Plan: | Bestemmingsplan Veegplan 2019 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP605Veegplan2019-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het
psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch
ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
in afwijking van artikel 1.8 wordt onder bestaande legale kamerverhuur respectievelijk bestaand begeleid wonen verstaan: het hebben of gebruiken van wooneenheden voor kamerverhuur respectievelijk woningen of wooneenheden voor begeleid wonen
- voor zover ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 legaal en daadwerkelijk aanwezig of nog niet aanwezig, maar wel legaal mogelijk op grond van vóór dat tijdstip verleende specifieke toestemmingen;
- in de op dat moment aanwezige configuratie van het aantal bewoners en het aantal wooneenheden c.q. woningen.
de vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; hieronder niet begrepen bewoning in de vorm van kamerverhuur.
gebruik voor bewoning anders dan door een huishouden of voor begeleid wonen.
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.
Een woonhuis met meerdere zelfstandige woningen die inpandig zijn verbonden en worden bewoond door huishoudens met een familierelatie, waarbij sprake is van mantelzorg voor ouderen of personen met een beperking.
Een woning die geen zelfstandige woning is.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een woning met een eigen afsluitbare toegang die een huishouden kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.
het bestemmingsplan Veegplan 2019 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP605Veegplan2019-vg01 van de gemeente Groningen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
de verbeelding van het bestemmingsplan Veegplan 2019, met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP605Veegplan2019-vg01.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevelvlakken en/of de buitenkant dakoverstek en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing blijven.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de hoogte tussen de bovenkanten van boven elkaar gelegen vloeren, of tussen bovenkant vloer en vlakke afdekking, welke hoogte niet meer mag bedragen dan in de bouwregels is bepaald.
op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, wordt de vaststelling van afmetingen bepaald door middel van meting op de verbeelding, met dien verstande dat:
Dit bestemmingsplan is van toepassing op de in artikel 6 tot en met 19 genoemde bestemmings-en uitwerkingsplannen, voor zover die op de verbeelding zijn opgenomen met een gebiedsaanduiding 'overige zone - herziening', met daarachter de naam van het betreffende bestemmings- of uitwerkingsplan.
Daarnaast worden de in artikel 20 en 21 genoemde bestemmingen van kracht voor zover die op de verbeelding zijn opgenomen met de aanduiding "enkelbestemming", met daarachter de naam van de betreffende enkelbestemming.
Het bestemmingsplan Binnenstad wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 12 Verkeer - Verblijf
12.2 Bouwregels
Voor een toelichting zie de juridische toelichting in paragraaf 5.5.
Op de verbeelding van het bestemmingsplan Binnenstad-oost 2012 wordt
In de regels worden de volgende aanpassingen gedaan;
Artikel 4 Centrum - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'centrum-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het agrarisch bouwvlak ter plaatse van B. Kuiperweg 22 te Ten Post wordt gewijzigd en bevindt zich in de bestemming Agrarisch, die ongewijzigd blijft.
Het bestemmingsplan De Hunze/van Starkenborgh wordt als volgt gewijzigd. In artikel 15 worden de leden 4 en 5 toegevoegd.
Artikel 15 Leiding - Hoogspanningsverbinding
15.4 Gebruiksregel
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone, met uitzondering van het bestaande gebruik.
15.5 Afwijken van de gebruiksregel
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.4 voor het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone ingeval van specifieke lokale omstandigheden.
Het bestemmingsplan Dorpskern Ten Boer wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 20 Wonen
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De bestemming Verblijfsrecreatie-uit te werken wordt gewijzigd in de Bestemming Natuur zoals aangegeven op de verbeelding. Deze bestemming Natuur blijft ongewijzigd.
Het bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 22 Bijzondere aanduidingsregels
22.1 Geluidzone-industrie
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone-industrie' gelden de volgende aanvullende regels:
21.1.1
22.1.1
Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de bestemmingen geldt dat in het plangebied geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen mogen worden gebouwd. Ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan bestaande geluidgevoelige gebouwen zijn hiervan uitgezonderd.
21.1.2
22.1.2
Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 21.1.1 en toestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
21.1.3
22.1.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig binnen het gebied met de aanduiding 'geluidzone-industrie', wordt gerekend het gebruik van gebouwen als geluidgevoelig object met uitzondering van bestaande geluidgevoelige objecten.
