direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.BPBG16CONS1-VA01

Toelichting

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.BPBG16CONS1-VA01_0001.jpg"

Overzichtskaart van het plangebied, bron: Topografische Dienst

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Sinds 17 maart 2010 beschikt de gemeente Leek voor het buitengebied over een actueel bestemmingsplan.

Na een reactieve aanwijzing door de provincie Groningen, beroep bij de Raad van State (onder andere door de gemeente tegen die aanwijzing) en een gedeeltelijke intrekking van de reactieve aanwijzing, moet het bestemmingsplan op een aantal punten correctief worden aangepast.

Het bestemmingsplan wordt daarnaast op een aantal punten partieel herzien. Dit betreft:

  • aanpassing van het bestemmingsplan naar aanleiding van de op 1 juni 2016 vastgestelde Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;
  • vertaling van de aangepaste archeologische verwachtingskaart in het bestemmingsplan;
  • het opnemen op de verbeelding van de 66 bouwwerken die als beeldbepalend of karakteristiek gebouw of gemeentelijk monument zijn aangewezen. In de regels zal een omgevingsvergunningstelsel voor het slopen worden opgenomen. Dit naar aanleiding van de op 23 maart 2016 vastgestelde 'Inventarisatie karakteristieke gebouwen Buitengebied gemeente Leek';
  • het opnemen van de verbeelding van de voormalige boerderijen als 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied'. In de regels voor Wonen zijn hiervoor beperkingen gesteld;
  • het opnemen van een aantal houtsingels op de verbeelding, inclusief het opnemen van een regeling voor het behoud van deze houtsingels in de regels. Aanleiding hiervoor is de bestaande 'Nota Houtsingelhoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier', die niet volledig is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan;
  • het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van een tweede agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning volgens de op 19 november 2014 vastgestelde 'Beleidsnota Plattelandswoningen';
  • het opnemen van de regels voor parkeernormen;
  • aanpassing van de begrenzing van het plangebied naar aanleiding van het provinciaal inpassingsplan waterberging;
  • het opnemen van een aantal ruimtelijk aanvaardbare ontwikkelingen, waaronder het wijzigen van een aantal bestemmings- en bouwvlakgrenzen.

1.2 Vigerende plannen

Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld voor het plangebied van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek', met inbegrip van een aantal van de nadien vastgestelde bestemmingsplannen die binnen het plangebied liggen.

Onderstaand volgt een overzicht van de vigerende plannen.

Bestemmingsplan   NL.IMRO nummer   Vastgesteld  
Noorderweg 4, Midwolde   0022.BPBGMW15ONTW1-VA01   7 oktober 2015  
Westerdijk 13, Enumatil   0022.BPBGEN15ONTW1-VA01   20 januari 2016  
Noorderweg 27, Tolbert   0022.WZBG14noord27-VA01   12 mei 2015  

Daarnaast zijn na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' omgevingsvergunningen verstrekt voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, eerste lid onder c in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De afwijkingen zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.

Omgevingsvergunning   NL.IMRO nummer   Verleend  
Hoofdstraat 141, Midwolde   0022.PBBGhoofd141-VA01   27 augustus 2014  
Holmerpad 8, Tolbert   0022.PBBGholmerp8-VA01   21 januari 2015  

Tot slot is er nog een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor een periode van 10 jaar voor het aanleggen en gebruiken van het perceel Blinkweg in Tolbert voor een zonnepark. Het park wordt aangelegd op gronden in het buitengebied, dat in de verdere toekomst zal worden ontwikkeld las fase 3 van het bedrijvenpark Leeksterveld. Aangezien het zonnepark voor een periode van ten minste 25 jaar in gebruik moet zijn is de gemeente gestart met de voorbereiding van een bestemmingsplan, dat nu wordt meegenomen in de herziening.

Deze afwijking is nu verwerkt in dit bestemmingsplan.

Omgevingsvergunning   NL.IMRO nummer   Verleend  
Zonnepark nabij Blinkweg, Tolbert   0022.BPBG15ONTW1-VA01   17 september 2015  

Op 31 januari 2018 is een provincaal inpassingsplan (PIP) Agrarische bouwpercelen vastgesteld. Het doel van dit PIP is het voorkomen dat 2 (of meer) naast elkaar gelegen bestemmingsvlakken (waar bebouwing is toegestaan) gecombineerd worden door hetzelfde agrarisch bedrijf, waardoor een te groot bestemmingsvlak ontstaat, zonder dat hier mogelijkheid is om invloed op te hebben (bijvoorbeeld afspraken te maken betreffende landschappelijke inpassing). De gebruiksregel is opgenomen in het bestemmingsplan (artikel 52.1 sub k). Tevens is er een specifieke uitzondering op deze gebruiksregel en een afwijkingsmogelijkheid opgenomen in PIP, waarvan het wenselijk is om deze ook over te nemen. Deze zijn opgenomen in respectievelijk artikel 52.2 en 52.4.

Provinciaal inpassingsplan   NL.IMRO nummer   Vastgesteld  
Agrarische bouwpercelen   9920.IPagrarischebouwpc-VA01   31 januari 2018  

1.3 Plangebied

Het plangebied omvat het buitengebied van de gemeente Leek, zoals dat in het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' was vastgelegd, met inbegrip van de bovengenoemde partiële herzieningen en wijzigingsplannen en met inbegrip van de grenscorrecties van het Provinciaal Inpassingsplan zoals hieronder omschreven.

Op 20 mei 2015 heeft de raad ermee ingestemd dat ten behoeve van de realisering van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) in het Westerkwartier, in combinatie met de aanleg van waterbergingsgebieden op basis van het project 'Droge voeten 2050', door Gedeputeerde Staten van Groningen een provinciaal inpassingsplan (PIP) wordt opgesteld.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 komt het relevante beleid op rijks- en provinciaal niveau aan de orde. Hoofdstuk 3 benoemt vervolgens de wijzigingen in de regels en de verbeelding. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de milieuaspecten. De hoofdstukken 5 en 6 verwoorden achtereenvolgens de economische uitvoerbaarheid en de resultaten van inspraak en overleg. Tot slot bevat de bijlage bij de toelichting (zie Bijlage 3) de toelichting van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' (met identificatienummer NL.IMRO.0022.PBG09BEHE1-VA01) ter vergelijking en verdere duiding.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Rijk

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. De SVIR geeft een totaalbeeld van het huidig ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau.

Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn dertien nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) twee besluiten waarmee dat mogelijk is. Dit zijn het Besluit ruimtelijke ordening (procesmatig) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (beleidsmatig).

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening is vastgesteld op 22 augustus 2011. De onderwerpen in het Barro zijn deels op 30 december 2011 en deels op 1 oktober 2012 in werking getreden.

De in het Barro geregelde onderwerpen, zoals regionale waterkeringen, zijn als regelingen ook in de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 zijn opgenomen.

2.2 Provincie

2.2.1 Omgevingsvisie en Omgevingsverordening provincie Groningen

Het college van Gedeputeerde Staten heeft op 19 april 2016 de Omgevingsvisie Provincie Groningen 2016-2020 en de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 (hierna Omgevingsverordening) vastgesteld. De Omgevingsvisie is een geïntegreerd document met daarin het omgevingsbeleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer, water en de ruimtelijke ordening. De verordening stelt, ter borging van de provinciale ruimtelijke belangen, regels en geeft instructies aan, in het bijzonder voor het lokaal bestuur.

Provinciale Staten hebben de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening op 1 juni 2016 vastgesteld. De omgevingsverordening is op 15 juli 2016 in werking getreden.

In hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening zijn de regels voor de ruimtelijke ordening opgenomen. Op een aantal punten is het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' strijdig met deze regels. In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan is dit verder uitgewerkt.

2.2.2 Natuur Netwerk Nederland en Droge Voeten 2050

De provincie Groningen heeft de Ecologische Hoofstructuur (EHS, nu Natuur Netwerk Nederland) opnieuw begrensd en dit in oktober 2014 vastgelegd in de provinciale omgevingsverordening (POV). In de gemeenten Leek, Marum en Grootegast moet deze uiterlijk in 2021 worden gerealiseerd.

Daarnaast wenst het Waterschap Noorderzijlvest drie waterbergingsgebieden in te richten in de gemeenten Leek en Marum. Dit is één van de uitkomsten van de studie Droge Voeten 2050 van het Waterschap Noorderzijlvest en de provincies Groningen en Drenthe, die eind 2014 is afgerond.

Op navolgende afbeelding is de begrenzing van het NNN en de waterbergingsgebieden Dwarsdiep, De Dijken (Bakkerom) en Driepolders weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.BPBG16CONS1-VA01_0002.jpg"

De waterbergingsgebieden moeten ruimtelijk worden gereserveerd in het bestemmingsplan. Dit is gedaan door een dubbelbestemming in de regels op te nemen ten aanzien van deze waterbergingsgebieden. Het bergingsgebied Driepolders en een deel van het gebied Polder De Dijken liggen in de gemeente Leek. Ook de opnieuw begrensde EHS moet worden vastgelegd in het bestemmingsplan, voor zover dat nog niet is gebeurd. Het gaat hier om een provinciaal ruimtelijk belang en bovendien ligt het plangebied in meerdere gemeenten. Ten slotte is een goede afstemming tussen de procedures noodzakelijk om de inrichting van de EHW en de waterbergingsgebieden te kunnen realiseren. Daarom is ervoor gekozen om een provinciaal inpassingsplan (PIP) op te stellen. De gemeenteraad van Leek heeft hiermee op 20 mei 2015 ingestemd.

Het plangebied van het PIP is buiten het voorliggende bestemmingsplan gelaten. De begrenzing van beide plannen sluit op elkaar aan.

2.3 Gemeente

2.3.1 Beleid detailhandel

De gemeente heeft het detailhandelsbeleid vastgelegd in drie beleidsnota's. Dat zijn de Nota detailhandel vanuit woningen, de Notitie perifere detailhandel en de Beleidsnotitie internetwinkels gemeente Leek.

In mei 2004 is de Nota detailhandel vanuit woningen behandeld. Het beleid komt erop neer dat detailhandel vanuit woningen niet is toegestaan, met uitzondering van detailhandel ondergeschikt aan met wonen verenigbare functies en verkoop aan huis van producten als uitvloeisel van een hobby aan huis.

In juni 2005 is de Notitie perifere detailhandel vastgesteld. Het beleid voor perifere detailhandel kan als volgt worden samengevat:

  • 1. streven naar behoud en versterking van bestaande winkelgebieden;
  • 2. streven naar een goed bereikbaar, aantrekkelijk en gevarieerd winkelbestand;
  • 3. detailhandel dient in beginsel plaats te vinden in of aansluitend aan bestaande en geplande winkelgebieden. Een uitzondering kan worden gemaakt voor:
    • a. de verkoop van goederen die ter plaatse worden geproduceerd;
    • b. branches die, vanwege aard en omvang van de gevoerde artikelen, een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (volumineuze detailhandel) of branches die gevaar voor de omgeving opleveren.

