Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2 Toelichting op de wijzigingen
2.1 Herzieningen op perceelsniveau
Hoofdstuk 4 Juridische vormgeving
Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Loppersum heeft op 27 mei 2013 het bestemmingsplan 'Buitengebied' vastgesteld. Als gevolg van een gerechtelijke uitspraak d.d. 29 juli 2015 is dit bestemmingsplan vernietigd vanwege:
-
de niet op juiste wijze regelen van buisleidingen en belemmeringenstroken in het plangebied;
-
de aanduiding 'windturbine' op het perceel Stitswerderweg 42 in Middelstum
-
de toekenning van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' aan het perceel Omtadaweg 8 in 't Zand.
In het voorliggende facetplan worden de onderdelen uit deze uitspraak verwerkt.
Verder zijn binnen het gemeentelijk grondgebied in het bestemmingsplan 'Loppersum' onvolkomenheden geconstateerd, met name op de verbeelding, en daarnaast wil de gemeente een aantal ambtshalve wijzigingen doorvoeren. Om deze reden wordt nu een facetbestemmingsplan opgesteld.
1.2 Geldende plannen
In het plangebied gelden op dit moment de volgende plannen:
Bestemmingsplan |
Vastgesteld |
1. Buitengebied |
27-5 2013 |
2. Loppersum |
27-10-2014 |
1.3 Plangebied
Het facetbestemmingsplan omvat in principe het plangebied van de hele gemeente Loppersum, maar alleen de percelen waar sprake is van een wijziging ten opzichte van het geldende bestemmingsplan.
1.4 Juridische status
Het facetbestemmingsplan betreft een partiële herziening. De bovengenoemde bestemmingsplannen blijven onverkort van toepassing voor zover daarin met dit plan geen wijziging wordt aangebracht.
1.5 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is een overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied' en het bestemmingsplan 'Loppersum'. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de milieuaspecten.
De juridische vormgeving wordt in hoofdstuk 4 toegelicht. En in hoofdstuk 5 en 6 wordt ingegaan op respectievelijk de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Toelichting op de wijzigingen
2.1 Herzieningen op perceelsniveau
Bestemmingsplan Loppersum
Raadhuisstraat 2 en 5, Loppersum
De bestemming 'Woongebied' wordt voor het perceel Raadhuisstraat 5 gewijzigd naar 'Gemengd'. Hiermee wordt de bestemming van dit perceel teruggebracht naar de bestemming die dit perceel had vóór de totstandkoming van het het bestemmingsplan 'Loppersum' uit 2014.
Op de percelen Raadhuisstraat 2 en 5 wordt de aanduiding 'horeca van categorie 1' aangebracht. Dit gebruik was in het bestemmingsplan 'Loppersum' van vóór 2014 bij recht binnen de bestemming 'Gemengd' toegestaan, maar in het huidige bestemmingsplan 'Loppersum' uit 2014 zijn de percelen waar horeca is toegestaan aangeduid. Abusievelijk was dit voor Raadhuisstraat 2 en 5 niet gebeurd.
De verbeelding wordt op deze punten aangepast.
Bestemmingsplan buitengebied Loppersum
Lopsterweg 10, Zeerijp
Voor deze locatie bestaat de wijziging uit een vergroting van de bedrijfsvloeroppervlakte van 250 m² naar 593 m². Om een goede bedrijfsvoering in de toekomst mogelijk te maken is de uitbreiding van belang voor het bedrijf. Zonder de extra ruimte kunnen er geen grote inkopen in één keer worden gedaan, waardoor het niet mogelijk is om scherpe prijsafspraken te maken met de leveranciers. De scherpe prijsafspraken zijn echter noodzakelijk om de concurrentie bij te blijven. Meer opslagruimte voor de wasmachines zal tevens efficiency-voordelen opleveren voor het bedrijf.
Uit het accountantsrapport van het wasmachinebedrijf, opgesteld door accountantskantoor Mendelts & Trox, blijkt dat een verplaatsing van het bedrijf naar een bedrijventerrein in de regio tot onevenredige bedrijfseconomische gevolgen voor het bedrijf leidt. Een bedrijfsverplaatsing door koop of huur van een pand op een nieuwe locatie geeft meer onzekerheden en risico's voor de verdere bedrijfsontwikkeling. Immers, het huidige bedrijfspand is vanwege de ligging in het aardbevingsgebied onverkoopbaar en op een locatie op een bedrijventerrein maakt het bedrijf behoorlijk minder omzet.
