direct naar inhoud van 5.6 Bodem
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va

5.6 Bodem

Voor die gronden waar de bestemming wijzigt of nog niet gerealiseerd is, dient te worden aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie. Tevens is bodemonderzoek nodig als er sprake is van een ernstige en spoedeisende bodemverontreiniging. Door de gemeente is een bodemkwaliteitsverklaring afgegeven die is opgenomen in Bijlage 2 Bodemkwaliteitverklaring van deze plantoelichting. Die verklaring is afgegeven op basis van de informatie in het gemeentelijk bodeminformatiesysteem NAZCA, meerdere bodembeheerplannen en het historisch bodembestand.

Woningbouw

In de bodemkwaliteitsverklaring is weergegeven dat, op basis van de geraadpleegde bronnen, wordt aangenomen dat de bodem in het plangebied, voor zover het bodemgebruik wordt gewijzigd van de agrarische functie naar een woonfunctie, geschikt is of is te maken voor die functie. Een bouwvergunning kan pas worden afgegeven als uit bodemonderzoek blijkt dat het terrein geschikt is voor de functie wonen.

Het bestemmingsplan voorziet op het adres Dorpsstraat 318 in de wijziging van de bestemming 'Bedrijven opslag' (uit het bestemmingsplan Buitengebied 1993) naar de bestemming Wonen. Deze bestemming kan pas gerealiseerd worden nadat met bodemonderzoek is aangetoond dat het terrein geschikt is voor de functie wonen.

Glastuinbouw

De provincie Groningen draagt zorg voor en/of ziet toe op de milieuhygiënische geschiktheid van de bodem op de in gebruik zijnde bedrijfsterreinen, waaronder het glastuinbouwgebied. Uit de gegevens in de besluit-MER blijkt niet dat de bodemkwaliteit ter plekke niet geschikt is voor het beoogde glastuinbouwgebruik.

Tijdelijke ontsluiting Meerstad

Uit onderzoek (zie de bijlagen bij dit bestemmingsplan over de tijdelijke ontsluiting) is gebleken dat binnen het gebied waar de weg wordt aangelegd geen verdachte deellocaties aanwezig zijn. Nader onderzoek kan achterwege blijven. De bodemkwaliteit ter plekke voldoet aan het beoogde gebruik.

Overig

In de bodemkwaliteitsverklaring is aangegeven dat aan agrarische gronden en aan gronden met een natuurbestemming beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de aanwezigheid van bodemverontreiniging als gevolg van dempingen en/of asbest. Voor een tweetal gebieden zijn beheerplannen opgesteld, de daarvoor in het leven geroepen Stichting Landinrichting en bodemsanering draagt zorg voor uitvoering van deze plannen.

Voor zover het de bestemming wonen betreft en overige bestemmingen als detailhandel, horeca, bedrijven etc, worden deze gebieden- voor zover onderzocht - geschikt geacht voor de beoogde functies.

Op basis van het historische bodembestand is sinds 2006 op 20 plaatsen in het plangebied een aanvullende verificatie uitgevoerd. Dat heeft 2 (vermoedelijk) spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging opgeleverd (ecologisch risico) op een bestaande woonbestemming. Het bevoegd gezag (provincie Groningen) is hiervan op de hoogte gesteld.

Verder wordt opgemerkt dat de gemeente voor potentieel ernstige, niet spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging, geen bodemonderzoek laat uitvoeren bij gelijkblijvende bestemming, omdat hier geen actueel risico wordt verwacht. Bij grondverzet zal op deze locaties wel bodemonderzoek nodig zijn.