| Plan: | Buitengebied | 
|---|---|
| Status: | vastgesteld | 
| Plantype: | bestemmingsplan | 
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va | 
De navolgende paragraaf heeft zijn toepassing verloren omdat naar aanleiding van een zienswijze van de provincie Groningen de uit te werken bestemming voor deze locatie is komen te vervallen.
In het gebied dat is gelegen tussen de Laveiweg en de Verlengde Herenstraat voorziet dit 
							bestemmingsplan in woningbouwmogelijkheden. Belangrijkste reden voor de keus tot woningbouw zijn 
							de gemaakte afspraken met de Regio Groningen-Assen voor de realisatie van 3.600 woningen in 10 jaar 
							tijd. Om die opgave te kunnen vervullen is de ontwikkeling van verschillende woningbouwplannen in gang 
							gezet. De praktijk wijst echter uit dat tussen het maken van woningbouwplannen en het daadwerkelijk 
							realiseren ervan een groot verschil zit. Een groot deel van de plannen komt niet of pas na de planperiode 
							tot ontwikkeling. Dit zou ongewenste gevolgen hebben voor de ambities die aan die 
							woningbouwafspraken ten grondslag liggen: het kunnen bieden van passende woonruimte in de regio en 
							het aantrekken van huishoudens uit de midden- en hogere inkomensgroepen om een evenwichtigere 
							bevolkingsopbouw te scheppen. 
						
							Aan het niet kunnen verwezenlijken van woningplannen liggen vele factoren ten grondslag. Een van die 
							factoren is het kunnen verwerven van gronden. Voor deze woningbouwlocatie zijn de gronden reeds 
							verworven door de gemeente. Daarmee is de bijdrage van de locatie aan het vervullen van de 
							woningbouwtaakstelling voor een belangrijk deel zeker gesteld. 
						
							 
							
						
Plangebied Laveiweg
							In de provinciale omgevingsverordening maakt het gebied deel uit van het glastuinbouwgebied 
							Sappemeer-Noord. Op basis van het bestemmingsplan Plan in hoofdzaken uit 1960 en het 
							daaropvolgende bestemmingsplan Buitengebied uit 1993 is de vestiging van glastuinbouwbedrijven in het 
							gebied al decennialang mogelijk. Tot op heden is het gebied echter nog niet in gebruik genomen door 
							(glas)tuinbouw. Potentieel geïnteresseerde tuinders hebben aangegeven dat de lengte - breedte 
							verhouding van het gebied niet geschikt is voor de moderne tuinbouwbedrijfsvoering. Dit geldt voor het 
							gehele gebied dat is gelegen tussen het Achterdiep en de A7. Deze krachtige en aanhoudende geluiden 
							uit de tuinbouwsector liggen ten grondslag aan deze alternatieve invulling van het gebied ten zuiden van 
							het Achterdiep. 
						
							De alternatieve invulling is ook opgenomen in de gemeentelijke structuurvisie Boegbeelden komen tot 
							leven, het is als 'overgangsgebied' aangeduid. 
						
							In het overgangsgebied wordt de ruimte geboden aan woonvormen in combinatie met activiteiten die 
							elders in de gemeente niet passen. Het gaat om activiteiten die ofwel elders als hinderlijk worden 
							ervaren ofwel elders door omvang/vorm niet passen binnen de bestaande en wenselijke 
							stedenbouwkundig en landschappelijk context. Te denken valt aan kleinschalige woon/werk combinaties 
							voor (startende) kleine bedrijven. Hierdoor wordt een woonmilieu in het dorpse en landelijke segment 
							gecreëerd, passend in een gemeentelijke traditie.
						