In het gemeentelijk beleid ligt in het landelijk gebied het accent op agrarische bedrijvigheid. De gemeente staat echter open voor andere vormen van (kleinschalige) bedrijvigheid in vrijkomende bebouwing. Deze bedrijvigheid is goed voor de lokale economie en versterkt de leefbaarheid op het platteland. Juist in een gebied met krimp is het van belang om bestaande bedrijven te behouden en mogelijke leegstand van bedrijfspanden te voorkomen. Leegstaande panden hebben een negatieve uitstraling op de omgeving en werken fysieke verloedering in de hand. Het verzoek is in lijn met het programma 'Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen', waarin het streven is opgenomen om lokale initiatieven te benutten die de regionale economie versterken.
Sinds 2001 is het wasmachineverhuurbedrijf gevestigd aan de Lopsterweg 10. Tegen een fysieke uitbreiding van het bedrijf aan de Lopsterweg 10 heeft de gemeente geen bezwaren, mits de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit en de leefbaarheid van het platteland niet worden aangetast. De Welstandscommissie heeft een positief advies afgegeven op basis van de gebiedsgerichte welstandscriteria. De uitbreiding past bij het cultuurhistorische beeld, aan de ruimtelijke relevante kenmerken van de gebouwen wordt geen afbreuk gedaan. Aan de hand van de maatwerkmethode heeft een deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur een landschappelijk inpassingsplan/erfinrichtingsplan opgesteld. Met dit inpassingsplan is aangetoond dat het gehele gebied tot een hoger niveau is getild: (1) het plan zorgt voor een kleinschaliger constellatie van twee erven en een meer gelede opbouw, (2) aansluiting wordt gevonden in de bestaande beplantingslijnen in het landschap en (3) de bestaande grootschalige loods achter het onderhavige erf wordt aan de voorzijde grotendeels aan het zicht onttrokken. De voornaamste kwaliteitsslag wordt behaald met de plaatsing van de opgaande beplanting. Deze beplanting zal zorgen voor twee kleinschaliger ogende erven en de grootschalige nieuwbouw achter het onderhavige erf dusdanig proportioneren dat het in visueel opzicht verkleind. Daarnaast heeft de uitbreiding als voordeel dat de opslag van materiaal en afvalproducten inpandig kunnen plaatsvinden. Met het oog op de ruimtelijke kwaliteit is dit een positieve ontwikkeling voor het gebied. Een overeenkomst landschappelijke inpassing is afgesloten om de uitvoering van het landschappelijk inpassingsplan te waarborgen.
Op grond van artikel 2.13.5 lid 2 sub a, Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 is het mogelijk om de bebouwing van een niet-agrarisch bedrijf uit te breiden met meer dan 20% van de totale oppervlakte van de op het bouwperceel aanwezige bebouwing als in de plantoelichting wordt verantwoord dat redelijkerwijs niet op een andere locatie dan waar het bedrijf is gevestigd in de ruimtebehoefte kan worden voorzien en aan het plan een erfinrichtingsplan ten grondslag ligt dat met toepassing van de maatwerkmethode is opgesteld.
De oppervlakte aan bedrijfsbebouwing bedraagt in de nieuwe situatie in totaal maximaal 600 m2. Op de verbeelding wordt de aanduiding 'oppervlakte (m2)' opgenomen. In de regels wordt in de bestemming 'Bedrijf' een bepaling in de bouwregels toegevoegd en wordt een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de borging van het erfinrichtingsplan. Het erfinrichtingsplan wordt als bijlage bij de regels gevoegd.
Lopsterweg 12, Zeerijp
Op dit perceel is een gemengd agrarisch bedrijf met nevenactiviteiten gevestigd. De manege en bed and breakfast zijn ondergeschikte functies aan het agrarisch bedrijf. Deze worden aangeduid op de verbeelding. Dit gebruik geldt uitsluitend voor het perceel Lopsterweg 12 en niet voor het gekoppelde bedrijf.