Het college van burgemeester en wethouders heeft in december 2015 de Beleidsnotitie internetwinkels gemeente Leek vastgesteld. De beleidsnotitie is als Bijlage 1 Beleidsnotitie internetwinkels bij dit bestemmingsplan gevoegd. Het beleid is samengevat aangegeven in onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.BPBG16CONS1-VA01_0003.jpg"

2.3.2 Beleidsnotitie bed & breakfast

De gemeenten in het Westerkwartier hebben enige jaren geleden een gemeenschappelijk recreatiebeleid ontwikkeld. Onderdeel daarvan is het beleid aangaande logies met ontbijt/bed
& breakfast.

Het gemeentebestuur van Leek heeft bij besluit van 11 december 2013 ingestemd met de verruiming van bed- and breakfastmogelijkheden in bijgebouwen bij woningen. De beleidsregels bevatten relevante criteria waaruit blijkt dat bed & breakfast ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie:

  • de logiesverstrekking moet plaatsvinden in de bestaande woning dan wel in een vrijstaand bijgebouw dat deel uitmaakt van het bouwperceel;
  • de bedrijfsvloeroppervlakte mag ten hoogste 50 m2 bedragen (bij afwijking 250 m2), dan wel maximaal 30% van het bestaande vloeroppervlak van de bebouwing op het woonperceel;
  • de bed & breakfast mag niet leiden tot een gebruik als zelfstandige woning (door zijn bouwkundige opzet, indeling en maatvoering, dan wel door de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid).
2.3.3 Beleidsnota Plattelandswoningen

De op 1 januari 2013 in werking getreden Wet 'Plattelandswoningen' en de wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer per 1 maart 2014 maken het mogelijk om een (voormalige) agrarische bedrijfswoning aan te merken als 'plattelandswoning'. Daarmee blijft de woning onderdeel uitmaken van het agrarische bedrijf en wordt bewoning door een derde, die geen binding heeft met het bedrijf, mogelijk.

In de op 19 november 2014 door de gemeente vastgestelde Beleidsnota Plattelandswoningen zijn criteria opgenomen waaraan een aanwijzing als plattelandswoning moet voldoen. De Beleidsnota is als Bijlage 2 Beleidsnota Plattelandswoningen bij dit bestemmingsplan gevoegd.

2.3.4 Archeologie en cultuurhistorie

Bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied Leek in 2008 is rekening gehouden met bekende en de te verwachten archeologische waarden. Aangezien de toen beschikbare archeologische informatie (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden IKAW) niet volledig betrouwbaar was, was in het bestemmingsplan een algemene regel opgenomen dat bij een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 0,40 m een archeologisch onderzoek verplicht was. Na de vaststelling van het bestemmingsplan bleek dat deze verplichting als bewarend werd ervaren. Daarnaast is in 2010 in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgenomen dat de gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarde. De Westerkwartiergemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn hebben daarom de archeologische en cultuurhistorische waarden laten inventariseren en vast laten leggen in de Kadernota Archeologie en cultuurhistorie in de Westerkwartier-gemeenten. De gemeenteraad heeft de Kadernota Archeologie en cultuurhistorie op 5 februari 2016 vastgesteld.

De archeologische waarden-/verwachtingenkaart laat de bekende archeologische vindplaatsen zien en geeft vlakdekkend de verwachte dichtheid aan archeologische sporen en vondsten weer in een aantal categorieën.

Op de beleidskaart worden de archeologische verwachtingen vertaald naar categorieën waarvoor een bepaald maximum oppervlak en diepte kan worden vrijgesteld. In het rapport worden de volgende categorieën onderscheiden:

categorie 1   Rijksmonumenten. Deze zijn vergunningplichtig conform de Erfgoedwet  
categorie 2   Gemeentelijke archeologische monumenten. Het betreft terreinen die in het kader van de Erfgoedverordening kunnen worden aangemerkt.  
categorie 3   Terreinen van Archeologische waarden, waaronder niet wettelijk beschermde AMK-terreinen (AMK = Archeologische Monumenten Kaart)  
categorie 4   Hoge archeologische verwachting  
categorie 5   Middelhoge archeologische verwachting  
categorie 6   Lage archeologische waarde  
categorie 7   Specifieke verwachting (beekdal)  
categorie 8   Geen verwachting. Het betreft zones waar het bodemarchief is verdwenen, waardoor er geen onderzoekseisen van kracht zijn.  

De categorieën zijn vertaald in dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' tot en met 'Waarde - Archeologie 7'. De Rijksmonumenten (categorie 1) worden niet opgenomen in het bestemmingsplan omdat die al in de Erfgoedwet worden geregeld. De gebieden met een lage archeologische waarde (categorie 6) en zonder verwachting (categorie 8) worden ook niet opgenomen in het bestemmingsplan.

Mede naar aanleiding van overleg met LTO Noord is besloten om de volgende minimum horizontale en verticale grenzen aan te houden voor archeologisch onderzoek:

Mede bestemming   Onderzoek nodig bij bouwactiviteiten vanaf   Onderzoek nodig bij werkzaamheden op een oppervlak vanaf (*)  
Waarde - Archeologie 3   50 m², geen dieptegrens   50 m², en zodra dieper dan 50 cm  
Waarde - Archeologie 4   500 m², geen dieptegrens   500 m², en zodra dieper dan 50 cm  
Waarde - Archeologie 5   1000 m², geen dieptegrens   1000 m², en zodra dieper dan 50 cm  
Waarde - Archeologie 6   5000 m², geen dieptegrens   Geen onderzoeksplicht  
2.3.5 Houtsingels

Op de verbeelding zijn een aantal houtsingels toegevoegd. Aanleiding hiervoor is de bestaande 'Nota Houtsingelhoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier', die niet volledig is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Toelichting op de wijzigingen

3.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan is een partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Leek. In de volgende paragrafen is aangegeven op welke punten het plan is aangepast.

3.2 Partiële herziening

Na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' in 2010 heeft de gemeente een aantal verzoeken ontvangen voor ruimtelijke aanpassingen die niet binnen het bestemmingsplan passen. Met de aanvragers is destijds afgesproken om deze verzoeken in een procedure voor een partiële herziening mee te nemen.

Onderstaand zijn deze aanpassingen weergegeven.

