Plan: | Lofar Kielwindeweer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0018.BP095-30va |
Het plan voorziet in de realisatie van een LOFAR-station voor het uitvoeren van astronomisch onderzoek en onderzoek naar infrageluid. Voor beide typen onderzoek is verschillende meetapparatuur noodzakelijk. Op de navolgende luchtfoto zijn de antennevelden in het plangebied ingetekend. De bovenste cirkel betreft het gebied voor de Low Band Antennes, de onderste voor High Band Antennes (zie paragraaf 2.5.2).
Op navolgende afbeelding zijn de antennevelden schematisch weergegeven.
Het LOFAR-antenneveld heeft een afmeting van circa 145 m bij circa 100 m. Het plangebied is ingericht met antennes. Het perceel zal enkele keren per jaar worden gemaaid, zodat de kenmerkende openheid van het gebied blijft behouden.
Er wordt geen hek of afrastering geplaatst rond het antennestation.
Het LOFAR-station wordt aangesloten op het openbaar stroomnet, het glasvezelnet (indien nodig) en/of het telefoonnetwerk. Daarvoor wordt een kleine straatkast bij de ingang van het perceel of in de berm van de weg geplaatst. Deze straatkast wordt gezien als nutsvoorziening en kan daarom buiten het plangebied worden gerealiseerd.
Tevens wordt centraal in het plangebied een kast met elektronica voor de signaalverwerking geplaatst, van 200 cm hoog, 240 cm breed en 80 cm diep.
Ten behoeve van de signaalverwerking van de niet-astronomische toepassingen (Infrageluidinstrument) wordt een veel kleinere kast geplaatst.
Straatkast Kast voor signaalverwerking(apparatuurkast)
Het plangebied is bereikbaar vanaf de Dorpsstraat in Kiel-Windeweer. Er zal echter geen toegangspad worden aangelegd, omdat alleen bij de plaatsing van de antennes en een enkele keer voor onderhoud het plangebied moet worden bereikt.
De twee antennevelden voor astronomisch onderzoek hebben een diameter van 85 m voor Low Band Antennes (LBA) en een cirkelvormig veld met een diameter van 55 m voor High Band Antennes (HBA).
Low Band Antennes
Een LBA-veld bevat 96 eenvoudige antennes, bestaande uit een pvc-buis van 1,60 m hoog en vier schoordraden, waarvan het bovenste gedeelte de eigenlijke antenne is.
Onder elke antenne wordt om waarneemtechnische redenen een ijzeren rooster gelegd. Elke antenne is door middel van een glasvezelkabel op een apparatuurkast aangesloten, waar de eerste signaalbewerkingen plaatsvinden. Deze kabels liggen circa 40 cm diep. Navolgende figuren geven een impressie van de antennes.
Low Band Antenne, in rood aangegeven de eigenlijke antennes
LBA- veld Rooster als bodemplaat
High Band Antennes
Een HBA-veld bestaat uit 768 nog kleinere antennes die zijn ingepakt in piepschuim dozen, deze zijn weer ingepakt in speciaal zwart plastic. Deze dozen, ook wel 'tiles' of tegels genoemd, zijn 60 cm hoog. Het totale oppervlak is circa 50 m bij 50 m. Alle antennes worden op het maaiveld gelegd en er is geen sprake van funderingen.
Prototype HBA, zonder piepschuimen doos Ingepakte HBA-tiles
Op de rand van het perceel wordt een meetpunt van het KNMI aangebracht. Deze bestaat uit een ronde koker (diameter circa 50 cm, diepte 80 cm) die circa 25 cm boven de grond uitsteekt en waaraan zes tuinslangen zijn bevestigd. Onder in de koker zit een zeer gevoelige barometer waarmee infrasound metingen worden gedaan. Infrasound is een voor de mens niet hoorbaar geluid. Het is namelijk een luchtdruk verplaatsing met een zeer lange golflengte.