Voor het gebruik van de bestaande loods ten behoeve van een manege heeft toetsing plaatsgevonden aan de voorwaarden voor nevenactiviteiten die zijn gesteld in artikel 3.6 sub b van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Er wordt een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de borging van het erfinrichtingsplan.
Voor het gebruik van de bebouwing voor een bed & breakfast heeft toetsing plaatsgevonden aan de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 3.6 sub f van de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' .
De verbeelding en de regels worden op dit punt aangepast.
Molenstraat 32, Stedum
Het bestaande gebouw voor de ijsbaan wordt afgebroken en nieuw gebouwd, waarbij de plaats van het gebouw wordt gewijzigd en de oppervlakte wordt vergroot. Het nieuwe gebouw zal ook worden gebruikt ten behoeve van de scouting en de tennisvereniging.
De verbeelding wordt op dit punt aangepast.
Omtadaweg 8, 't Zandt
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt verwijderd. De verbeelding wordt op dit punt aangepast.
Deze aanpassing vloeit voort uit de uitspraak van de Raad van State d.d. 29 juli 2015.
Smydingeweg 46, Startenhuizen
De bestemming 'Agrarisch' wordt omgezet naar de bestemming 'Wonen' met een aan huis verbonden bedrijf (opslag voor een aannemersbedrijf). Het gaat uitsluitend om een functionele wijziging. Op de verbeelding wordt de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalige boerderij' toegevoegd. Hiermee wordt geborgd dat moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18.2.1 sub e van het moederplan.
De verbeelding en de regels worden op dit punt aangepast.
Stitswerderweg 42, Middelstum
De aanduiding 'windturbine' wordt verwijderd. De verbeelding is op dit punt aangepast.
Deze aanpassing vloeit voort uit de uitspraak van de Raad van State d.d. 29 juli 2015.
Wirdumermeedenweg 6, Wirdum
In artikel 4.2.1 lid c van het bestemmingsplan 'Buitengebied' is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalige boerderij' de bestaande maatvoering, die bepaald wordt door de goothoogte, dakhelling, nokhoogte, nokrichting en oppervlakte, te worden gehandhaafd, behoudens geringe uitwendige aanpassingen. Dit betekent dat uitbreidingen niet direct kunnen worden toegestaan.
Sinds 1998 is saan de Wirdumermeedenweg 6 te Wirdum een staalconstructiebedrijf gevestigd. Om een goede bedrijfsvoering in de toekomst mogelijk te maken, is de uitbreiding van belang voor het bedrijf. In het gemeentelijk beleid ligt in het landelijk gebied het accent op agrarische bedrijvigheid. De gemeente staat echter open voor andere vormen van (kleinschalige) bedrijvigheid in vrijkomende agrarische bebouwing. Deze bedrijvigheid is goed voor de lokale economie, versterkt de leefbaarheid op het platteland en past binnen de ontwikkeling van het vinden van een nieuwe invulling van leegkomende agrarische bebouwing vanwege een afnemend aantal agrarische bedrijven in het buitengebied. Tegen een fysieke uitbreiding van het bedrijf heeft de gemeente dan ook geen bezwaren, mits de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit en de leefbaarheid van het platteland niet worden aangetast. Een positief Welstandsadvies is afgegeven door de Welstandscommissie, de uitbreiding past bij het cultuurhistorische beeld. Daarmee is rekening gehouden met de bestaande maatvoering van de voormalige boerderij. De uitbreiding heeft als voordeel dat de opslag van materiaal en afvalproducten inpandig kunnen plaatsvinden. Met het oog op de ruimtelijke kwaliteit is dit een positieve ontwikkeling voor het gebied.
De geplande uitbreiding voldoet aan het provinciale vereiste dat in totaal niet meer dan 20% van de totale vloeroppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing als op 17 juni 2009 wordt toegenomen. De uitbreiding leidt niet tot onevenredige aantasting van het landschap, natuur en milieu en tot verkeersoverlast. Gelet op het positieve advies van de Welstandscommissie zal aan de ruimtelijke relevante kenmerken van de gebouwen geen afbreuk worden gedaan.