Op perceelsniveau

Adres   Huidige situatie   Aanpassing  
Carolieweg 16, Zevenhuizen   Er is een vergunning voor afwijking van het gebruik verleend (artikel 3.6.1, sub b) voor een kleinschalig kampeerterrein op een perceel dat achter de woning ligt binnen de bestemming 'Agrarisch'.   Het kampeerterrein is op de verbeelding aangeduid als 'kampeerterrein'.
In artikel 3 lid 3.1 van de regels is het kampeerterrein in de bestemmingsomschrijving opgenomen.  
De Haspel-Boven 9, Zevenhuizen   Het perceel is bestemd als 'Bedrijf'. De gemeente heeft ingestemd met het verzoek tot wijziging van de bestemming naar 'Wonen'.   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd naar 'Wonen'.  
De Haspel-Boven 25, Zevenhuizen   Het perceel is bestemd als 'Wonen' maar er is een grote schuur aanwezig die niet is aangeduid. Ook is er een klussenbedrijf aanwezig.   De schuur is op de verbeelding aangeduid als 'grotere oppervlakte bijgebouwen'. Het klussenbedrijf is aangeduid als 'bedrijf aan huis'.
In de planregels is het bedrijf opgenomen in de lijst in artikel 32, lid 32.1, onder i.
De toegestane oppervlakte voor het klussenbedrijf is 180 m2.  
De Haspel Boven 34a, Zevenhuizen   De tweede bedrijfswoning van het bedrijf Grensweg 1 in gemeente Noordenveld is buiten gebruik.   Op de verbeelding is de bestemming van deze woning gewijzigd in 'Wonen'.  
Gravelandsewijk 1,
Zevenhuizen  
Het perceel is bestemd als 'Wonen'. De eigenaar wil een stuk grond dat nu bestemd is als 'Agrarisch', toevoegen aan het woonperceel in verband met de aanleg van een boomgaard en een vijver.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aan de oost- en noordzijde vergroot.  
Oostindië 22, Zevenhuizen   Het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen' met 7 m vergroten.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Oudewijk 15, Zevenhuizen   Het perceel is op de verbeelding bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'bedrijf'. Deze aanduiding komt niet terug in de planregels. Er zijn geen bedrijfsactiviteiten meer aanwezig.   Op de verbeelding is de aanduiding 'bedrijf' verwijderd.  
Oudewijk 17 en 17-I, Zevenhuizen   Het perceel is op de verbeelding bestemd als 'Wonen'. Er zijn twee woningen aanwezig, maar een aanduiding hiervoor ontbreekt.   Op de verbeelding is de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2]' toegevoegd.  
Oudestreek 56, Zevenhuizen   Aan de achterzijde van het perceel is een bestaande schuur vergroot. Deze vergroting past niet binnen het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak zodanig aangepast dat alle bebouwing binnen het bestemmingsvlak past.  
Veldstreek 10-I, Zevenhuizen   Het perceel is bestemd als 'Bedrijf - Opslag' met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'. Tevens is kleinschalige houtbewerking toegestaan.   Op de verbeelding is een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kleinschalige werkplaats' opgenomen.
In de regels is in artikel 15 'Bedrijf - Opslag' in lid 15.1 de bestemmingsomschrijving aangevuld.  
Veldstreek 18, Zevenhuizen   Het perceel is bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3'. De gemeente heeft ingestemd met aanpassing van het bestemmingsvlak in verband met uitbreiding van een stal.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast.  
Veldstreek 21-I, Zevenhuizen   Door het vergroten van een gebouw ligt de bebouwing deels buiten het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak zodanig aangepast dat alle bebouwing binnen het bestemmingsvlak past.  
Veldstreek 35, Zevenhuizen   Het perceel is bestemd als 'Wonen'. De gemeente werkt mee aan een verzoek tot wijziging van de bestemming voor de vestiging van een dagopvang/dagbesteding met een maximale gebruiksoppervlakte van 110 m2.   Op de verbeelding is de aanduiding 'bedrijf aan huis' toegevoegd.
In de planregels is het bedrijf opgenomen in de lijst in artikel 32 lid 32.1 onder i.  
Zandwijk 3, Zevenhuizen   Er is een paardenstal buiten het bestemmingsvlak 'Wonen' gerealiseerd.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak zodanig aangepast dat de paardenstal en de paardrijbak binnen het bestemmingsvlak passen.  
De Holm 14, Tolbert   Het bestemmingsvlak is niet juist bestemd. Dit wordt hersteld.   Het bestemmingsvlak is gewijzigd.  
De Zandhoogte 10/10a, Tolbert   Het perceel heeft de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2]'. Er is echter geen tweede woning aanwezig, maar wel een recreatiewoning, die niet is aangeduid.   De aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2]' is van de verbeelding verwijderd. De aanduiding 'recreatiewoning' is toegevoegd op de verbeelding.
De in artikel 32, lid 32.1 sub j opgenomen bepalingen zijn van toepassing.  
De Zandhoogte 12a, Tolbert   Het perceel heeft de bestemming 'Wonen'. Er is een recreatiewoning aanwezig, die niet is aangeduid.   De aanduiding 'recreatiewoning' is toegevoegd op de verbeelding.
De in aartikel 32, lid 32.1 sub j opgenomen bepalingen zijn van toepassing.  
Holmerpad 4, Tolbert   Het agrarisch bedrijf past niet binnen de bestemming A-AB1.   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd naar A-KW.  
Mensumaweg 23, Tolbert   Het perceel is bestemd als 'Wonen'. De gemeente werkt mee aan een verzoek tot wijziging van de bestemming voor de vestiging van een geluidsstudio met een maximale gebruiksoppervlakte van 110 m2.   Op de verbeelding is de aanduiding 'bedrijf aan huis' toegevoegd.
In de planregels is het bedrijf opgenomen in de lijst in artikel 32, lid 32.1 onder i.  
Noorderweg 10 en Traansterweg 15, Tolbert   Er is nu één bestemmingsvlak opgenomen met de bestemming 'Bedrijf' en de aanduiding 'bedrijf'. Er is een viskwekerij gevestigd aan de Traansterweg en een handel in landbouwmechanisatiemachines aan de Noorderweg 10.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak gesplitst in twee bestemmingsvlakken. Op het perceel Traansterweg 15 is de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' opgenomen. Beide percelen hebben de aanduiding 'bedrijf'.
In de regels is het perceel Traansterweg 15 in de lijst van artikel 12.1 sub c toegevoegd.  
Tolbertervaart 6, Tolbert   Ten zuiden van het perceel met de bestemming 'Wonen' wordt een parkeervoorziening aangelegd.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot. In de regels is in artikel 32.5 toegevoegd dat het gebruik conform de bestemming Wonen uitsluitend is toegestaan indien de gronden landschappelijk zijn ingepast en er geen gebouwen worden gebouwd. Het inpassingsplan is als Bijlage 7 bij de regels gevoegd.  
Traansterweg 13, Tolbert   Op het perceel, dat is bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3', wordt een werktuigenloods gebouwd, die aan de noordzijde niet binnen het bestemmingsvlak past.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast. Het tweede (gekoppelde) bouwvlak is vervallen.  
Schillegepad 11, Tolbert   Het perceel is bestemd als 'Wonen'. Het feitelijk gebruik ten behoeve van het wonen, past niet binnen het huidige bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Pasop 2 en 4, Midwolde   De voormalige school met de bestemming 'Maatschappelijk' heeft inmiddels een woonfunctie.   De bestemming is gewijzigd naar 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [4]'.  
Pasop 15, Midwolde   Dit perceel is bestemd als 'Bedrijf' met de aanduiding 'bedrijf' (seksinrichting) en 'bedrijfswoning uitgesloten'.   De maximum bebouwde oppervlakte bedraagt 390 m2. Dit is in de regels opgenomen.  
Pasop 56, Midwolde   Het perceel is bestemd als 'Wonen'.   Op de verbeelding is de perceelsgrens van de bestemming 'Wonen' opgeschoven en is de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied toegevoegd en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5'.  
Pasop 58, Midwolde   Het perceel is bestemd als 'Wonen'. Het feitelijk gebruik ten behoeve van het wonen, past niet binnen het huidige bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Hoofdstraat 149/149a, Lettelbert   Extra woning toevoegen op de verbeelding vloeit voort uit bp: voormalig agrarisch bedrijf).   Op de verbeelding is de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2]' toegevoegd.  
Hoofdstraat 159, 160, 161, Lettelbert (achter)   De grond achter de percelen is verkocht aan de eigenaar en wordt feitelijk gebruikt ten behoeve van het wonen.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak van de woonbestemming iets vergroot.  
Hoofdstraat 188a, Lettelbert   Dit perceel is bestemd als 'Agrarisch'. Op het perceel staat een recreatiewoning en bij het water zijn een steiger en botenhuis gerealiseerd.   Op de verbeelding is dit perceel bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'recreatiewoning'.  
Hooilanden 12, Lettelbert   Dit perceel is bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'bedrijf aan huis'. De woning wordt feitelijk gebruikt als recreatiewoning.   Op de verbeelding is de recreatiewoning als 'recreatiewoning'.  
Hoofdstraat 226, 224 en 228, Oostwold   Dit perceel is bestemd als 'Maatschappelijk'. Het voormalige schoolgebouw is echter verkocht en wordt nu feitelijk gebruikt als woning.   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd naar 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [3]'  
Hoofdstraat 270a/b/c/d, Oostwold   Het perceel is bestemd als 'Water' met de functieaanduiding 'woonschepenligplaats' en de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal eenheden: 5'.
De feitelijke situatie is zodanig dat één woonboot niet binnen de functieaanduiding past.
Ook ontbreekt de mogelijkheid voor het bouwen van bijgebouwen en een aanlegsteiger.  
Op de verbeelding is de aanduiding 'woonschepen- ligplaats' opgeschoven.
Het aantal woonschepen blijft gelijk.
Voor bijgebouwen en andere bouwwerken maximaal 20 m2 + aanlegsteiger. Dit valt deels binnen de bestemming Verkeer - 4 en deels binnen Water. In de regels van beide bestemmingen is dit geregeld.  
Dorpsstraat 26, Enumatil   Dit perceel is bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2' en de dubbellbestemming 'Waarde - Reliëf'. Het feitelijk gebruik is wonen. In de woning is een bedrijf aan huis (kringloopbedrijf) aanwezig.   Op de verbeelding is het perceel bestemd als 'Wonen' met de functieaanduiding 'bedrijf aan huis'.
In de planregels is het bedrijf opgenomen in de lijst in artikel 32, lid 32.1 onder i. De toegestane oppervlakte voor het kringloopbedrijf is 330 m2.  
Lettelberterdijk 7, Enumatil   Dit perceel heeft de bestemming 'Wonen'. Er is toestemming gegeven voor het uitoefenen van een kleinschalig kampeerterrein.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot, zodat het kleinschalig kampeerterrein binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' is opgenomen.  
Dijkweg 4, Boerakker   De woonbestemming verruimen in verband met realisatie paardenbak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast.  
Nienoordhaven 2, Leek   De locatie havengebouw/De Zijlen heeft de bestemming 'Verkeer - 4', maar past feitelijk beter in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' + aanduiding 'daghoreca'.   Het havengebouw is op de verbeelding bestemd als 'Recreatie - Dagrecreatie' met de aanduiding 'horeca'.
In de regels is in de bestemming 'Recreatie - dagrecreatie' in lid 24.1 na sub d een nieuw sub e toegevoegd met als tekst: 'ter plaatse van de aanduiding 'horeca' een havengebouw met sanitaire voorzieningen en daghoreca.  
Nienoordshaven 2, Leek   Haven is nu bestemd als 'Water'. Vanwege het gebruik als jachthaven is het beter om dit aan te duiden. Water met aanduiding 'jachthaven'.   Op de verbeelding is de jachthaven aangeduid als 'jachthaven'.
In de regels is in de bestemming 'Water' (Artikel 31) in lid 31.1 na sub e een nieuw sub f toegevoegd met als tekst: ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' een jachthaven;'. Het begrip 'jachthaven' was al opgenomen in de begrippen.  

Algemeen

Onderwerp   Huidige situatie   Aanpassing  
begripsbepaling 'zorgboerderij'   de huidige begripsbepaling is: 'het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen, door middel van een aan het agrarisch gebruik verbonden werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard en in de vorm van dagopvang'.   een of meerdere bestaande gebouwen van een (voormalig) agrarisch bedrijf, waar bedrijfsmatig dagbesteding voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, personen met een psychische of sociale hulpvraag en/of zorgbehoevende ouderen, al dan niet in combinatie met overnachtingsmogelijkheden voor de doelgroepen wordt geboden.  
dubbelbestemmmingen 'Waarde - Open gebied' e.d.   deze bestemmingen zijn op de analoge verbeelding niet zichtbaar.   Dit is aangepast op de verbeelding.  
gedoogbeschikkingen   In artikel 53.2.5 is persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen.   In de regels in lid 53.2.5 vervalt het persoonsgebonden overgangsrecht ter plaatse van de locatie Hoofdstraat 200, Lettelbert
Ter plaatse van de locatie Noorderweg 22a is de naam van W. van der Velde verwijderd (overleden).  
natuureducatie Nienoord   Op 27-11-2012 is in principe medewerking toegezegd voor afwijking van het bestemmingsplan t.b.v. een natuureducatieroute.   De bestemming van de percelen ten noorden van het recreatiespeelpark is op de verbeelding gewijzigd van 'Natuur - Agrarisch' naar 'Natuur'.  
pingoruïnes   De pingoruïnes worden geïnventariseerd en inbestemd.   De verbeelding is aangepast. De pingoruïnes zijn overgenomen uit de kaart Landschap van POV 2016. De pingoruïne Bolmeer is op de verbeelding aangepast en de grondboringen zijn toegevoegd als Bijlage 5 bij de toelichting.  
regeling internetbedrijven   In de huidige situatie bevat het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' nog geen regels omtrent internetbedrijven.   In regels toegevoegd:
begrip 'internethandel' en begrip 'afhaalpunt'
artikel 12 Detailhandel, lid 12.1 sub b: na 'detailhandel is niet toegestaan' toegevoegd: 'met uitzondering van internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid en zonder afhaalpunt' ;
artikel 17. Detailhandel, lid 17.1 in bestemmingsomschrijving toegevoegd: 'daaronder ook begrepen internethandel'
artikel 32 Wonen, lid 32.1 sub h: toegevoegd: internethandel zonder fysieke bezoekmogeijkheid en zonder afhaalpunt is toegestaan.  
standplaatsvergunningen   De standplaatsen nabij Hoofdstraat 153/155 te Lettelbert en op het parkeerterrein nabij Nienoord 20 te Leek moeten worden bestemd.   De standplaatsen zijn op de verbeelding aangeduid als 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats'. In de regels is bij de bestemmingen Recreatie - Dagrecreatie en Maatschappelijk in de bestemmingsomschrijving de volgende bepaling toegevoegd: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats' een standplaats voor ambulante detailhandel is toegestaan; '
Ook is de definitie van standplaats toegevoegd in artikel 1.  
werkschuren   Op een aantal veldpercelen zijn werkschuren aanwezig.   Op de verbeelding zijn deze aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - werkschuur'. In de regels zijn deze opgenomen in artikel 3 - Agrarisch.  
dubbelbestemmming 'Waterstaat - Waterberging'   Het waterschap Noorderzijlvest heeft aangegeven dat deze dubbelbestemming noodzakelijk is.   Dit is aangepast op de verbeelding.  
dubbelbestemmming 'Waterstaat - Waterkering'   Het waterschap Noorderzijlvest heeft aangegeven dat deze dubbelbestemming noodzakelijk is.   Dit is aangepast op de verbeelding.  

