Woongebieden

5.9 Molenbiotoop

Bebouwing en bomen zorgen ervoor dat molens niet goed meer kunnen functioneren, omdat zij de doorstroming van wind verhinderen. Ook zorgen zij voor een vermindering van de belevingswaarde (zichtbaarheid) van de molen. Om hier in planologische zin meer grip op te grijpen, wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde molenbiotoop. De molenbiotoop heeft betrekking op de hele omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van die molen als maalwerktuig én als monument, en is afhankelijk van de hoogte van de molen en omliggende bebouwing en beplanting. De vereniging Hollandsche Molen monitoren de molenbiotopen en gebruiken daarbij een systeem om de molenbiotoop te beoordelen. Per molen is de omgeving geïnventariseerd en beoordeeld als slecht, bedenkelijk, matig, aanvaardbaar of goed.

Korenmolen De Hoop is oorspronkelijk gebouwd in 1860 in Vierverlaten en in 1923 overgebracht naar de huidige locatie. Het is een achtkantige grondzeiler en aangewezen als rijksmonument.

Molen De Hoop op een mooie winterdag.

De molen staat op een bult die ongeveer anderhalve meter boven het maaiveld van de polder ligt. De biotoop van de molen is te classificeren als matig. De werking van de molen wordt reeds bepaald door de aanwezige bebouwing en opgaande beplanting langs de Woldweg. Het is halverwege (180º) ingebouwd ofwel ingegroeid. De ashoogte van de molen betreft 11,65 meter (vlucht = 23,25 meter) boven NAP. De onderkant van de wieken is gelegen op circa 2,05 meter boven NAP.

Vanwege de monumentale waarde zal de molen met respect worden behandeld. Om het functioneren van de molen te garanderen, zal binnen een straal van 400 m de bebouwingsdichtheid en -hoogte afgestemd worden op de bestaande bebouwing langs de Woldweg. Hierbij is gebruik gemaakt van de “molenbiotoop rekenmodule” van de vereniging Hollandsche Molen. De Molenbiotoop is op de plankaart van het bestemmingsplan door middel van een dubbelbestemming aangeduid.