De oppervlakte van de uitbreiding bedraagt respectievelijk 280 m2 en 160 m2. De maximale oppervlakte wordt vastgelegd door middel van een maatvoeringsvlak 'oppervlakte (m2)'.
De verbeelding en de regels worden op dit punt aangepast.
Zeerijperweg 5 en 5a, Loppersum
In dit bestemmingsvlak zijn bij recht twee woningen toegestaan. De woning op perceel nr. 5 is gesloopt, maar hier mag wel een nieuwe woning worden teruggebouwd. Om de bestaande rechten te handhaven wordt het maatvoeringsvlak 'maximum aantal wooneenheden' met het aantal '2' toegevoegd. De aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalige boerderij' wordt geschrapt. Tevens heeft toetsing aan artikel 2.13.4 van de Omgevingsverordening plaatsgevonden, dit leidt tot het stellen van voorwaarden voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen. De regels en verbeelding wordt op dit punt aangepast.
Zijldijksterweg 12, 't Zandt
In 2007 is de schuur van de boerderij afgebrand. Het woonhuis is bij de brand bespaard gebleven. Het plan van de eigenaar is om de schuur weer op te bouwen en zodoende de kop-hals-rompboerderij weer in ere te herstellen. Het open karakter van het landelijk gebied wordt met de geplande nieuwe bouwwerken niet aangetast. Historisch gezien stond op deze locatie al een schuur met een grote omvang. De oorspronkelijke schuur had een afmeting van ca. 1.080 m² met daarnaast een schuur van ca. 360 m². Gezien de oorspronkelijke situatie past een schuur met een oppervlakte van 744 m² bij het bestaande voorhuis en de carport met een oppervlakte 67 m².
Tevens doet het plan om aan de Zijldijksterweg 12 een hoveniersbedrijf te vestigen geen afbreuk aan het karakter van het landelijk gebied. De bedrijvigheid kan juist een bijdrage leveren aan de leefbaarheid in het landelijk gebied. De bedrijvigheid is goed voor de lokale economie en versterkt de leefbaarheid op het platteland.
Ten aanzien van de oppervlakte en het gebruik heeft de provincie in de brief van 17 juni 2015 aangegeven in principe bereid te zijn de ontheffing te verlenen als deze wordt aangevraagd. Echter, deze wijziging volgt de lijn van het toekomstige provinciale beleid. De bedrijfsactiviteiten van het hoveniersbedrijf blijven beperkt tot activiteiten die naar aard en omvang ruimtelijk, milieuhygiënisch en verkeerskundig inpasbaar zijn (artikel 2.13.2 lid b Omgevingsverordening provincie Groningen 2016). Daarnaast heeft de wijziging betrekking op het oprichten van een of meer nieuwe, bijbehorende bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen (artikel 2.13.3 lid 2 onder d van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016).
De schuur en de carport worden op de verbeelding aangeduid met het maatvoeringsvlak 'oppervlakte (m2)' .Voor de schuur wordt een aanduiding voor de bouwhoogte opgenomen van 11,6 m en voor de carport een aanduiding van de goothoogte van 3,10 m. Tevens wordt de aanduiding 'hovenier' toegevoegd. De instandhouding van de bestaande erfbeplanting wordt geborgd door het opnemen van een voorwardelijke verplichting in de regels. Een afbeelding van de bestaande situatie wordt als bijlage bij de regels gevoegd.
De verbeelding en regels worden op dit punt aangepast.
2.2 Overige herzieningen
Bestemmingsplan Loppersum
Beschermd dorpsgezicht Loppersum
De begrenzing van het beschermd dorpsgezicht van Loppersum is onjuist in het bestemmingsplan 'Loppersum' opgenomen. De verbeelding wordt op dit punt aangepast.
Bestemmingsplan Buitengebied Loppersum
Buisleidingen en belemmeringenstroken
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State d.d. 29 juli 2015 worden de juiste buisleidingen en belemmeringen in het plangebied opgenomen.
De verbeelding wordt op dit punt aangepast.
Functiewijziging bij bedrijfsbeëindiging
De wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in lid 3.8.2, (Agrarisch) 4.6 (Bedrijf), 9.6 (Horeca), 10.6 (Maatschappelijk) en 18.6 (Wonen) voor functiewijziging van vrijgekomen agrarische gebouwen wordt omgezet naar een afwijkingsbevoegheid voor het gebruik.