3.3 Correctieve aanpassingen

In het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn op perceelsniveau een aantal zaken niet juist vastgesteld. Onderstaand zijn deze percelen opgesomd en per perceel is aangegeven wat er is gewijzigd.

Adres   Huidige situatie   Aanpassing  
Bolmeer 9, Zevenhuizen   Er is geen intensieve veehouderij aanwezig.   De aanduiding 'intensieve veehouderij' is van de verbeelding verwijderd.  
Bremerweg 15, Zevenhuizen   Dit perceel is bestemd als 'Agrarisch bedrijf 3' met de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen [2] '. Er is echter geen tweede bedrijfswoning aanwezig en er is ook geen aanvraag voor een tweede bedrijfswoning gedaan.   De aanduiding 'aantal bedrijfswoningen [2] verwijderd van de verbeelding.  
De Haspel 15, Zevenhuizen   Dit perceel is bestemd als 'Wonen' en in artikel 32 aangeduid als 'bedrijf aan huis'. Deze aanduiding ontbreekt op de verbeelding.
Er is echter geen sprake van een bedrijf aan huis.  
In de regels is dit adres verwijderd uit de lijst in artikel 32, lid 32.1, sub i.  
Dwarshaspel 15, Zevenhuizen   Bouwvlak 'Agrarisch bedrijf 1' (A-AB1).   Op de verbeelding is aan het bouwvlak de aanduiding 'intensieve veehouderij' toegevoegd.  
Hoofddiep 9, Zevenhuizen   Er is geen intensieve veehouderij aanwezig.   De aanduiding 'intensieve veehouderij' is van de verbeelding verwijderd.  
Kokswijk 53, Zevenhuizen   De bedrijfsbebouwing ligt gedeeltelijk buiten het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak verlengd tot ongeveer 330 meter.  
Oudewijk 17 en 17-I, Zevenhuizen   Het betreft twee woonpercelen, maar op de verbeelding is geen aanduiding voor twee woningen opgenomen.   De aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt op de verbeelding toegevoegd met het aantal [2].  
Veldstreek 47, Zevenhuizen   Er is geen intensieve veehouderij aanwezig.   De aanduiding 'intensieve veehouderij' is van de verbeelding verwijderd.  
De Holm 1, 1-1 en 3, Tolbert   De bestemmingsvlakken 'Wonen' en 'Detailhandel' op de verbeelding aanpassen.   Het perceel De Holm 1-1 was bestemd als 'Detailhandel' en is op de verbeelding nu bestemd als 'Wonen'. Op de percelen nr. 1 en 1-1 is de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2] ' toegevoegd.  
De Holm 12, Tolbert   Dit perceel is bestemd als 'Agrarisch bedrijf 3' met de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen [2] '. Er is echter geen tweede bedrijfswoning aanwezig is en er is ook geen aanvraag voor een tweede bedrijfswoning gedaan.   De aanduiding 'aantal bedrijfswoningen [2] is verwijderd van de verbeelding.  
De Holm 14, Tolbert   Het inrichtingsplan voor dit perceel met de bestemming 'Bedrijf' maakt nog geen onderdeel uit van de regels.   In de regels is in artikel 12 lid 5 toegevoegd dat de landschappelijke inpassing dat het gebruik conform de bestemming Bedrijf uitsluitend is toegestaan indien de gronden landschappelijk zijn ingepast. Het inpassingsplan is als Bijlage 6 bij de regels gevoegd.  
De Holm 15-1, Tolbert   Dit perceel is bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'bedrijf aan huis'. In artikel 32 is dit bedrijf echter niet vermeld.   In de regels is in artikel 32, lid 32.1, sub i dit bedrijf (transport-/ verhuisbedrijf) toegevoegd.
De toegestane oppervlakte bedraagt 600 m2.  
Noorderweg 22 en 24, Tolbert   Dit perceel is bestemd voor 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2]'. Het bestemmingsvlak is niet juist getekend.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aan de westzijde vergroot.  
Noorderweg 11, Midwolde   Dit perceel is op de verbeelding bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'bedrijf aan huis'. In artikel 32 is dit bedrijf niet vermeld. Er is echter geen sprake van een bedrijf aan huis (hobbymatig).   De aanduiding 'bedrijf aan huis' is van de verbeelding verwijderd.  
Hoofdstraat 202A, 202 en 202-I, Lettelbert   Deze percelen zijn bestemd als 'Bedrijf' en 'Agrarisch - Paardenhouderij'. Het feitelijk gebruik van nr. 202 en 201-I is echter wonen. Toegezegd is om het feitelijk gebruik te gaan bestemmen bij herziening van he bestemmingsplan.   De bestemming is op de verbeelding gewijzigd in 'Wonen'. Tevens is de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden [2] ' toegevoegd.
Het bestemmingsvlak 'Bedrijf' is aan de oostzijde uitgebreid en de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is toegevoegd.  
Hoendiep ZZ 38, Oostwold   Op de verbeelding is dit perceel bestemd als 'Wonen' met de aanduiding 'bedrijf aan huis'. In artikel 32 is dit bedrijf niet vermeld. Er is echter geen sprake van een bedrijf aan huis (hobbymatig).   De aanduiding 'bedrijf aan huis' is van de verbeelding verwijderd.  

3.4 Wijzigingen aanduiding gebouwen

3.4.1 Inventarisatie karakteristieke gebouwen

De provincie Groningen zet in haar ruimtelijk beleid in het buitengebied - naast het behoud van landschappelijke kwaliteit - in op het zorgvuldig omgaan met gebouwd cultureel erfgoed. In de provinciale verordening is opgenomen dat gemeenten in bestemmingsplannen een inventarisatie en beschrijving van de in het plangebied aanwezige karakteristieke gebouwen dienen op te nemen. Bij panden die als karakteristiek/beeldbepalend bouwwerk worden aangemerkt, zijn de karakteristieken van dergelijke bouwwerken leidend bij de doorontwikkeling van deze panden.

De gemeente Leek heeft alle percelen met een woonbestemming of agrarische bestemming die binnen het plangebied vallen (ongeveer 900 stuks) geïnventariseerd en gewaardeerd op de criteria cultuurhistorische waarde, architectuurhistorisch waarde, stedenbouwkundig ensemble, authenticiteit en zeldzaamheid. Aan de hand van deze criteria heeft de gemeente een selectie gemaakt van 40 objecten. Van deze selectie hebben 16 objecten de waardering gemeentelijk- of Rijksmonument.

Libau heeft de selectie van de gemeente beoordeeld en alle 24, niet monumentale, gebouwen gewaardeerd aan de hand van de vooropgestelde criteria. Vervolgens heeft Libau deze karakteristieke gebouwen beschreven. Deze beschrijving is tot stand gekomen aan de hand de criteria, beeldmateriaal, een kaart van het object in het grotere geheel en een luchtfoto van het object.

In de eindrapportage zijn per geselecteerd object de karakteristieke waarden in woord en beeld beschreven. In de rapportage is daartoe een motivatie, beeldmateriaal een matrix met de scores ten aanzien van de selectiecriteria opgenomen. De 'Inventarisatie karakteristieke gebouwen buitengebied gemeente Leek' van 23 maart 2016 is als Bijlage 5 Karakteristieke en beeldbepalende gebouwen buitengebied gemeente Leek bij de regels gevoegd.

Op de verbeelding hebben zowel de gebouwen uit de gemeentelijke inventarisatie als de gemeentelijke monumenten (in totaal 40 objecten) de aanduiding 'ka' (karakteristiek) gekregen. De voormalige agrarische bedrijven (VAB) hebben de aanduiding 'sw-vbb' (specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied).

In de regels is in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3, Agrarisch - Paardenhouderij, Bedrijf, Wonen de bepaling opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de instandhouding van de bestaande architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde wordt nagestreefd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 51.1 van Artikel 51 Algemene bouwregels.

In bovengenoemd artikel is bepaald dat de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit de oppervlakte, goot- en bouwhoogte, nokhoogte en dakhelling van de als karakteriek aangeduide (delen van) gebouwen, niet meer dan 10% mag afwijken van de bestaande maatvoering.

Hiervan kan worden afgeweken, indien geen afbreuk wordt gedaan aan de architectonische, cultuurhistorische en situatieve waarden van de huitwendige hoofdvorm en wordt voldaan aan de overige bouwregels die ter plaatse van toepassing zijn. Indien in combinatie met de bouwwerkzaamheden ook sloopwerkzaamheden plaatsvinden, dient een sloopvergunning te zijn verleend.

De voorwaarden voor het verlenen van een sloopvergunning zijn ook opgenomen in lid 51.1.

3.4.2 Plattelandswoningen

Overeenkomstig het gemeentelijk beleid (zie paragraaf 2.3.3) is in dit bestemmingsplan in de agrarische bedrijfsbestemmingen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen van de agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning. Na wijziging tot plattelandswoning wordt de woning aangeduid als 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning'.

In Bijlage 2 Beleidsnota Plattelandswoningen zijn de criteria opgenomen die dienen als toetsingskader voor verzoeken tot aanwijzing van de plattelandswoning zijn.

Deze hebben betrekking op:

  • de karakteristiek van het gemeentelijk buitengebied en de voorgenomen ontwikkelingsrichting
  • de cultuurhistorische waarde van het landschap en de bebouwing
  • de leefbaarheid van het platteland
  • Gezondheidsaspecten
  • de afstand tot een veehouderij
  • de geurbelasting

Bij de afweging worden verder betrokken:

  • de relatie met de lokale woningmarkt
  • de functionele kenmerken van het gebied
  • de redelijkerwijs te voorziene bedrijfsontwikkelingen van het bedrijf.

3.5 Wijzigingen op grond van reactieve aanwijzing en uitspraak RvS

3.5.1 Reactieve aanwijzing

Bij besluit van 27 april 2010, nr. 2010-27.27/17/B.21, RP heeft de provincie Groningen een reactieve aanwijzing gegeven (NL.IMRO.9920.RA0022buitengebied-0001) ten aanzien van:

Bij besluit van 28 juni 2011, nr. 2011-28.779/26/B.11, RP heeft de provincie Groningen de reactieve aanwijzing ten aanzien van artikel 32 van de planregels, alsmede de bestemmingsvlaken 'Wonen' voor een aantal in het besluit genoemde percelen ingetrokken (Staatscourant 2011 nr. 12810 van 13 juli 2011).