21.1.4
22.1.4
Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 21.1.3 en toestaan dat niet geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Op het adres Roderwolderdijk 6 wordt een bouwvlak toegevoegd, dat zich bevindt in de bestemming Wonen, die ongewijzigd blijft.
Artikel 5 Bedrijf-Nutsvoorziening wordt als volgt aangepast:
Bij 5.1.onder a. wordt toegevoegd “schakelstation en overige”.
Bij 5.2.3 onder b. wordt de hoogte veranderd van 6 in 20 meter.
Achter de adressen Noorderhaven 3 tot en met 17 wordt een bestemming Wonen I toegevoegd. Ter plaatse gelden de regels van deze bestemming zoals die zijn opgenomen in het Bestemmingsplan Hortusbuurt-Noorderplantsoen na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening bestemmingsregels Wonen 2
Op de verbeelding van het bestemmingsplan Meerstad - Midden West worden ten behoeve van enkele verkeersverbindingen wordt de aanduiding “verkeer” verwerkt binnen de waterbestemmingen. De dubbelbestemming Waterstaat – waterkering wordt vergroot langs de Borgsloot. Voor een correcte vastlegging van de oever op de hoek van het Slochterdiep ter plaatse van Tersluis wordt de Groen bestemming vervangen door een Water 2 bestemming. Tevens wordt de bestemming Water -4 toegevoegd op de verbeelding.
In de regels wordt het volgende gewijzigd;
1.109 rijenwoning
een woonhuis met ten minste drie naast elkaar gelegen woningen
1.109 1.110 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.110 1.111 silo
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opslag van goederen
1.111 1.112 standplaats voor straathandel
1.112 1.113 standplaats voor woonwagen
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten
1.113 1.114 straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersborden, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verkeersgeleiders, parkeermeters, informatie- en reclameborden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, afvalbakken, rijwielstandaards, kunstobjecten, gedenktekens en hiermee naar aard en omvang vergelijkbare bouwwerken
1.114 1.115 strijdig evenement
een evenement dat vanwege duur, frequentie, aard en/of omvang niet past binnen de ter plaatse geldende bestemming(en)
1.115 1.116 terugkerend evenement
een met een zekere regelmaat of in een bepaald patroon terugkerend evenement
1.117 twee-aaneen-gebouwde woning
woonhuizen met twee naast elkaar gelegen woningen, niet of alleen door middel van aan- of uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen verbonden
1.116 1.118 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw
1.117 1.119 verbeelding
de verbeelding van het bestemmingsplan Meerstad-Midden West, met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01
1.118 1.120 verblijfsrecreatie
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij tenminste één overnachting wordt gemaakt, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen
1.119 1.121 verplaatsbaar gebouw
een gebouw dat in zijn geheel of in delen verplaatsbaar is, met inbegrip van direct of indirect daaraan verbonden ondergeschikte aanbouwtjes, luifels en soortgelijke bouwwerken, ook als deze op zich niet verplaatsbaar zijn
1.120 1.122 voorerf
gedeelte van het erf voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan
1.121 1.123 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien een kavel niet aan een openbare weg grenst en wel aan openbaar gebied de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van het gebouw, of indien een perceel met meerdere zijden aan een weg of openbaar gebied grenst, de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel of gevels
1.122 1.124 voorkeursgrenswaarde
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder
1.125 vrijstaande woning
woonhuizen met daarin één woning, niet of alleen door middel van aan- en uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen verbonden
1.123
1.126 waterwoning
een drijvende woning of een woning die is gebouwd in het water en rondom door water wordt omgeven
1.124
1.127 werk
een werk, geen bouwwerk zijnde
1.125 1.128 winkel
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel
1.126 1.129 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
1.127 1.130 woon-werkcombinaties
het wonen in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
1.128 1.131 woonhuis
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd
1.129 1.132 woonschip
een schip, niet zijnde een drijvende woning, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt of tot woning bestemd
1.130 1.133 woonwagen
voor permanente bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst
1.131 1.134 zakelijke dienstverlening
het verlenen van diensten, al dan niet in een kantoorgebouw, op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening
1.132 1.135 zelfstandige woning
de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik die in functioneel opzicht zelfstandig is
Artikel 2.9 wordt gesplitst in artikel 2.9 en 2.10
2.9 de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens
de afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1 meter buiten beschouwing blijven
2.10 vaststelling afmetingen
Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, wordt de vaststelling van afmetingen bepaald door middel van meting op de kaart, met dien verstande dat:
Artikel 9.1 wordt als volgt gewijzigd:
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, zoals een tewaterlaatplaats voor boten.