De regels worden op dit punt aangepast.
Uitbreiding niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen die niet zijn gevestigd in voormalige agrarische bedrijfsbebouwing
In de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 zijn mogelijkheden opgenomen om de bebouwing van een niet-agrarisch bedrijf en van een maatschappelijke voorziening uit te breiden met meer dan 20% van de totale oppervlakte van de op het bouwperceel aanwezige bebouwing. Als voorwaarde wordt gesteld dat in de plantoelichting wordt verantwoord dat redelijkerwijs niet op een andere locatie dan waar het bedrijf is gevestigd in de ruimtebehoefte kan worden voorzien. Ook moet een erfinrichtingsplan worden opgesteld, met toepassing van de maatwerkmethode.
In de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Maatschappelijk' en 'Recreatie' worden afwijkingsregels voor het bouwen opgenomen om bovengenoemde uitbreiding mogelijk te maken.
De regels worden op dit punt aangepast.
Bouw- en verbouwmogelijkheden vrijgekomen (voormalige agrarische ) gebouwen
In de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 zijn mogelijkheden opgenomen voor vergroting van de vrijgekomen gebouwen en/of het bouwen van nieuwe bijgebouwen ter vervanging van te amoveren ontsierende bijgebouwen.
In de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Recreatie' en 'Wonen', worden afwijkingsregels voor het bouwen opgenomen om de voormalige agrarische gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalige boerderij' met 20% of meer te vergroten en/of (een deel van de) bijgebouwen te vervangen door nieuwbouw.
De regels worden op dit punt aangepast.
Maatvoering mestsilo's
In de regels is, met uitzondering van een bouwhoogte, geen maatvoering opgenomen voor mestsilo's. Hiervoor worden alsnog maximale inhouds- en oppervlaktematen en een maximale bouwhoogte opgenomen.
De regels worden op dit punt aangepast.
Clustering bouwwerken op agrarisch bouwperceel
In de regels is in lid 3.2.1 opgenomen dat de gebouwen zoveel mogelijk wordt geclusterd op het bouwperceel. Deze bepaling ontbrak voor de bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hierbij kan gedacht worden aan mestsilo's, sleufsilo's e.d. In de bouwregels van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsnog toegevoegd dat deze bebouwing ook zoveel mogelijk geclusterd moet worden op het bouwperceel.
De regels worden op dit punt aangepast.
Bouwen voor de voorgevel van agrarische bedrijfsgebouwen
In de regels is in lid 3.2.2 sub a aangegeven dat de bedrijfsgebouwen minimaal 3 meter achter de 'voorgevel' van de bedrijfswoning moeten worden gebouwd. Omdat in een aantal situaties deze voorgevels naar de achterzijde van het perceel zijn georiënteerd, is het beter om te spreken van de 'naar de weg gekeerde gevel' van de bedrijfswoning. Ook wordt in lid 3.4 een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om de afstand van 3 meter te verkleinen tot 1 meter.
De regels worden op dit punt aangepast.
Dakhelling agrarische bedrijfsgebouwen
In de bouwregels van de bestemming 'Agrarisch' is een bepaling voor de minimale dakhelling opgenomen. Hieraan wordt toegevoegd dat de bestaande dakhelling, voor zover deze minder bedraagt, ook bij recht is toegestaan.
In de afwijkingsregels voor het bouwen wordt een afwijkende dakhelling van minder dan 22o of een platte afdekking mogelijk gemaakt.
De regels worden op dit punt aangepast.
Aardbevingsschade
In de algemene afwijkingsregels wordt de mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de bouwregels in het plan voor een afwijkende maatvoering of voor het bouwen buiten het bouwvlak, mits het bepaalde in de bouwregels van de betreffende bestemming ten aanzien van de maximum oppervlakte van gebouwen in acht wordt genomen en mits de voorwaarden voor afwijking van de bouwregels, zoals die zijn genoemd in de betreffende bestemming, in acht worden genomen.
Parkeernormen
Omdat voor parkeernormen vanaf 29 november 2014 niet langer kan worden teruggevallen op de Bouwverordening wordt een regeling voor het parkeren aan de regels toegevoegd.