3.5.2 Uitspraak RvS

De Raad van State heeft op 19 oktober 2012 (uitspraak 201005289/1/R1) het besluit van het College van Gedeputeerde Staten vernietigd voor wat betreft:

ad 1. artikel 3.4.1, onder a (Agrarisch). Dit betreft kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten de agrarische bouwpercelen.

ad 2. de bestaande maatvoering van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, wat betreft een perceel in Lettelbert (appellant 2);

ad 3. de uitbreiding van het bedrijfsvloeroppervlak.

Het beroep van de gemeente Leek en appellant 3 is voor het overige (gedeeltelijk nr. 2) en nr. 4 (nieuwbouwruimte) ongegrond verklaard.

Het gaat daarbij concreet om percelen waarop in het bestemmingsplan zoals dat gold voor het in 2010 vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Leek', nog een agrarische bestemming rustte, maar waarvan het agrarisch gebruik inmiddels is beëindigd en die daarom in het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn bestemd als 'Wonen'. In de ogen van de provincie Groningen had de gemeente bij het bestemmen van die betreffende percelen de bestaande maatvoering moeten vastleggen, conform artikel 4.27, vierde lid van de verordening.

Een tweede correctieve aanpassing betreft de regeling in het bestemmingsplan waarbij de bevoegdheid aan burgemeester en wethouders was toegekend om (agrarische) bedrijfsbestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Wonen', waarbij meer dan één woning mogelijk werd gemaakt in de voormalige bedrijfswoning en in een aan de voormalige bedrijfswoning aangebouwde voormalige bedrijfsruimte. Het aantal te realiseren woningen was bovendien niet expliciet begrensd. De provincie achtte dit in strijd met artikel 4.7 van de verordening.

3.5.3 Aanpassingen

Concreet leidt dit tot de volgende aanpassingen van het bestemmingsplan

voormalige boerderijen die zijn bestemd als 'Wonen'

In artikel 32 (Wonen) is in lid 32.2.1. (bouwregels gebouwen) is sub b (de gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 300 m2) aangevuld met: "met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend' en de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied' de bestaande gebouwen uitsluitend mogen worden vergroot met instandhouding van de bestaande architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde, een en ander met inachtneming van het bepaalde in Artikel 51 Algemene bouwregels, waarbij geldt dat indien ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een groter gezamenlijk oppervlak aanwezig is het bestaande oppervlak het maximum is".

Wijziging van de (agrarische) bedrijfsbestemming in de bestemming 'Wonen' in meer dan één woning

In de artikelen 4.8.2 (Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1), 5.8.2 (Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2), 6.8.2 (Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3), 7.8.2 (Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4), 8.8.2 Agrarisch - Fruitteelt), 9.8.2 (Agrarisch - Kwekerij), 10.7.2 (Agrarisch - Paardenhouderij), 12.7.2 (Bedrijf); 13.5.2 (Bedrijf - Garage), 15.6.2 (Bedrijf - Opslag), 17.5.2 (Detailhandel), 18.5.2 (Detailhandel - Tuincentrum), 19.5.2 (Horeca) en 20.6.2 (Maatschappelijk), alle onder b , is de volgende tekst geschrapt:

"in afwijking van het bepaalde onder a mogen meerdere woningen worden gerealiseerd, met dien verstande dat:

    • 1. de woningen uitsluitend mogen worden gerealiseerd in de voormalige bedrijfswoning en in een aan de voormalige bedrijfswoning aangebouwde voormalige bedrijfsruimte;
    • 2. bij het aantal toe te laten woningen mede rekening wordt gehouden met de voor de gemeente vastgestelde nieuwbouwruimte;
    • 3. de karakteristiek van de bebouwing en het erf niet mogen worden aangetast;
    • 4. de verkeersinfrastructuur een toename van het aantal woningen moet toelaten;
    • 5. de toename van het aantal woningen niet mag leiden tot extra beperkingen van de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven, hetgeen dient te zijn aangetoond aan de hand van de van toepassing zijnde milieuregelgeving en de daarop gebaseerde jurisprudentie (omgekeerde werking);
    • 6. de oppervlakte aan bijgebouwen per woning niet meer mag bedragen dan 130 m2 en de oppervlakte aan bijgebouwen in totaal niet meer mag bedragen dan 400 m2, welke bijgebouwen moeten zijn ondergebracht in één gebouw; deze regeling wordt bij de wijziging vastgelegd;
    • 7. bedrijfsgebouwen, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning met aangebouwd bedrijfsgedeelte, dienen te worden gesloopt, indien en voor zover de staat van onderhoud van deze gebouwen en de daarmee verband houdende uiterlijke verschijningsvorm ervan niet in overeenstemming zijn met de Bouwverordening of het Bouwbesluit, dan wel in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand;
    • 8. waardevolle bebouwing niet mag worden gesloopt. De vraag of bebouwing waardevol is, wordt beantwoord aan de hand van de volgende criteria: gaafheid, architectonische waarde, cultuurhistorische waarde, het streekeigene, beeldbepalende waarde, belendende bebouwing, samenhang tussen landschap en bebouwing, de mate waarin het object als uniek is aan te merken;"

3.6 Wijzigingen op grond van de Provinciale omgevingsverordening

3.6.1 Definities

In de Omgevingsverordening zijn een aantal definities opgenomen die nog niet in het bestemmingsplan waren opgenomen.

Aanpassing

Aangepast is de volgende definitie:

intensieve veehouderij:

agrarische bedrijfsvoering, zelfstandig of als neventak, gericht op het geheel of nagenoeg geheel in gebouwen houden van varkens, pluimvee, vleeskalveren en vleesstieren, alsmede pelsdieren, met uitzondering van het biologisch houden van dieren overeenkomstig de geldende biologische regelgeving en met uitzondering van het houden van leghennen volgens het 'vrije-uitloopsysteem';

Toegevoegd zijn de volgende definities:

biologische regelgeving:

regelgeving zoals opgenomen in de Landbouwkwaliteitswet, het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 en in het bijzonder verordening (EG)834/2007 en de bijbehorende bepalingen in verordening (EG) 889/2008 en verordening (EG) 1235/2008. Specifiek voor dierlijke productie is tevens de Wet dieren, het Besluit Diervoeders, de Regeling Diervoeders 2012, het Besluit Dierlijke producten en de Regeling Dierlijke producten 2012;

erfinrichtingsplan:

een plan waarin met toepassing van de maatwerkmethode in overleg met het betrokken bedrijf de omvang, situering en ruimtelijke inrichting van het bouwperceel en de landschappelijke inpassing van de bebouwing en opslag- of andere voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, zijn vastgelegd;

karakteristieke gebouwen:

gebouwen die van cultuurhistorische waarde zijn op grond van karakteristieke hoofdvorm, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, bijdragen aan de herkenbaarheid van de omgeving, gaafheid of zeldzaamheid;

maatwerkmethode:

methode van overleg via keukentafelgesprekken met als doel om op bedrijfsniveau overeenstemming te bereiken over omvang, situering en inrichting van het bouwperceel;

vrijgekomen gebouwen:

gebouwen die blijvend zijn of worden onttrokken aan het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk zijn opgericht en/of zijn bestemd;

3.6.2 Wijze van meten

In de Omgevingsverordening zijn in artikel 2.4.1 enkele bepalingen opgenomen over de wijze van meten.

Aanpassing

Gewijzigd:

De ashoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.

Toegevoegd:

De bouwhoogte van een reclame- of antennemast:

vanaf het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van af het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

3.6.3 Karakteristieke gebouwen

In de Omgevingsverordening is in artikel 2.13.2 aangegeven dat bij hergebruik van vrijgekomen (agrarische) gebouwen de functie wonen slechts is toegestaan in het hoofdgebouw en in een bij het hoofdgebouw behorend karakteristiek gebouw, mits het toevoegen van nieuwe woningen past in een woonvisie als bedoeld in artikel 2.15.1 van de Omgevingsverordening.

In het nieuwe bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen voor de karakteristieke gebouwen (zie ook paragraaf 3.4). Om de functie 'wonen' mogelijk te maken in karakteristieke bijgebouwen moet het bestemmingsplan worden aangepast.

Aanpassing 

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Paardenhouderij wordt in de leden 4.8.2, 5.8.2, 7.8.2 en 10.7.2 toegevoegd:

Toepassing van de in (...) genoemde bevoegdheid vindt plaats met in achtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de woonfunctie mag uitsluitend worden uitgeoefend:
    • 1. in de voormalige bedrijfswoning en in een aan de voormalige bedrijfswoning aangebouwde voormalige bedrijfsruimte, waarbij geldt dat in totaal niet meer dan 1 woning aanwezig mag zijn;
    • 2. in een bij het hoofdgebouw behorend gebouw dat als 'karakteristiek' is aangeduid.
3.6.4 Bouw- en verbouwmogelijkheden vrijkomende gebouwen in het buitengebied

Artikel 2.13.3 van de Omgevingsverordening bepaalt in het eerste lid dat een bestemmingsplan dat betrekking heeft op vrijgekomen gebouwen in het buitengebied die aan de oorspronkelijke (agrarische) functie zijn onttrokken, niet voorziet in het vergroten van gebouwen en het oprichten van nieuwe gebouwen, anders dan vervangende nieuwbouw (zie ook paragraaf 3.5).

In het tweede lid van hetzelfde artikel wordt aangegeven dat het bestemmingsplan, onder voorwaarden, kan voorzien in de mogelijkheid tot het vergroten van vrijgekomen (voormalige agrarische) gebouwen. Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.

Aanpassing

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4, Agrarisch - Fruitteelt, Agrarisch - Kwekerij, Agrarisch - Paardenhouderij, Bedrijf, Bedrijf - Garage, Bedrijf - Opslag, Detailhandel, Detailhandel - Tuincentrum, Horeca, Maatschappelijk, zijn in de leden 4.8.2, 5.8.2, 6.8.2, 7.8.2, 8.8.2, 9.8.2, 10.7.2, 12.7.2, 13.5.2, 15.6.2, 17.5.2, 18.5.2, 19.5.2 en 20.6.2 als voorwaarden voor wijziging naar de woonfunctie toegevoegd dat:

  • de gebouwen uitsluitend mogen worden vergroot met instandhouding van de bestaande architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde;
  • na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 32 Wonen van toepassing zijn, de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied' aan het bestemmingsvlak wordt toegekend en de regels van lid 51.1.1 sub b van toepassing zijn.

