Plan: | Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01 |
Groen
In de omgeving van het plangebied zijn verschillende vormen van groen te vinden. Het Hannie Schaftpark / Bos der Onverzettelijken sluit aan de noordzijde aan op het plangebied. Binnen het gebied zelf ligt aan de westzijde het Lumièrepark en centraal in het gebied het Ebenezer Howardpark en het Laterna Magikapark die de Veluwedreef flankeren. In het Structuurplan Almere 2010 is het Lumièrepark onder de stadsparken geschaard en het Ebenezer Howardpark en het Laterna Magikapark bij de wijk- en buurtparken. Het overige groen binnen het plan wordt gevormd door buurtplantsoenen, tuinen en laanbeplantingen.
Boswet
Het gehele gebied ligt buiten de bebouwde komgrens van de Boswet. Dit betekent dat de Boswet op het hele gebied van toepassing is. De Boswet heeft tot doel het areaal aan bos in Nederland in stand te houden. In de Boswet (juli 1961) zijn het begrip 'bos' en de verplichtingen ten aanzien van velling en herplant omschreven. Voor het vellen van bepaalde bomen geldt op basis van de Boswet een plicht tot kennisgeving. In Almere betreft dit al het bos gesitueerd buiten de bebouwde kom welke op basis van de Boswet is vastgesteld. Voor Almere is in 1987 de bebouwde komgrens inzake Boswet vastgesteld. Voor bospercelen die buiten de bebouwde komgrens Boswet vallen vormt herplant binnen drie jaar na kap het uitgangspunt. Als herplant niet ter plaatse kan plaatsvinden, maar elders zal gebeuren op gronden waar voorheen geen houtopstanden stonden, is sprake van compensatie.
Ecologische structuur
Op navolgend kaartje is de bestaande situatie weergegeven van de ecologische structuur van Almere.
In het plangebied liggen geen structuren die onderdeel uitmaken van de (provinciale) ecologische hoofdstructuur. Op lokaal niveau is de groenblauwe invulling vastgelegd in het Ecologisch Masterplan Almere (2006). In het plangebied zijn het Lumièrepark en de parken langs de Veluwedreef (het Ebenezer Howardpark en het Magika Laternapark) onderdeel van deze structuur. Ook zijn (de oevers van) het Weerwater en de Hoge Vaart belangrijk om de kwaliteit van het bestaande groen en blauw af te stemmen op de ontwikkelingen van de stad. Verder hebben de oevers van de wateren in het Lumièrepark en een aantal plassen in het Laterna Magikapark een natuurvriendelijke inrichting.
Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid van een natuurgebied dat op basis van de Natuurbeschermingswet wettelijke bescherming geniet.
Soortbescherming
Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. De Flora- en faunawet (een kaderwet) vervangt een aantal bestaande wetten op het gebied van in het wild levende flora en fauna. De wet heeft tot doel de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling te waarborgen van een zo groot mogelijke verscheidenheid aan in het wild levende plant- en diersoorten als functionele elementen van het ecosysteem waarvan zij deel uitmaken. De bescherming bestaat met name uit de volgende verboden:
Er kan voor de verbodsregels een ontheffing worden aangevraagd voor de in het gebied voorkomende beschermde soorten.
Bepaalde algemeen voorkomende soorten vallen onder de vrijstellingsregeling die geformuleerd is in een AMvB, van kracht sinds februari 2005. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd.
Om te kunnen bepalen of er in het plangebied beschermde soorten aanwezig zijn, is veldonderzoek nodig. Het onderzoek moet plaatsvinden in de periode van april tot en met september. De inventarisatie mag niet ouder zijn dan drie tot vijf jaar.
In 2005 is een deel van de stad, waaronder het gehele plangebied, geïnventariseerd op beschermde planten en dieren. Hierbij zijn beschermde planten (Gewone dotterbloem, Wilde marjolein, Lange ereprijs, Grote kaardenbol, Grasklokje, Akkerklokje, Prachtklokje, Ruig klokje, Zwanenbloem, Brede wespenorchis, Rietorchis), amfibieën (Bruine kikker, Meerkikker, Bastaardkikker, groene kikkercomplex) en zoogdieren (Egel, Mol, Konijn) aangetroffen. Bij een vleermuizeninventarisatie in de provincie Flevoland (van 2005-2007) zijn er in het plangebied geen verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen, maar enkele foeragerende exemplaren van de Gewone dwergvleermuis en net buiten het plangebied de Laatvlieger. Verder komen er in het gebied broedvogels voor.
Een deel van de aangetroffen beschermde planten, vogels en vleermuizen vallen niet onder de vrijstellingsregeling uit de AMvB. Op twee na groeien waarschijnlijk alle aangetroffen beschermde planten in meer of mindere mate als gevolg van menselijk ingrijpen in Almere. Alleen het voorkomen van de orchideeën is spontaan te noemen. Voor vogels geldt dat ze niet mogen worden verstoord tijdens het broedseizoen. Daarnaast mogen de nesten van vogels met een vaste rust- en verblijfplaats (vnl. Ekster en Grote bonte specht) niet worden verwijderd.