Kleinschalige verblijfsrecreatie
In de bestemming 'Horeca' en 'Maatschappelijk' wordt in de afwijkingsregels van het gebruik de mogelijkheid voor kleinschalig kamperen en/of een bed and breakfastvoorziening opgenomen.
Ruimtelijk afwegingskader voor dammen en uitwegen
In de bestemming 'Agrarisch' wordt bij het bepaalde over de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamhden toegevoegd dat geen vergunning is vereist voor het aanbrengen van dammen en uitwegen, mits een schriftelijke toestemming van het Waterschap aan de gemeente wordt overlegd en mits er niet meer dan twee dammen of uitwegen in iedere lange zijde van een perceel worden aangebracht.
Windturbines met een bouwhoogte tot 15 m
In de algemene afwijkingsregels wordt de regeling van lid 33.1 sub g voor het bouwen van kleine vrijstaande windturbines aangepast.
Ook worden bepalingen toegevoegd voor plaatsen van kleine windturbines op daken.
Hoofdstuk 3 Milieuaspecten
In een bestemmingsplan dient te worden aangetoond dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied' en 'Loppersum'. De aanpassingen maken geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk op grond waarvan toetsing aan de milieuaspecten noodzakelijk is . Deze toetsing is daarom achterwege gelaten.
Hoofdstuk 4 Juridische vormgeving
4.1 Algemeen
Dit bestemmingsplan is een facet bestemmingsplan dat op onderdelen het bestemmingsplan 'Buitengebied' en 'Loppersum' van de gemeente Loppersum wijzigt.
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels. In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de verbeelding en de regels.
Voor dit bestemmingsplan zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.
Het bestemmingsplan wordt in digitale vorm vastgesteld, tegelijk met een verbeelding van het bestemmingsplan op papier. Als de digitale en papieren verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.
4.2 Regels
In de regels zijn alleen de wijzigingen opgenomen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied' en het bestemmingsplan 'Loppersum'. Daarnaast zijn de standaardregels opgenomen, zoals die in ieder bestemmingsplan moeten worden opgenomen, zoals de anti-dubbeltelregel, het overgangsrecht en de slotregel.
Om de relatie met de moederplannen juridisch te borgen is een zogenaamde relatiebepaling opgenomen. De regels moeten in samenhang worden gelezen met de regels van de hierboven genoemde bestemmingsplannen, met de verbeelding van deze bestemmingsplannen en met de verbeelding van dit facetbestemmingsplan.
Voor zover in dit bestemmingsplan wordt gesproken van bestaand wordt onder de 'inwerkingtreding van dit plan' verstaan het tijdstip van de inwerkingtreding van het facetbestemmingsplan.
4.3 Verbeelding
De verbeelding bevat naast de plancontour die het hele plangebied omvat, een aantal bestemmingen die ook in het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied' en 'Loppersum' zijn opgenomen. Deze bestemmingen geven de veranderingen op de verbeelding weer ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Loppersum'. Waar ter plaatse een (gekleurde) bestemming op de verbeelding is opgenomen, wordt de bestemming uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Loppersum' geheel vervangen door deze bestemming (inclusief nieuwe aanduidingen waar nodig). Ook de voor dat bestemmingsvlak geldende functie- en gebiedsaanduidingen zijn weer opgenomen op de verbeelding ook als hieraan niets is veranderd.
Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid
De aanpassingen die in dit facetbestemmingsplan worden gedaan, hebben alle betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande situaties of ontwikkelingsmogelijkheden die reeds middels eerdere planologische herzieningen waren vastgelegd.
De (bestaande) ontwikkelingsmogelijkheden zijn bovendien van dusdanige aard dat hiervoor geen gemeenschapsgelden moeten worden aangesproken. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is mede daarom ook niet aan de orde.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 7 juni tot en met maandag 18 juli 2016 ter inzage gelegen. Het was daarnaast raadpleegbaar via de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Tijdens de periode van terinzagelegging bestond voor een ieder de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Er zijn drie zienswijzen ingediend. Voor de inhoud van de zienswijzen en de reactie hierop wordt verwezen naar de Reactienota zienswijzen bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan gemeente Loppersum 2016'.