In artikel 51.1.2is geregeld dat er mag worden afgeweken van de bouwregels van lid 51.1.1 mits:

  • (sub d) de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'vrijkomende bebouwing buitengebied', als bedoeld in lid 51.1.1 sub b, niet verder wordt vergroot dan maximaal 20% van de oppervlakte zoals die aanwezig was op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan, onder voorwaarde dat de nieuwe bebouwing past in het aanwezige bebouwingsbeeld;
  • (sub e) de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bebouwing buitengebied', als bedoeld in lid 51.1.1 sub b, wordt vergroot met meer dan 20% van de oppervlakte zoals die aanwezig was op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan, onder voorwaarde dat voor deze uitbreiding de maatwerkmethode wordt toegepast. In de maatwerkmethode dient rekening gehouden te worden met:
    • 1. de historisch gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
    • 2. de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
    • 3. een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
    • 4. het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
    • 5. het aspect nachtelijke lichtuitstraling.
3.6.5 Uitbreiding niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen

Uitbreiding bebouwing met 20%

Artikel 2.13.5, eerste lid, sub a van de Omgevingsverordening bepaalt dat een bestemmingsplan, onder voorwaarden, kan voorzien in de mogelijkheid tot uitbreiding van bebouwing van niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen in het buitengebied tot een percentage van 20% van de totale oppervlakte van de op het bouwperceel aanwezige bebouwing.

In de bedrijfsbestemmingen van het bestemmingsplan is een dergelijke regeling al aanwezig, maar in de maatschappelijke bestemmingen nog niet. Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.

Aanpassing

De regeling is aangevuld in de bestemming Maatschappelijk en Sport. Toegevoegd is in lid 20.4.1 en 26.4.1 dat de bebouwing met maximaal 20% mag worden uitgebreid. De voorwaarden zijn opgenomen in lid 54.2.

Uitbreiding bestemmingsvlak met 20%

Artikel 2.13.5, eerste lid, sub b van de Omgevingsverordening bepaalt dat een bestemmingsplan kan voorzien in de mogelijkheid tot uitbreiding van het bouwperceel tot een percentage dat niet meer mag bedragen dan 20% van de oppervlakte van het bouwperceel. Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.

Aanpassing

In de artikelen Agrarisch en Agrarisch met waarden - Natuur is in de leden 3.8.1 en 11.6.1 toegevoegd:

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming (....) wijzigen:

in de bestemming Bedrijf, Bedrijf - Garage, Bedrijf - Opslag, Detailhandel, Detailhandel - Tuincentrum, Horeca en Maatschappelijk ten behoeve van vergroting van het bestemmingsvlak van deze bestemmingen met maximaal 20%, met dien verstande dat:

  • 1. de gronden moeten grenzen aan de bestemming waarvoor de vergroting van het bestemmingsvlak is bedoeld;
  • 2. de gronden niet de dubbelbestemming Waarde - Open gebied hebben;
  • 3. deze bedrijven en maatschappelijke voorzieningen niet gevestigd mogen zijn in voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, en;
  • 4. deze vergroting uitsluitend mag plaatsvinden in combinatie met een eenmalige uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met maximaal 20% van de aanwezige bedrijfsbebouwing, en:
      • er rekening wordt gehouden met:
      • de historisch gegroeide landschapsstructuur;
      • de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande bebouwing;
      • de evenwichtigheid van de ordening, maatvoering en vormgeving van de bedrijfsgebouwen;
      • het woon- en leefklimaat van direct omwonenden;
      • het aspect nachtelijke uitstraling.

Uitbreiding bebouwing met meer dan 20%

Artikel 2.13.5, tweede lid, sub a van de Omgevingsverordening bepaalt dat een bestemmingsplan kan voorzien in de mogelijkheid tot uitbreiding van bebouwing van niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen in het buitengebied tot een percentage dat meer mag bedragen van 20% van de totale oppervlakte van de op het bouwperceel aanwezige bebouwing.

Aanpassing

In de bestemmingen Bedrijf, Bedrijf - Garage, Bedrijf - Opslag, Detailhandel, Detailhandel - Tuincentrum, Horeca en Maatschappelijk is in de leden 12.4.1, 13.4.1, 15.4.1, 17.4.1,18.4.1, 19.4.1 en 20.4.1 toegevoegd:

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

(...) ten behoeve van het uitbreiden van de bestaande bebouwde bedrijfsvloeroppervlakte met meer dan 20%, mits:

  • 1. is aangetoond dat redelijkerwijs niet op een andere locatie dan waar het bedrijf is gevestigd, in de ruimtebehoefte kan worden voorzien, en;
  • 2. een erfinrichtingsplan met toepassing van de maatwerkmethode is opgesteld onder begeleiding van een onafhankelijke of een door het college van burgemeester en wethouders aangestelde deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur; het gebruik van de bebouwing en de voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, is uitsluitend toegestaan indien:
      • de bebouwing en de voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, overeenkomstig het erfinrichtingsplan zijn gebouwd en/of aangelegd en;
      • de erfbeplanting is aangelegd en instandgehouden conform het erfinrichtingsplan;
  • 3. rekening is gehouden met:
      • de historisch gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
      • de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande bebouwing;
      • een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de bedrijfsgebouwen;
      • het woon- en leefklimaat van direct omwonenden, en;
      • het aspect nachtelijke lichtuitstraling.
3.6.6 Nieuwe agrarische bouwpercelen

Artikel 2.26.2 van de Omgevingsverordening bepaalt dat een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuw agrarisch bouwperceel. In het huidige bestemmingsplan is hiervoor al een regeling opgenomen, die in overeenstemming moet worden gebracht met de Omgevingsverordening.

Aanpassing

In de bestemming Agrarisch, Agrarisch - Paardenhouderij, Bedrijf en Bedrijf - Garage wordt in de leden 3.8.1, 10.7.1, 12.7.1 en 13.5.1 de regeling gewijzigd in:

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in:

  • a. een agrarische bedrijfsbestemming ten behoeve van de verplaatsing van agrarische bedrijven, indien er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf dat verplaatst wordt:
    • 1. uit het Natuurnetwerk Nederland in de provincie; of
    • 2. omdat de bestaande bedrijfsvoering aantoonbaar niet kan voldoen aan actuele wettelijke milieuhygiënische normen of omdat de bedrijfsvoering op de oorspronkelijke vestigingslocatie aantoonbaar ernstige overlast veroorzaakt, die niet op een andere manier kan worden tegengegaan; of
    • 3. omdat een actuele stedelijke ontwikkeling, of aanleg van infrastructuur binnen de provincie Groningen, dan wel het Besluit externe veiligheid buisleidingen aan continuering van de bedrijfsvoering in de weg staat; of
    • 4. op basis van een door Gedeputeerde Staten vastgestelde specifieke taakstelling tot inplaatsing van agrarische bedrijven; mits:
      • (...)
      • Gedeputeerde Staten ontheffing hebben verleend; de maatwerkmethode is toegepast onder begeleiding van een bij de provincie Groningen werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur;
      • aan de omvang, situering en vormgeving van de nieuwe agrarische bedrijfslocatie een erfinrichtingsplan ten grondslag ligt, waarbij in ieder geval rekening is gehouden met de aspecten die zijn genoemd in 55.2 Afwegingskader wijziging, met dien verstande dat het gebruik van de bebouwing uitsluitend is toegestaan indien de landschappelijke inpassing van de bebouwing is uitgevoerd en instandgehouden conform het erfinrichtingsplan;
      • (...)
3.6.7 Bebouwing buiten de agrarische bouwpercelen

Atikel 2.26.1 van de Omgevingsverordening bepaalt dat alle agrarische bedrijfsbebouwing en voorzieningen voor mestopslag, bedrijfsbebouwing en opslag van veevoer worden geconcentreerd binnen een agrarisch bouwperceel. Hiervan zijn alleen bestaande solitaire bedrijfsbebouwing en solitair gesitueerde voorzieningen voor de opslag van mest en veevoer, alsmede erf- en terreinafscheidingen en schuilstallen uitgezonderd.

In artikel 2.26.7 van de Omgevingsverordening is een nieuwe regeling toegevoegd, op grond waarvan voorzieningen voor mestopslag en voor opslag van veevoer buiten het agrarisch perceel worden opgericht, op voorwaarde dat in de planregeling is geborgd dat een omgevingsvergunning alleen kan worden verleend indien wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Deze bepaling wijkt iets af van wat in het huidige bestemmingsplan is opgenomen.

Aanpassing

De bepalingen in artikel 3.4.1 van de bestemming Agrarisch voor afwijking van de bouwregels voor kuilvoerplaten en/of mestsilo's worden aangepast zodat ze geheel in overeenstemming zijn met de verordening. Deze bepaling wordt ook toegevoegd in lid 11.3 van de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur.

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

  • a. 3.2.2  onder a en b en toestaan dat mestopslagen, kuilvoerplaten en/of sleufsilo's worden gebouwd, mits:
    • 1. aannemelijk is gemaakt dat objectief is aangetoond dat plaatsing op de grond met de agrarische bedrijfsbestemming niet mogelijk is vanwege ruimtelijke of milieuhygiënische belemmeringen; ruimtegebrek of ongewenst is vanwege milieuhygiënische of planologische redenen;
    • 2. de afstand tussen de mestopslag/kuilvoerplaat/sleufsilo en een gebouw op grond met de bouwperceelgrens van de agrarische bedrijfsbestemming niet meer bedraagt dan 25 m;
    • 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 4. over de landschappelijke aanvaardbaarheid en de wijze van inpassing van de mestopslag/kuilvoerplaat/sleufsilo's advies wordt ingewonnen bij een onafhankelijke dan we wel een door de gemeente aangestelde deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur en de nakoming van eventueel te stellen voorwaarden aan de landschappelijke inpassing wordt geborgd in de vorm van een voorwaarde bij de omgevingsvergunning;
    • 5. de gronden niet de dubbelbestemming Waarde - Houtsingelreservaat of Waarde - Open gebied hebben.
3.6.8 (Intensieve) veehouderij

Artikel 2.29.1 van de Omgevingsverordening bevat de regeling dat nieuwvestiging en uitbreiding van een hoofd- of neventak intensieve veehouderij niet is toegestaan.

Artikel 2.29.2 van de Omgevingsverordening bevat de regeling dat een uitbreiding van een intensieve veehouderij kan worden toegestaan in het belang van het milieu of het dierenwelzijn. In de agrarische bedrijfsbestemmingen is hiervoor al een afwijkingsregeling opgenomen.

In artikel 2.30 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat een bestemmingsplan regels stelt die erin voorzien dat binnen gebouwen voor een agrarisch bedrijf ten hoogste één bouwlaag mag worden gebruikt voor het houden van dieren.

Aanpassing

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat een intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij'. Tevens is per locatie het maximum aantal vergunde dieren opgenomen.

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 worden in de leden 4.4.1 sub e, 5.4.1 sub e, 6.4.1 sub e en 7.4.1 sub e de voorwaarden waaronder de stallen voor intensieve veehouderij mogen worden vergroot in overeenstemming gebracht met de Omgevingsverordening.

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 was een afwijkingsregeling opgenomen voor het bouwen ten behoeve van een toename van het aantal dieren bij een intensieve veehouderij, mits ontheffing is verleend door GS. Deze bepaling in de leden 4.4.1 sub f, 5.4.1 sub f, 6.4.1 sub f en 7.4.1 sub f wordt geschrapt.

