direct naar inhoud van Artikel 26 Sport
Plan: Buitengebied Leek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.PBG09BEHE1-VA01

Artikel 26 Sport

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' mede voor een crossterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' uitsluitend voor sportvelden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' uitsluitend voor een ijsbaan en hondenrennen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - menterrein' mede voor een menterrein;
  • f. met daarbij behorende gebouwen - geen bedrijfswoningen zijnde - en bouwwerken, geen gebouw zijnde.
26.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

26.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 46 Algemene bouwregels ;
  • b. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. het gezamenlijke bebouwde oppervlak mag niet meer bedragen dan het bestaand oppervlak ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpplan en welke legaal tot stand zijn gekomen;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,50 m, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een hogere goothoogte aanwezig was, in welk geval die hogere goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een hogere bouwhoogte aanwezig was, in welk geval die hogere bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
26.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 2,50 m bedragen.
26.3 Nadere eisen
26.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  • h. de waarde van een ter plaatse voorkomende dubbelbestemming of de aanduiding 'houtsingel'.
26.3.2 Procedure

Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 51.1 van toepassing.

26.4 Ontheffing van de bouwregels
26.4.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 26.2.1 onder d en genoemde maximale oppervlakte vergroten, indien en voorzover is aangetoond dat de sportvoorziening gebonden is aan het landelijk gebied en de uitbreiding landschappelijk inpasbaar is.

26.4.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 49.2 Afwegingskader ontheffing .

26.4.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.