direct naar inhoud van 5.7 Archeologie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va

5.7 Archeologie

In Monumentenwet 1988 is aangegeven dat bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden.

Bij het roeren van de bodem kunnen archeologische waarden verloren gaan. Of archeologische waarden verloren gaan is afhankelijk van de diepte en het oppervlak van de bodemroering en of er ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn. Momenteel is de gemeente bezig beleid te ontwikkelen zodat ruimtelijke ontwikkelingen doorgang kunnen vinden zonder dat daarbij te beschermen archeologische waarden verloren gaan. De planvorming van het beleid heeft geleid tot de Nota Archeologiebeleid (hierna: Nota).

In de Nota zijn de bekende aanwezige archeologische waarden geïnventariseerd en is bekeken in welke gebieden archeologische waarden te verwachten zijn. Op basis daarvan zijn voorwaarden geformuleerd waaronder ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Uitgangspunt daarbij is dat waardevolle archeologische, cultuurhistorische en cultuurlandschappelijke relicten worden behouden.

Afhankelijk van het risico op het verstoren van archeologische waarden, zijn in de Nota een drietal gebiedscategorieën onderscheiden waarvoor archeologisch beschermingsregimes gelden.

In alle gebiedscategorieën geldt dat bouwwerken en werkzaamheden (geen bouwwerken zijnde) zijn toegestaan, mits daardoor de grond niet dieper dan 40 onder maaiveld wordt geroerd. Overigens zijn vervanging van bestaande bouwwerken en uitvoering van werkzaamheden die behoren tot het normaal onderhoud, wel toegestaan.

Als de grond dieper wordt geroerd dan 40 centimeter is eerst een archeologisch onderzoek nodig om te bepalen of door de bodemroering ter plaatse te beschermen archeologische waarden worden aangetast. Uit het onderzoek kan naar voren komen dat de bodemroering zonder of onder voorwaarden is toegestaan. Die voorwaarden kunnen inhouden dat technische maatregelen worden getroffen, opgravingen worden verricht of dat de bodemroering onder begeleiding van een deskundige plaats moet vinden.

Afhankelijk van de kans op het verstoren van archeologische waarden, is per gebiedscategorie een oppervlakte aangegeven waarbinnen bodemroering plaats mag vinden zonder onderzoek:

AMK - terreinen en cultuurhistorisch waardevolle terreinen   15 m2  
Historische kernen en bebouwing en cultuurlandschappelijke waardevolle relicten   100 m2  
Gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde en rivier- en beekdalen   200 m2  

Het archeologisch beleid zoals hierboven beschreven is gedeeltelijk in dit bestemmingsplan verwerkt. Uitsluitend de archeologische gebieden die ook al in het bestemmingsplan Buitengebied 1993 waren opgenomen, zijn beschermd in dit bestemmingsplan.

De overige gebieden worden opgenomen in een (erfgoed)verordening gebaseerd op de Nota archeologiebeleid. Het beleid met de verordening zal worden vastgesteld in samenhang met de vaststelling van dit bestemmingsplan.

5.7.1 Bestemmingsplan buitengebied

Woningbouw

De woningbouw die mogelijk is op de locatie Pieter Venemakade tussen 157 en 161 is gelegen in een gebeid met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Onderzocht zal worden of door de woningbouw archeologische waarden verstoord kunnen worden.

De woningbouw die met wijzigingsbevoegdheid zijn toegestaan, bevinden zich nagenoeg allemaal binnen gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Bij de toepassing van de bevoegdheid of plicht zal dus in die gevallen nader onderzoek nodig zijn naar de te beschermen archeologische waarde. Een klein aantal is gelegen binnen gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Voor deze locaties is geen nader onderzoek nodig.

Glastuinbouw

De gronden in Sappemeer - Noord waarop glastuinbouwontwikkelingen zijn voorgestaan, zijn nagenoeg geheel gelegen binnen gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Ter bepaling of te beschermen archeologische verloren gaan is voor de besluit-MER een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek is gebleken er archeologische resten verwacht kunnen worden. Bij het roeren van de gronden dieper dan 40 centimeter - maaiveld over een oppervlakte van meer dan 200 m2kunnen archeologische waarden verloren gaan. Via de archeologische verordening zal dit worden geregeld.

Tijdelijke ontsluiting Meerstad

Uit archeologisch onderzoek (zie de bijlagen bij dit bestemmingsplan over de tijdelijke ontsluiting) is gebleken dat de bodem waarop de aanleg van de ontsluiting is voorzien al vrijwel volledig verstoord. De aanleg gaat dus niet gepaard gaat met verstoring van archeologische waarden. Wanneer bij de uitvoering onverhoopt grondsporen of vondsten worden aangetroffen, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de gemeente.