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 wordt in de leden 4.4.1 sub g, 5.4.1 sub g, 6.4.1 sub g en 7.4.1 sub g na "en toestaan dat wordt gebouwd ten behoeve van het aantal dieren" toegevoegd: "met uitzondering van intensieve veehouderijen".

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 wordt in de leden 4.2.2, 5.2.2, 6.2.2 en 7.2.2 de bepaling toegevoegd dat binnen de gebouwen ten hoogste één bouwlaag mag worden gebruikt voor het houden van dieren.

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 worden de leden 4.8.1 sub k, 5.8.1 sub l, 6.8.1 sub l en 7.8.1 sub l geschrapt omdat deze wijzigingsbevoegdheid voor uitplaatsing van een intensieve veehouderij in strijd is met de Omgevingsverordening.

3.6.9 Ruimte-voor-ruimte regeling

In artikel 2.13.4, onder b van de Omgevingsverordening is een ruimte-voor-ruimte regeling opgenomen. Deze is aan het bestemmingsplan toegevoegd.

Aanpassing

In artikel 55.1 Wijzigingsbevoegdheid is de volgende bepaling toegevoegd:

Burgemeester en wethouders kunnen:

waarbij:

  • 1. één extra woning mag worden gebouwd ter compensatie van de afbraak van 750 m2 voor hergebruik van niet geschikte of geschikt te maken niet karakteristieke of beeldbepalende bebouwing, of
  • 2. twee extra woningen mogen worden gebouwd ter compensatie van de afbraak van 2.000 m2 voor hergebruik van niet geschikte of geschikt te maken niet karakteristieke of beeldbepalende bebouwing,

met dien verstande dat een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend als:

      • het toevoegen van nieuwe woningen past in de Woonvisie Westerkwartier 2015-2020 of, indien deze tijdens de planperiode worden gewijzigd, in de dan geldende woonvisie;
      • de nieuw te bouwen woning of woningen wordt/worden gebouwd op het perceel waar de bebouwing wordt gesloopt;
      • de ruimtelijke kwaliteit in visueel-landschappelijk opzicht door de sloop en vervangende nieuwbouw verbetert;
      • de ruimtelijk relevante kenmerken van de nieuwe bebouwing en de erfinrichting passen in het landschapsbeeld;
      • de gezamenlijke oppervlakte van een woning en de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 300 m2;
      • over de ruimtelijke inpassing van de nieuwe bebouwing advies wordt ingewonnen bij een onafhankelijke of een door de gemeente aangestelde deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur;
      • de betreffende gronden niet zijn gelegen in de in de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 aangegeven 'NNN-beheergebieden', 'NNN- natuurgebieden', 'NNN-beheer aanpassingsgebied', 'NNN-natuuraanpassingsgebied', het 'Zoekgebied robuuste verbindingszone' of de 'bos- en natuurgebieden buiten het Natuurnetwerk Nederland';
3.6.10 Windturbines

In artikel 2.14.1 van de verordening is opgenomen dat nieuwe windturbines met een ashoogte van 15 meter of minder alleen op de bouwpercelen mogen worden opgericht.

Aanpassing

In de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2, Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3 en Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4 is in de leden 4.2.4, 5.2.4, 6.2.4, 7.2.4 en is de bouwhoogte 51.8 van een windturbine gewijzigd in de ashoogte van een windturbine.

In artikel 54 Algemene afwijkingsregels is in lid 54.1.5 toegevoegd 'uitsluitend binnen een bouwperceel'.

3.7 Ambtshalve wijzigingen

AANDACHTSPUNTEN ALGEMEEN

Onderwerp   Huidige situatie   Aanpassing  
bed & breakfastregeling   Er is in de agrarische bestemmingen en in de woonbestemming een regeling bij recht opgenomen om een bed & breakfast van maximaal 50 m2 te realiseren.   Er is een afwijkingsregeling voor het gebruik opgenomen in de agrarische en woonbestemming waarbij maximaal 250 m2, dan wel maximaal 30% van de bestaande bedrijfsbebouwing kan worden gebruikt voor en bed & breakfast.  
begrippen     de begrippen aan huis verbonden beroep, bedrijfswoning, bestaand, bouwen, hoofdgebouw, kampeermiddel en kleinschalig kampeerterrein zijn aangepast in de regels.  
Fietsroute PLUS   tracé meenemen zodra bekend is hoe deze route eruit gaat zien.   P.M.  
gaslocaties NAM:
Mensumaweg/Pasop/ Zevenhuizen  
controle bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening gebiedsaanduiding veiligheidszone mijnbouw. Regels aanvullen.   In de regels is in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' (artikel 14) toegevoegd:
b. terreinen en bouwwerken ten behoeve van de winning, verwerking, opslag en/of distributie van aardgas en/of olie, uitsluitend aan de Mensumaweg, Pasop en Zevenhuizen; In lid 14.2.2 (bouwregels) is toegevoegd:
de bouwhoogte van een vlampijp mag niet meer bedragen dan 25 m;
de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m;
De regeling met betrekking tot de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - mijnbouw' is niet aangepast.  
Hoogspanningleiding   De bouwhoogte van de masten is nu bepaald op 40 m.
Er is geen omgevingsvergunningstelsel opgenomen.  
De maximum bouwhoogte is verhoogd naar 60 m.
In de regels is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen.  
Houtsingels   De houtsingels in 'Nota Houtsingel hoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier', zijn niet volledig opgenomen in het vigerende bestemmingsplan.   De verbeelding is op dit punt aangepast.
In de regels wordt de uitbreidingsmogelijkheid van het bestaande bebouwde bedrijfsvloeroppervlak in singelgebied gemaximaliseerd op 20%.  
Huishouden   Begrip huishouden opnemen in begripsbepaling.   In de regels is het begrip 'huishouden' toegevoegd, met als omschrijving 'één of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn'.  
Kleinschalig kampeerterrein   Voorwaarden toevoegen voor de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid   In de agrarische (bedrijfs)bestemmingen (artikel 3 t/m 10) en in artikel 32.6.1 onder c worden de voorwaarden toegevoegd waaraan moet worden voldaan voor de oprichting van een kleinschalig kampeerterrein.  
Kuilvoerplaten en sleufsilo's   Een toevoeging in de regels opnemen om de bestaande solitair gelegen opslagvormen niet weg te bestemmen.   In de regels is in artikel 3.2.2 onder b toegevoegd 'uitgezonderd bestaande solitair gesitueerde voorzieningen voor de opslag van mest en veevoer'.  
Mantelzorgregels   Volgens nieuwe regelgeving.   In de regels zijn de regels m.b.t. mantelzorg geschrapt;  
Ondergeschikte bouwdelen   ondergeschikte bouwdelen opnemen in de regels artikel 2.2 aanpassen: toevoegen + maat 1,5 meter.   In de regels is in lid 2.2 (ondergeschikte bouwdelen) toegevoegd 'en erkers'. De maat is gewijzigd van 1 naar 1,5 m.
In artikel 1 is de definitie van erker toegevoegd: 'een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;'  
Ondergeschikte detailhandel   toestaan ondergeschikte detailhandel bij agrarische bestemmingen + beleid internethandel.   In alle agrarische bedrijfsbestemmingen (muv Agrarisch Paardenhouderij) is de volgende verbodsbepaling voor het gebruik opgenomen: het gebruik van de gebouwen voor detailhandel, met uitzondering van detailhandel als niet zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf of als onderdeel van een ondergeschikte nevenactiviteit, mits deze activiteit beperkt blijft tot de verkoop van hoofdzakelijk ambachtelijke, agrarische en/of aan de agrarische sector gelieerde producten, inclusief de internethandel in deze producten.  
Plattelandswoningen   Beleid plattelandswoningen meenemen (zie Westerdijk 13 Enumatil) + regels.   Bestemmingsplan verwerkt.
 
Reclame-uitingen   Reclame-uitingen beperken in de algemene bouwregels maximaal 0,52 (artikel 46).   In artikel 46 toegevoegd: Reclame-uitingen. Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de oppervlakte van reclame-uitingen niet meer dan 0,5 m2 mag bedragen.  
Recreatie - dagrecreatie (artikel 24.1)   In de bestemmingsomschrijving onder sub b en sub c ontbreekt de functie 'daghoreca'.   De functie 'daghoreca' is alsnog toegevoegd in artikel 24.1 (Recreatie - Dagrecreatie).  
Recreatiewoning   Uit de bestemmingsomschrijving is niets vermeld over aanbouwen, uitbouwen en (aangebouwde) bijgebouwen.   In artikel 32.1 sub j is toegevoegd dat de oppervlakte van de recreatiewoning inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 70 m2 bedraagt, waarbij vrijstaande bijgebouwen niet zijn toegestaan.  
PIP Waterberging     De plangrens is aangepast.  
Zonnepark Leeksterveld   Blinkweg Leeksterveld opnemen in herziening.   Het zonnepark is als 'Bedrijf - Zonnepark' op de verbeelding en in de regels opgenomen.  
Parkeren   Regels opnemen voor parkeren vanwege gewijzigde wetgeving.   In de Overige regels zijn algemene regels opnemen voor parkeergelegenheid en lossen en laden.  
Windturbines   In de algemene afwijkingsregels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor windturbines binnen het bouwperceel. Er is geen rekening gehouden met de veiligheid van hoogspannings- verbindingen.   In lid 54.1.5 is toegevoegd dat bij plaatsing van windturbines rekening moet worden gehouden met een werpafstand bij 2x nominaal toerental ten opzichte van de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'.  

