Plan: | Bestemmingsplan Middelstum, partiële herziening Kavels 24-27 Zuidrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0024.02BP0002-VG01 |
Middelstum heeft aan de zuidkant van het dorp een ontwikkellocatie - Zuidrand - waar nog een aantal woningen kunnen worden gebouwd.
De gemeente heeft geconstateerd dat er, onder andere vanwege de aardbevingsproblematiek, vraag is naar andere, minder traditionele bouwvormen die nu niet mogelijk zijn op deze nieuwbouwlocatie en ook niet op grond van de Welstandsnota. Om toch te kunnen inspelen op de bestaande behoefte, heeft de gemeente in Zuidrand vier kavels aangewezen met de bedoeling voor deze kavels een soepeler regime aan bouw- en welstandsregels te laten gelden.
Deze aanpassingen worden vastgelegd in een partiële herziening van het bestemmingsplan Middelstum.
Onderstaand is het plangebied aangegeven, zoals dat nu in het bestemmingsplan Middelstum is opgenomen.
Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 19 december 2016. Het gedeelte waar het in deze partiële herziening over gaat is bestemd als 'Woongebied' met op het bouwvlak de aanduiding 'vrijstaand'. Over de bestemming liggen de dubbelbestemmingen 'Waarde - Invloedsgebied wierden' en 'Waarde - Archeologie 4'. Tevens maakt het plangebied deel uit van een gebiedsaanduiding 'overige zone - aantal woningen'. Binnen deze aanduidingsgrens mogen in totaal 35 woningen worden gebouwd.
Hoofdstuk 2 betreft de planbeschrijving. Hierin wordt ingegaan op de grotere flexibiliteit die dit plan biedt voor het bouwen en er wordt aandacht besteed aan de welstandsregels.
Voor wat betreft het beleid wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Middelstum waarin uitgebreid is ingegaan op het rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid.
In de hoofdstukken 3, 4 en 5 wordt kort ingegaan op respectievelijk de milieuaspecten, de juridische vormgeving en de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 5 bevat de resultaten van het overleg en de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven, is er in Middelstum behoefte aan de bouw van nieuwe woningen die niet helemaal passen binnen het geldende bestemmingsplan, zo is er vraag naar:
De bouwregels in het nu geldende bestemmingsplan, alsmede de welstandseisen van de gemeente zijn gebaseerd op de standaarden voor traditionele woningen. Op dit moment is er interesse voor woningen, zoals hierboven genoemd, en die leveren strijdigheid op met het bestemmingsplan en de welstandseisen. Dit heeft als gevolg dat geïnteresseerden mogelijk afhaken.
De gemeente Loppersum wil een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden en inspelen op de behoefte die er is. Door in de bouwregels meer vrijheid te bieden en de welstandscriteria te verruimen kan de gemeente zich op dit terrein profileren.
Er is niet gekozen voor volledig regelvrij: het uitgangspunt is een gevarieerd straatbeeld en architectonische kwaliteit en dit betekent dat er wel (beperkt) gestuurd moet worden op kwaliteit. Ook moet er rechtszekerheid worden geboden aan omwonenden.
Onderstaand is een uitsnede van het matenplan van de kavels opgenomen.
De regels zijn versoepeld voor wat betreft:
Inleiding
In de welstandsnota van de gemeente Loppersum, vastgesteld op 17 februari 2014 zijn de bouwkavels waar deze partiële herziening betrekking op heeft gesitueerd in het welstandsgebied 3.9 Ontwikkellocaties. De bijbehorende welstandscriteria blijken te beperkend te zijn voor de veranderde vraag, zoals uiteengezet in paragraaf 2.1. Er is daarom behoefte aan ruimere welstandscriteria. Deze welstandsparagraaf voorziet in die behoefte.
Voorbeelden van woningen die niet voldoen aan de bestaande welstandscriteria
Deze welstandsparagraaf wordt voor de kavels gelegen binnen de plangrens van deze partiële herziening het nieuwe toetsingskader voor welstand. De raad zal hiertoe een vaststellingsbesluit nemen zodat deze welstandsparagraaf een onderdeel wordt van de Welstandsnota Loppersum 2014.
Bestaande welstandscriteria
De bestaande welstandscriteria zijn, naast de algemene criteria:
Deze welstandscriteria over kleur- en materiaalgebruik komen te vervallen.
Uitgangspunten voor nieuwe welstandscriteria
Het afschaffen van bovenstaande en enige welstandscriteria voor de betreffende kavels op de ontwikkellocatie betekent een grotere keuze vrijheid voor de toekomstige eigenaar-bewoners. Dit wordt als positief ervaren en is gezien de veranderde vraag ook noodzakelijk. Anderzijds is het zo dat men beducht is voor extreme bouwsels en andere uitwassen, die een grote afbreuk kunnen zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van de gehele woonomgeving.
Voorbeelden van woningen die door veel mensen als te extreem of als exces worden gezien
In de welstandsnota is een excessenregeling opgenomen. Op grond van artikel 12, lid 1 en artikel 13a van de Woningwet, kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat 'in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand' aanschrijven, om de strijdige situatie ongedaan te maken.