Artikel 17.1 wordt als volgt gewijzigd:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'brug' een fiets-/voetgangersbrug kan worden gerealiseerd.
De voor 'Water - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'brug' een fiets-/voetgangersbrug kan worden gerealiseerd.
Er wordt, onder vernummering van de artikelen 20 tot en met 41 tot 21 tot en met 42, een nieuw artikel 20 Water - 4 ingevoegd als volgt:
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'brug' een fiets-/voetgangersbrug kan worden gerealiseerd.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemene bouwregels
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 20.1 genoemde doeleinden.
20.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
20.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Artikel 21.1.e 22.1.e wordt als volgt gewijzigd:
e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
Artikel 21.2.1 22.2.1 onder e wordt als volgt aangevuld:
e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.
Uitzondering daarop zijn de lege tabelvlakken in de kolom Maximum bebouwingspercentage en de kolom Maximum oppervlakte hoofdgebouw. Daar blijft de hoofdregel genoemd per woningtype van toepassing.
Artikel 22.1.e 23.1.e wordt als volgt gewijzigd:
e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
Artikel 22.2.1 23.2.1.e onder e wordt als volgt aangevuld:
e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.
Uitzondering daarop zijn de lege tabelvlakken in de kolom Maximum bebouwingspercentage en de kolom Maximum oppervlakte hoofdgebouw. Daar blijft de hoofdregel genoemd per woningtype van toepassing.
Artikel 23.1.e 24.1.e wordt als volgt gewijzigd:
e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
Artikel 23.2.1 24.2.1 onder f wordt als volgt aangevuld:
e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.
Uitzondering daarop zijn de lege tabelvlakken in de kolom Maximum bebouwingspercentage en de kolom Maximum oppervlakte hoofdgebouw. Daar blijft de hoofdregel genoemd per woningtype van toepassing.
Artikel 24.1.e 25.1.e wordt als volgt gewijzigd:
e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
Artikel 24.2.1 25.2.1 onder f wordt als volgt aangevuld:
e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.
Uitzondering daarop zijn de lege tabelvlakken in de kolom Maximum bebouwingspercentage en de kolom Maximum oppervlakte hoofdgebouw. Daar blijft de hoofdregel genoemd per woningtype van toepassing.
Artikel 25.1.e 26.1.e wordt als volgt gewijzigd:
e. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen ten minste twee opstelplaatsen voor auto's, niet zijnde garages, op eigen erf naast of achter het hoofdgebouw aanwezig dienen te zijn;
Artikel 25.2.1 26.2.1 onder f wordt als volgt aangevuld:
e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages. Als een tabelvak leeg is, is de betreffende regel niet van toepassing.
Uitzondering daarop zijn de lege tabelvlakken in de kolom Maximum bebouwingspercentage en de kolom Maximum oppervlakte hoofdgebouw. Daar blijft de hoofdregel genoemd per woningtype van toepassing.
Artikel 28.2.7.a 29.2.7.a wordt als volgt aangevuld:
a. Bij de uitwerking mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk worden gemaakt met een geluidbelasting vanwege het wegverkeer van meer dan 48 dB of een vast te stellen of reeds vastgestelde hogere grenswaarde.
De dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering wordt gewijzigd zoals aangegeven op de verbeelding. De regels van deze dubbelbestemming blijven ongewijzigd.
Het bouwvlak ter plaatse van Lissabonstraat naast nr. 23 wordt gewijzigd en bevindt zich in de bestemming Gemengd, die ongewijzigd blijft.
Artikel 7 Water - 3 wordt als volgt gewijzigd:
De voor 'Water - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Artikel 8.2.1 Algemene bouwregels onder d. wordt als volgt aangevuld:
***met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot aan de waterlijn minimaal 6 meter bedraagt en van de zijgevel tot aan de waterlijn minimaal 4 meter bedraagt.
Op de verbeelding zal de Water 2 bestemming een Water 4 bestemming krijgen.