							Het gebied tussen het Achterdiep en de A7 is bij uitstek geschikt voor deze uitzonderlijke 
							woon/werk/hobby combinaties en ruime kavels. Het gebied maakt deel uit van Sappemeer-Noord waarin 
							reeds sprake is van een menging van functies (glastuinbouw, akkerbouw, niet-agrarische bedrijven, sport 
							en wonen). Het karakter van het bestaande woon- en leefklimaat komt daarmee overeen met het 
							karakter van het 'overgangsgebied'. Daarnaast heeft het gebied voldoende omvang en mogelijkheden om 
							ruime percelen uit te kunnen geven en tegelijkertijd in het gebied zelf en daarbuiten te voldoen aan de 
							kwaliteitseisen die aan goed woon - en leefklimaat worden gesteld. 
						
							RUIMTELIJKE AANVAARDBAARHEID
						
							Om te kunnen voldoen aan de woningbouwtaakstelling zal altijd een ruimtelijke verandering plaats 
							moeten vinden. De creatie van een nieuw woonlint tussen de Laveiweg en de Verlengde Winkelhoek is 
							ruimtelijk aanvaardbaar. De ruimtelijke verandering zal namelijk vooral functioneel worden beleefd en niet 
							qua bouwmassa. Immers de voorheen geldende bestemmingsplannen stonden tuinbouwkassen toe van 
							9 meter hoog en in een hoge dichtheid. Deze bebouwingshoogte komt overeen met die van een woning. 
							Bovendien brengen de kassen een aanzienlijke hogere bebouwingsdichtheid met zich mee dan de 
							voorgestane woningen. 
						
							De functionele verandering van tuinbouw naar wonen zal in de beleving zeker merkbaar zijn, maar die 
							verandering komt overeen met de beleving van de directe en wijde omgeving. Gezien de hoge 
							concentratie van woonfuncties (en andere stedelijke functies) langs de Verlengde Herenstraat en de 
							overige linten, wordt het gebied vanaf het Achterdiep tot aan de A7 reeds als bebouwd gebied beleefd. 
							Weliswaar met een geringere bebouwingsgraad dan Sappemeer, maar met een hogere dan kenmerkend 
							voor het buitengebied. 
						
							De relatie tussen het bebouwd gebied van Sappemeer en dat van Sappemeer-Noord wordt ook 
							verkeerskundig en cultuurhistorisch bevestigd. Zo is verkeerskundige uitwisseling tussen de gebieden 
							mogelijk via de Slochterstraat en de Noordbroeksterstraat. Cultuurhistorisch moeten beide gebieden als 
							een gebied worden beschouwd. Alle linten in Sappemeer-Noord maken namelijk oorspronkelijk deel uit 
							van linten in Sappemeer. Met de aanleg van de A7 en van het Winschoterdiep is die eenheid echter 
							teniet gedaan. 
						
							DE INRICHTING 
						
							De Verlengde Herenstraat is een lint dat van oorsprong deel uitmaakte van het veenkoloniale stelsel van 
							hoofdlinten en aftakkingen. Kenmerkend voor dit lint is dat het niet aan het water lag, maar wel het oude 
							lintpatroon bevestigt. Oorspronkelijk werd het alleen aan de oostzijde bebouwd. Na de doorsnijding door 
							het nieuwe Winschoterdiep is het zuidelijke deel (Herenstraat) ook aan de westzijde bebouwd. De 
							verschijningsvorm van de bebouwing in een landschappelijke setting is voor de veenkoloniën 
							karakteristiek. De kavelgrootte is verschillend, er staan grote en kleine woningen, vrijstaande en twee 
							onder een kap. De bebouwing bestaat meestal uit een bouwlaag met kap met een lage gootlijn. Er is 
							door de jaren heen veel aan- en verbouwd waardoor in veel gevallen het oorspronkelijke niet meer is te 
							herkennen.
						
