4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
Ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken) geldt dat:
-
a. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer en railverkeer van gebouwen met bijbehorende aan- en/of uitbouwen met geluidgevoelige functies niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de verleende hogere (grens)waarde;
-
b. woningen en andere geluidsgevoelige functies moeten worden voorzien van één of meer dove gevels indien de geluidsbelasting de maximaal toegestane hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder overschrijdt.
Ten aanzien van hoofdgebouwen geldt dat:
-
c. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
-
e. het oppervlak van de begane grond van het gebouw maximaal 8.000 m² mag bedragen.
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:
-
f. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
-
g. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen aan bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen die verband houden met de geluidbelasting. Burgemeester en wethouders stellen, indien akoestisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, nadere eisen ann bouwplannen die voorzien in de realisering van woningen en geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen, met dien verstaande dat betreffende gebouwen worden voorzien van één of meer dove gevels of vliesgevels indien geen of niet toereikende hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders tevens van een initiatiefnemer verlangen dat voor zijn bouwplan akoestisch onderzoek wordt overlegd.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Verboden gebruik
Voor de in 4.1 genoemde gronden geldt dat het herverpakken, opslaan en verkopen van vuurwerk niet is toegestaan.
4.4.2 Wonen
Voor de in 4.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
-
a. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
-
b. het maximum aantal woningen is 80;
-
c. op gronden die liggen binnen de veiligheidszone van het spoor en ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mogen geen woningen gerealiseerd worden.
4.4.3 Aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijfsmatige activiteiten
Voor de in 4.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:
-
a. tot 50% van een woning mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
-
b. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
-
c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
-
d. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
e. voor gastouderschap geldt een maximum van 5 kinderen;
-
f. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
-
g. er wordt geen detailhandel uitgeoefend met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
-
h. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend;
-
i. er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
-
j. een kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.
4.4.4 Niet-woonfuncties
Voor de in 4.1 onder a tot en met d genoemde gronden gelden de volgende regels:
-
a. situering: uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
-
b. maximum bruto vloeroppervlak: 5.500 m²;
Voor parkeergarages geldt:
-
a. situering: ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' en in maximaal 4 bouwlagen.