Aangezien de betreffende kavels niet welstandsvrij worden, de welstandsnota blijft van toepassing, blijft de excessenregeling ook van toepassing. Om te voorkomen dat men achteraf wordt geconfronteerd met de excessenregeling kan een bouwwerk op de betreffende kavels vooraf door de Welstandscommissie worden getoetst aan de criteria van de excessenregeling.
De kavels grenzen in Loppersum allemaal en in Middelstum deels aan het buitengebied. Het is daarom wenselijk dat voor deze dorpsranden een nieuw welstandscriterium komt die kleuren of materialen die je juist op een grote afstand ziet, uitsluit.
De welstandscriteria van de excessenregeling worden derhalve als volgt aangepast:
Welstandscriteria
De criteria van de excessenregeling worden door de Welstandscommissie vooraf toegepast om te voorkomen dat er een exces gaat ontstaan. Dit houdt in dat er in het ontwerp reeds sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen evident is en er met de realisatie van een bouwwerk grote afbreuk zal worden gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Hiervan is sprake bij:
De vorenstaande criteria van de excessenregeling worden aangevuld met een criterium over de dorpsranden.
Voor gevels die zichtbaar blijven vanuit het openbaar gebied is een helder witte kleur, een felle contrasterende kleur of een glimmende reflecterende gevel niet toegestaan.
In een bestemmingsplan dient te worden aangetoond dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het vastgestelde bestemmingsplan 'Middelstum'. De aanpassingen die plaatsvinden hebben betrekking op het aanpassen (flexibiliseren) van de bouwregels. Ze maken geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk op grond waarvan toetsing aan de milieuaspecten noodzakelijk is.
Deze toetsing is daarom achterwege gelaten.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een bestemmingsplan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt.
Het bestemmingsplan bestaat uit:
Ook zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.
Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld
Het betreft hier een partiële herziening van het bestemmingsplan Middelstum. Daarom zijn alleen die regels in het bestemmingsplan opgenomen die gelden voor het plangebied, alsmede de bepalingen die altijd in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen, te weten de inleidende regels, de anti-dubbeltelregel en de overgangs- en slotregels.
Voor het overige blijven de regels van het moederplan van kracht. Dit is geborgd in het artikel 'Relatie met het geldende bestemmingsplan'.
De regels zijn opgebouwd uit een aantal hoofdstukken:
Voor het plangebied gelden de volgende bestemmingen en dubbelbestemmingen:
Woongebied
In het plangebied mogen vier vrijstaande woningen worden gebouwd.
Binnen de woonfunctie zijn bij recht aan huis verbonden beroepen toegestaan. Hieronder worden dienstverlenende beroepen begrepen die door de bewoner van de woning op kleine schaal in een woning worden uitgeoefend. De woning behoudt hierbij in overwegende mate haar woonfunctie. In de bijlagen bij de regels is een lijst opgenomen die als referentiekader dient bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van een beroep aan huis. Via een afwijkingsbevoegdheid kunnen bedrijven aan huis worden toegestaan.
In de planbeschrijving is al een toelichting gegeven op de verruimde bouwregels.
Leiding - Riool
In het plangebied een transportleiding voor afvalwater naar de RWZI. De leiding met de bijbehorende belemmeringenstrook heeft een dubbelbestemming gekregen. Het bouwen van gebouwen is hier niet toegestaan. Ook is er een omgevingsvergunningplicht opgenomen voor werken en werkzaamheden die de leiding zouden kunnen schaden.
Waarde - Archeologie 4
Binnen de archeologiebestemming is - aansluitend op wat in de basisbestemming is geregeld - rekening gehouden met de cultuurhistorische en archeologische waarden. De bescherming van deze waarde is geregeld door middel van de bouwregels en een omgevingsvergunningstelsel.
Waarde - Invloedsgebied wierden
Ter bescherming van de openheid van, het zicht op en de herkenbaarheid van de wierde is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor onder andere opgaande beplanting en het afgraven, ophogen, egaliseren, diepploegen en mengwoelen van gronden. Voor houtteelt en de aanleg van bossen en boomgaarden geldt een verbod.
De aanpassingen die in dit bestemmingsplan worden gedaan, hebben betrekking op ontwikkelingsmogelijkheden die al in het bestemmingsplan 'Middelstum' waren vastgelegd.
De (bestaande) ontwikkelingsmogelijkheden zijn bovendien van dusdanige aard dat hiervoor geen gemeenschapsgelden moeten worden aangesproken. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is mede daarom ook niet aan de orde.
In verband met de geringe aanpassingen is ervoor gekozen om het bestemmingsplan niet als voorontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen.
Het plan is wel voor vooroverleg naar de overlegpartners gestuurd. Er zijn reacties ontvangen van:
De beide overlegreacties zijn als Bijlage 1 en Bijlage 2 aan de toelichting toegevoegd.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van dinsdag 11 juli tot en met 21 augustus 2017 ter inzage gelegen en was er gelegenheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen. Er zijn geen zienswijzen bij de gemeente binnengekomen.