AANDACHTSPUNTEN PERCEEL

Adres   Huidige situatie   Aanpassing  
Carolieweg 16, Zevenhuizen   Het bestaande kleinschalige kampeerterrein is niet aangeduid.   Op de verbeelding is een aanduiding 'kampeerterrein' opgenomen. In de regels is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een kleinschalig kampeerterrein is toegestaan, mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in lid 32.5.1 sub c.  
De Haspel 28, Zevenhuizen   Er is een neventak intensieve veehouderij toegestaan met maximaal 940 vleesvarkens.   Bedrijf valt onder de stoppersregeling.
In de bestemming A-AB1 is in de bestemmingsomschrijving toegevoegd dat er plaatse van het adres De Haspel 28, Zevenhuizen tot 1 januari 2020 een neventak intensieve veehouderij is toegestaan met maximaal 940 vleesvarkens.  
Dwarshaspel 2, Zevenhuizen   De nieuw te bouwen schuur past niet binnen het bestemmingsvlak 'Wonen'   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak 'Wonen' vergroot.  
Evertswijk 54-3, Zevenhuizen   Verzocht is om uiitbreiding van het bestaande bestemmingsvlak. Op dit perceel ligt de bestemming 'Bedrijf' met als nadere aanduiding 'Agrarisch loonbedrijf + opslag' met de daarbij behorende bedrijfsmatige activiteiten.   De aanpassing wordt toegestaan onder voorwaarde dat het bestemmingsvlak max. 1,8 ha mag bedragen, dat een landschappelijk inpassingsplan is opgesteld, dat als Bijlage 8 bij de regels is toegevoegd en dat een geluidwal wordt geplaatst. Het akoestisch onderzoek en de notitie onderzoek geluidwering woningen Evertswijk 54 en 54d te Zevenhuizen zijn als Bijlage 6 en Bijlage 7 aan de toelichting toegevoegd.
Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast en is de aanduiding 'geluidwal' opgenomen.  
Haspelwijk 14-I, Zevenhuizen   Het bestemmingsvlak is niet ingetekend conform de huidige kadastrale eigendomssituatie.
Voorkomen moet worden dat er bouwwerken met een woonfunctie worden gebouwd binnen 50 m van het agrarisch bedrijf aan de Haspelwijk 14.  
Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast.
In art. 32.2.3 sub i van de regels is bepaald dat er binnen 50 m, gerekend vanaf een stal voor het veblijf van rundvee, geen bouwwerken worden opgericht voor de woonfunctie.  
Krommekolk 1, Zevenhuizen   De bebouwing past niet binnen het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Jonkersvaart 99, Zevenhuizen   De huidige bestemming is 'Agrarisch', maar moet worden gewijzigd naar 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1'.   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd.  
Oudestreek 11, Zevenhuizen   Levensbron kerkgebouw. Het aangekochte agrarische perceel bestemmen als maatschappelijk   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd naar 'Maatschappelijk'. Tevens is een landschappelijk inpassingsplan opgesteld dat als Bijlage 9 bij de regels is gevoegd.  
Oudewijk 29a, Zevenhuizen   Is bestemd als 'Wonen' met aanduiding 'recreatiewoning'. Vanwege de reactieve aanwijzing is deze bestemming niet van kracht. Er vindt permanente bewoning plaats.   Op de verbeelding is het perceel bestemd als 'Wonen'. De aanduiding 'recreatiewoning' is verwijderd.  
Oudewijk 31, Zevenhuizen   Het bestaande kleinschalige kampeerterrein is niet aangeduid.   Op de verbeelding is een aanduiding 'kampeerterrein' opgenomen. Deze is opgenomen in de naastgelegen bestemming 'Agrarisch'.  
Veldstreek 47, Zevenhuizen   Geen intensieve veehouderij meer in werking.   Op de verbeelding is de aanduiding 'intensieve veehouderij' verwijderd.  
Blinkweg Tolbert   De huidige bestemming is 'Agrarisch' . Er moet een tijdelijke bestemming (30 jaar) voor een zonnepark worden opgenomen.   Op de verbeelding is de bestemming 'Agrarisch - Zonnepark Voorlopig' opgenomen. De achterliggende bestemming blijft 'Agrarisch'.
In de regels is een nieuw artikel 'Agrarisch - Zonnepark Voorlopig' toegevoegd.  
De Holm 12, Tolbert   Overgauw kippenbedrijf IV kippen. Bestemmingsvlak vergroten + detailhandel. Er staan twee bedrijfswoningen op verbeelding. terwijl er sprake is van één bedrijfswoning.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot en is de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen [2] verwijderd.
In de regels is toegevoegd dat ter plaatse ongeveer 220 m2 aan detailhandel is toegestaan.  
Noorderweg 36, Tolbert   Het achtergelegen perceel met kadastraal nummer 3867 is niet juist bestemd. Het heeft de bestemming 'Wonen' maar hoort bij het bedrijf op Noorderweg 36.   Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd in 'Bedrijf'.  
Tolbertervaart 7, Tolbert   De bebouwing past niet in het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Hoodstraat 124, Midwolde   Bestemmingsvlak aanpassen   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
Hoofdstraat 144a, Midwolde   Agrarisch bedrijf. Bestemmingsvlak vergroten.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot. De bestemming is gewijzigd in A-AB3.  
Midwolderweg 21, Midwolde   Controle bouwvlak.   Op de verbeelding is een deel van het bestemmingsvlak toegevoegd aan de woonbestemming nr. 24.  
Noorderweg 2, Midwolde   Woonbestemming uitbreiden naar westen.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak vergroot.  
E 5, Oostwold   Bedrijf aan huis (dierenpension) in lijst van bedrijven opnemen.   In de regels is dit dierenpension in de lijst van bedrijven opgenomen. De oppervlakte bedraagt 450 m2.  
Hoofdstraat 216, Oostwold   Het bestemmingsvlak is niet in overeenstemming met het bedrijfsvloeroppervlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aan de oostzijde uitgebreid tot de sloot langs het bedrijf.  
Hoofdstraat 224-226-228, Oostwold   Aanpassen bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast.  
Diepswal 46 (+ 45), Leek   Woonbestemming: Let op. één woning aanduiding 2 verwijderen + twee bestemmingsvlakken maken.   Op de verbeelding zijn er twee bestemmingsvlakken 'Wonen' gemaakt. De aanduiding 'aantal wooneenheden [2]' is verwijderd.  
Kerkweg 59, Leek   Er is een neventak intensieve veehouderij toegestaan met 228 vleesvarkens en 7.500 vleeskuikens.   In de bestemming A-AB2 is in de bestemmingsomschrijving toegevoegd dat er plaatse van het adres Kerkweg 59, Leek een neventak intensieve veehouderij is toegestaan met maximaal 228 vleesvarkens en 7.500 vleeskuikens.  
Tolberterstraat 72, Leek   gebouw Oude Ulo, bestemming verruimen Maatschappelijk en dienstverlening. Bestaande aanduiding (od) openbare dienstverlening veranderen in DV. Regels aanpassen, inclusief openbare dienstverlening (artikel 20.1 onder c en begrip 1.41).   Op de verbeelding is de aanduiding 'openbare dienstverlening' gewijzigd in 'dienstverlening'.

In de regels is in artikel 20.1 onder c de aanduiding 'openbare dienstverlening' gewijzigd in 'dienstverlening'. In de begrippen is in de definitie van 'dienstverlening' toegevoegd 'openbare'  
Carolieweg 1-5, Niebert   Er zijn drie woningen aanwezig, waarvoor één bestemmingsvlak is opgenomen met de aanduiding (sw-vab, maximum aantal wooneenheden [2].   Op de verbeelding zijn drie aparte bestemmingsvlakken opgenomen. Op twee ervan is de aanduiding 'sw-vab' opgenomen. De aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is verwijderd.  
Carolieweg 26-28, Niebert   De bebouwing past niet in het bestemmingsvlak.   Op de verbeelding is het bestemmingsvlak aangepast.  
Lettelberterdijk 7, Lettelbelt   Het bestaande kleinschalige kampeerterrein is niet aangeduid.   Op de verbeelding is een aanduiding 'kampeerterrein' opgenomen. In de regels is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een kleinschalig kampeerterrein is toegestaan, mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in lid 32.5.1 sub c.  

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

In een bestemmingsplan dient te worden aangetoond dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.

Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied en een aantal partiële herzieningen. De aanpassingen die plaatsvinden hebben voornamelijk betrekking op implementatie van gewijzigde landelijke en provinciale regelgeving. Ze maken geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk op grond waarvan toetsing aan de milieuaspecten noodzakelijk is. Deze toetsing is daarom achterwege gelaten.

Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving

5.1 Juridisch systeem

De Wro bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een bestemmingsplan. In het Bro is deze regeling verder uitgewerkt.

Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • a. een verbeelding van het bestemmingsplangebied waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
  • b. de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting.

Ook zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.

Het bestemmingsplan wordt in digitale vorm vastgesteld, tegelijk met een verbeelding van het bestemmingsplan op papier. Als de digitale en papieren verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.

5.2 Regels

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op de bestemming.

In de planregels is in vet/geel gemarkeerd zichtbaar gemaakt welke tekst nieuw toegevoegd is en/of gewijzigd en welke tekst is geschrapt (doorhalingen/geel gemarkeerd) ten opzichte van de bestaande regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek'.

5.2.1 Inleidende regels

In de Inleidende regels zijn algemene artikelen opgenomen die voor het hele plan van belang zijn. In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In artikel 2 is vastgelegd op welke wijze dient te worden gemeten.

Ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn er enkele begrippen aangepast en toegevoegd.

5.2.2 Bestemmingsregels

In de Bestemmingsregels zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven.

Ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn er in de bestemmingsregels een aantal aanpassingen gedaan. Deze zijn in hoofdstuk 3 uitgebreid toegelicht.

Wat betreft de dubbelbestemmingen is de bestemming 'Waarde - Archeologie' vervangen door de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waarde - Archeologie 5', die voorkomen in het plangebied. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.3.4.

De inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn toegelicht in hoofdstuk 3.

5.2.3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat bij opeenvolgende bouwaanvragen waarbij een bepaalde oppervlakte aan grond als voorwaarde is geformuleerd, dezelfde grond opnieuw bij de afweging omtrent vergunningverlening wordt betrokken. De anti-dubbeltelregel wordt conform het Bro overgenomen in het bestemmingsplan.

Verder behoren tot de algemene regels:

  • Algemene bouwregels;
  • Algemene gebruiksregels;
  • Algemene aanduidingsregels;
  • Algemene afwijkingsregels;
  • Algemene procedureregels;
  • Overige regels.

De wijzigingen in deze regels ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek' zijn toegelicht in hoofdstuk 3.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

In het bestemmingsplan is het overgangsrecht conform het Bro opgenomen. De peildata voor overgangsrechtelijke situaties aangaande bouwen en gebruik liggen op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

Slotregel

In de slotregel is aangegeven onder welke benaming de regels worden aangehaald.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De aanpassingen die in deze partiële herziening worden gedaan, hebben alle betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande situaties of ontwikkelingsmogelijkheden die reeds middels eerdere planologische herzieningen waren vastgelegd.

De (bestaande) ontwikkelingsmogelijkheden zijn bovendien van dusdanige aard dat hiervoor geen gemeenschapsgelden moeten worden aangesproken. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 van de Wro is mede daarom ook niet aan de orde.

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg

Het voorontwerpbestemmingsplan is op grond van artikel 3.1.1 van het Bro verzonden naar de overlegpartners en heeft van 13 januari 2017 tot 24 februari 2017 ter inzage gelegen. Er zijn 39 inspraak- en overlegreacties ingediend. Op 31 januari 2017 was er een inloopsessie georganiseerd voor de inwoners.

De nota inspraak en overleg is als Bijlage 4 bij de toelichting opgenomen.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 7 juni 2018 tot 18 juli 2018 ter inzage gelegen. Er zijn 22 zienswijzen ingediend. De nota zienswijzen en commentaar is als Bijlage 8 bij de toelichting opgenomen.