichtbij huis kan sporten. Dit houdt in dat er op wijkniveau - waar mogelijk gekoppeld aan (brede) scholen - laagdrempelige voorzieningen voor meervoudig gebruik aanwezig moeten zijn. Denk aan gymzalen, sportief ingerichte schoolpleinen, sportzalen en multifunctionele playgrounds. In de uitvoering moet worden gekeken hoe activiteiten kunnen worden gebundeld en versterkt. Afhankelijk van de locatie, bebouwing en bevolkingssamenstelling kan het voorzieningenpakket per wijk variëren. Combinatie met onderwijshuisvesting biedt interessante mogelijkheden.
Naast het laagdrempelige aanbod op wijkniveau kan en moet het stedelijke sportvoorzieningenniveau worden versterkt. Een bundeling van voorzieningen en partijen middels de realisering van sportclusters, verdeeld over de stad, heeft daarbij voorkeur. Deze sportclusters bestaan uit combinaties van bijvoorbeeld sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, zorginstellingen, wellness, kantoren van sportbonden, kinderopvang en sport- en beweegopleidingen. Dergelijke sportclusters sluiten aan op trends als commercialisering en individualisering.
(Boven)regionale profilering: Een grote publiekstrekker op het gebied van cultuur, sport of recreatie staat de komende jaren hoog op de agenda. De precieze invulling is nog niet duidelijk, maar is in ieder geval op het gebied van vrije tijd. Almere heeft als nieuwe stad de kans anders en innovatief te zijn. Dit betekent dat het vrijetijdsaanbod voor iedereen duidelijk maakt: dáárvoor moet je in Almere zijn.
Bij deze identiteit past een thema als Sportstad: watersport, sport in de openbare ruimte, commerciële sport en enkele goed gekozen takken van topsport met daarbij behorende topsportaccommodaties.
Sport past bij de identiteit van een jonge en dynamische stad. Bovendien zijn in Almere de voorwaarden waaronder sport goed gedijd aanwezig: goede positionering, ruimte, water en groen. Almere wil haar profiel van sportstad derhalve verder versterken, zowel voor de eigen bewoners als voor de regio. De mogelijkheid voor de realisering van een of enkele topsportaccommodaties wordt onderzocht. Ook valt te denken aan de uitbreiding van recreatieve sportvoorzieningen zoals golf. Deze voorzieningen zijn ook beschikbaar voor sportopleidingen en het aantrekken van aansprekende evenementen.
In het verlengde van bovenstaande visie luidt de hoofddoelstelling van het Almeerse sportbeleid 2009-2012 als volgt:
Het plangebied biedt met zijn fiets- en wandelroutes, speel- en sportvoorzieningen meer diverse mogelijkheden om de sport- en bewegingsactivieiten van de bewoners van Almere te stimuleren en speelt daarom in op de hoofddoelstelling van de sportnota.
Archeologienota 2009 (vastgesteld door de raad op 18 juni 2009)
Almere voert een actief Archeologisch Monumentenzorg (AMZ) beleid, gericht op
De hoofdlijnen van het beleid inzake de archeologische monumentenzorg in Almere staan beschreven in de Archeologienota 2009. Op 18 juni 2009 heeft de raad de uitgangspunten van dit beleid vastgesteld, evenals de Archeologieverordening en de toelichting daarop. Dit beleid, de Archeologieverordening en toelichting zijn op 12 juli 2009 in werking getreden. De Archeologische Beleidskaart Almere (ABA) is als onderdeel van de door de raad vastgestelde beleidsuitgangspunten gelijktijdig in werking getreden.
Het beleid is een uitwerking van de Monumentenwet 1988.
De Archeologienota 2009 gaat in op het gemeentelijke selectiebeleid voor archeologie. Dit selectiebeleid richt zich in de eerste plaats op de zogenaamde selectiegebieden: gebieden die verwachtingsvol c.q. behoudenswaardig zijn. In de tweede plaats richt het beleid zich op het behoud van een representatief deel van behoudenswaardige vindplaatsen (scheepsresten en steentijdvindplaatsen). In de derde en laatste plaats richt het selectiebeleid zich op zorgvuldige omgang met toevalsvondsten. De selectiegebieden, behoudenswaardige vindplaatsen en gebieden die zijn vrijgesteld van archeologische verplichtingen zijn op de Archeologische Beleidskaart Almere aangegeven.