Artikel 9.2.1 Algemene bouwregels onder c. worden als volgt gewijzigd:
Lid c. onder 2: de bouwhoogte van 10,5 wordt 11 meter;
Lid c. onder 3: de bouwhoogte van 14,5 wordt 15 meter;
Lid c. onder 4: de bouwhoogten van 15, 18 en 17 meter worden respectievelijk 16, 22 en 20 meter.
-Bij de specifieke bouwaanduiding 'Parkwand' wordt in de middelste kolom de passage over de perceelgrensafstand van 4 meter bij hoekwoningen (met uitzondering van balkons) geschrapt.
-De minimale afstand van 0 meter tot de perceelsgrens in de vierde kolom wordt gewijzigd in: minimaal 1 meter voor woningen grenzend aan niet-openbare ruimte en minimaal 0 meter voor woningen grenzend aan openbare ruimte.
-In de vijfde kolom wordt de maximale afstand van hoofdgebouwen tot de perceelgrens van 3 meter veranderd in maximaal 4 meter, voor hoekwoningen geldt een maximale afstand van 6 meter.
De bepaling die hieronder staat, -max. n.v.t.- wordt geschrapt.
-Bij de specifieke bouwaanduiding 'patiowoningen' (onderste regel van de tabel) wordt in de vierde kolom een afstand van 0 meter tot de perceelsgrens ingevoegd (hier stond geen maat).
Artikel 9.2.1 Algemene bouwregels onder e (tabel) wordt als volgt gewijzigd:
Maximum bebouwingspercentage (%) | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | Minimale afstand van voorgevels van hoofdgebouwen tot de perceelgrens (m)* | Minimale afstand van overige gevels tot de perceelgrens (m) ** | maximale afstand van voorgevels van hoofdgebouwen tot de perceelgrens (m) | |||||
Woningtype | |||||||||
Vrijstaand | 30 | 200 | 5 | 2 | |||||
Twee-aaneen | 45 | 150 | 5 | 2 | |||||
Rijwoning | 55 | 100 | 3 | 2 | |||||
Appartement*** | 55 | ||||||||
Afwijkingen ter plaatse van de aanduiding | |||||||||
'specifieke bouwaanduiding - parkwand' | - min. 0 |
|
|
||||||
|
0,5 | 0 | 2 | ||||||
'specifieke bouwaanduiding - patiowoningen' | 75 | 175 | 0 |
Voor het pand Boterdiep 73-1 wordt op de verbeelding de functieaanduiding horeca categorie 4 veranderd in categorie 5.
De maximale bouwhoogte van het perceel Ebbingedwinger 3 wordt op de verbeelding gewijzigd van 12,5 meter naar 11 meter.
Op het perceel Boterdiep 77-81 wordt de maximale bouwhoogte op het achterterrein verlaagd van 14 meter naar 7 meter.
De voor 'Verkeer - Eendrachtskade ZZ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 20.1 genoemde doeleinden.
De op de kaart voor 'Wonen - Van Ruysdaelstraat 75-85' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in;
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 21.3. is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of verbouwen van gebouwen op grond van artikel 21 wordt slechts verleend als bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende functie in voldoende mate is voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1.1:
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 22.1.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders passen de regels in dit lid toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Dit lid is uitsluitend van toepassing op artikel 18.
Burgemeester en wethouders passen de in artikel 21 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor:
toe met inachtneming van met betrekking tot dit onderwerp vastgestelde beleidsregels of, als die er niet zijn, het ruimtelijk relevante deel van de door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van woningonttrekking en woningvorming, zoals die beleidsregels gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Burgemeester en wethouders passen de in artikel 21 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor het toestaan van begeleid wonen toe met inachtneming van door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van begeleid wonen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Hetzelfde geldt voor de in dat hoofdstuk opgenomen bevoegdheden tot het stellen van nadere eisen als die worden toegepast in een situatie waar begeleid wonen aan de orde is.
Dit artikel is uitsluitend van toepassing op artikel 20 en 21.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft buiten beschouwing bij de beoordeling van latere bouwplannen.
Dit artikel is uitsluitend van toepassing op artikel 20 en 21.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Voor zover zulks niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden toegestaan, kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning op grond van artikel 20 of artikel 21 afwijken van de bepalingen van het plan:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 26.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Veegplan 2019.