							Het idee is het ontwikkelen van een nieuw te bebouwen kamer tussen Verlengde Herenstraat en 
							Laveiweg, in het stramien van een typisch veenkoloniale lintontwikkeling. Wat dat is, is onderzocht in 
							een studie die in het kader van de Agenda voor de Veenkoloniën is verricht. De opzet van de 
							woningbouw langs de Laveiweg sluit bij de uitkomsten van onderzoeken naar de kenmerken van 
							veenkoloniale lintbebouwing aan. Een mogelijk ontwikkelingsscenario zou dan realisering van een grote 
							mate van verscheidenheid in breedte en diepte van de kavels kunnen inhouden. De kavels zouden dan 
							wellicht over de gehele breedte van het gebied tussen Verlengde Herenstraat en Laveiweg kunnen liggen 
							of juist een relatief klein perceel kunnen beslaan. De bebouwing bestaat in die situatie uit vrijstaande 
							woningen of twee onder een kap woningen. 
						
							Nieuwe bebouwing aan de Verlengde Herenstraat moet verder sowieso aansluiten bij de huidige 
							bebouwing en moet daarom voldoen aan de welstandscriteria die in de Welstandsnota zijn vastgelegd.
						
							In het gebied Laveiweg wordt ruimte geboden aan wonen op ruime kavels. Dit past binnen de zonering 
							die de Structuurvisie voor het overgangsgebied voor ogen heeft. Met die zonering wordt getracht meer 
							structuur aan te brengen in het gebied. De zonering voorziet in een overgang van locaties met een 
							woon/werk karakter aan de zijde van de Verlengde Winkelhoek naar locaties met meer een woon/hobby 
							karakter aan de zijde van de Noordbroekerstraat. Belangrijke structuurbepalende elementen daarbij zijn 
							de woonlinten Slochterstraat en Noordbroeksterstraat. Door toevoeging van bebouwing aan de Laveiweg 
							ontstaat een herhalend patroon van woonlinten. 
						
							Het creëren van ruimte kavels gaat op een manier die de cultuurhistorische eigenheid van de gemeente 
							recht doet en tegelijkertijd 'van deze tijd' is. Dat kan door de gronden langs de Laveiweg als nieuwe 
							bebouwde 'kamer', passend in de Veenkoloniale traditie, te ontwikkelen. Kavels van variabele omvang 
							worden uitgegeven aan particulieren en creëren zo een compleet nieuwe bebouwde kamer tussen 
							Verlengde Herenstraat en Laveiweg. Het ontwikkelen van het nieuwe lint is tevens een testcase voor de 
							veronderstelde aantrekkingskracht van het idee 'veenkoloniaal te bouwen op zijn Hoogezands'. In die zin 
							geldt het plan als vingeroefening voor de toekomstige bouwplannen in De Groene Compagnie. 
						
							Omdat de precieze uitwerking van de plannen nog niet gereed is, worden de plannen in de regels 
							neergelegd in een uitwerkingsplicht. Basisvoorwaarden waarvan reeds duidelijk is, dat daaraan moet 
							worden voldaan, zijn vastgelegd in de regels. Het betreft onder andere het maximale aantal woningen 
							(60), de eis dat wordt uitgewerkt in lijn met de typisch veenkoloniale lintstructuur en de aanwezigheid bij 
							uitwerking van het plan van een beeldkwaliteitsplan.
						
Via dezelfde methodiek als toegepast in Kiel-Windeweer is langs de linten van het Achterdiep en de Kalkwijk een aantal locaties geselecteerd dat in aanmerking komt voor woningbouw. Langs de Kalkwijk gaat het om één locatie, waarvan de eigenaar heeft aangegeven deze te willen benutten voor woningbouw. Langs het lint van het Achterdiep gaat het om vijf locaties. De eigenaren hebben aannemelijk gemaakt, dat de percelen binnen de planperiode bebouwd worden. Omdat het langs genoemde linten gaat om een beperkt aantal locaties, is er voor gekozen bij de beoordeling van de vormgeving en het uiterlijk van de woning alleen de gemeentelijke welstandsnota van toepassing te laten zijn. De Welstandsnota wordt op dit punt niet aangevuld met een beeldkwaliteitsplan.