Voor selectiegebieden geldt een onderzoeksverplichting voorafgaand aan bodemverstorende werkzaamheden om zo eventuele behoudenswaardige vindplaatsen in kaart te brengen en deze vervolgens beleidsconform in te passen.
Om te zorgen dat het noodzakelijke onderzoek daadwerkelijk plaatsvindt worden selectiegebieden beschermd via het bestemmingsplan (zie paragraaf en hoofdstuk 6).
In de Archeologieverordening is gesteld dat de onderzoeksplicht in selectiegebieden alleen geldt indien een plangebied voldoet aan de volgende twee condities:
Voor gebieden die voldoen aan deze condities is een archeologievergunning vereist. Deze vergunning kan al dan niet tijdelijk en/of onder voorwaarden worden verleend. De vergunning moet geweigerd worden als de werkzaamheden de archeologische waarden aantasten of risico´s daarop kunnen opleveren.
Indien in een selectiegebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen worden vastgesteld, geldt het volgende.
De omgang met behoudenswaardige archeologische vindplaatsen is geregeld in de Archeologieverordening en behelst behoud in situ, door middel van inpassing, inrichting, monitoring en beheer.
Voor de inpassing geldt dat op het terrein waarbinnen zich de kern van de vindplaats bevindt geen andere inrichting is toegestaan dan die het behoud, beheer, onderzoek en beleefbaarheid ten dienste staat. Om de kern van de vindplaats ligt een zogenaamde bufferzone. Deze bufferzone is onderdeel van de behoudenswaardige vindplaats. Voor de bufferzone geldt dat er, in bepaalde gevallen, wel kleinschalige ingrepen kunnen worden toegestaan, zolang deze ingrepen recht doen aan de archeologische betekenis van het terrein.
Voor behoudenswaardige archeologische vindplaatsen die wettelijk zijn beschermd geldt dat, bij ingrepen die de site kunnen verstoren of wijzigen, een monumentenvergunning van de minister is vereist op grond van artikel 11 van de Monumentenwet 1988.
Het is altijd mogelijk dat in de bodem niet ontdekte archeologische waarden bij toeval te voorschijn komen (de zogenaamde toevalsvondsten). In Almere zal het dan waarschijnlijk meestal gaan om scheepsresten of vliegtuigwrakken. Indien dergelijke resten buiten het kader van een officieel archeologisch (voor)onderzoek worden aangetroffen, geldt een meldingsplicht op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988. De meldingsplicht geldt voor heel Almere, dus ook voor gebieden buiten de selectiegebieden en buiten de behoudenswaardige vindplaatsen, evenals in gebieden waar het archeologische vooronderzoek is afgerond.
Gemeentelijke archeologieverordening (vastgesteld door de raad op 18 juni 2009)
In de Archeologieverordening is vastgelegd hoe Almere omgaat met behoudenswaardige archeologisch vindplaatsen en voor welke terreinen een onderzoeksverplichting (selectiegebieden) dan wel een vrijstelling hiervan geldt.
De selectiegebieden en vindplaatsen worden beschermd door een aanlegvergunningstelsel.
De vergunning kan (al dan niet tijdelijk en/of onder voorwaarden) worden verleend. De vergunning moet geweigerd worden indien het project/ de werkzaamheden de archeologische waarden aantast of risico's daarop kan opleveren. Het beleid heeft tot doel aangetroffen vindplaatsen en scheepswrakken van voldoende kwaliteit in situ te behouden.
In de Archeologieverordening is dwingend opgenomen dat de waardevolle terreinen en selectiegebieden (als vermeld op de ABA) integraal in alle toekomstige ruimtelijke plannen en juridisch-planologische kaders moeten worden overgenomen, met een met de verordening overeenkomende bescherming. In dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de archeologische waarden van het gebied. Voor de bescherming van deze waarden in in de regels een dubbelbestemming opgenomen.