Plan: | Bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP532OranjeNoorder-vg01 |
Plangebied vóór aanpassing geluidszone
Industrieterrein Groningen West-Hoogkerk
Nieuwe (teruggelegde) geluidszone
Industrieterrein Groningen West-Hoogkerk
1 Inleiding
Ten behoeve van de beoordeling van het aspect Externe Veiligheid voor het bestemmingsplan 'Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt' heeft de gemeente Groningen een veiligheidsstudie uitgevoerd. Deze studie bestaat uit de volgende onderdelen:
De studie is uitgevoerd in juni 2013 ten behoeve van de beoordeling van het bestemmingsplan. De uitkomsten van de studie vormen de basis voor de externe veiligheidsparagraaf van dit bestemmingsplan (paragraaf 4.4.4).
2 Toelichting Externe Veiligheid
Definitie Externe Veiligheid
Externe veiligheid gaat over overlijdensrisico's die mensen lopen vanwege gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor, vaarwegen en door buisleidingen. Gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld vuurwerk, lpg, chloor, ammoniak en munitie. De term 'externe' veiligheid wordt gehanteerd omdat het overlijdensrisico van derden centraal staat. Het gaat om mensen (externen) die zelf niet deelnemen aan de activiteit die het overlijdensrisico met zich meebrengt.
In het begrip 'risico' zijn kansen en effecten aan elkaar gekoppeld. Bij externe veiligheid gaat het om ongelukken met kleine kansen en grote effecten. Het beleidsveld Externe veiligheid richt zich op de beheersing van deze risico's.
Risiconormen
De risiconormering voor externe veiligheid concentreert zich rond twee begrippen: plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Hieronder worden deze toegelicht.
Het plaatsgebonden risico (PR) geeft het minimale wettelijke niveau voor de bescherming van individuele burgers.
Het is de berekende kans per jaar dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval bij een risicobron, aangenomen dat de persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven.
In het plaatsgebonden risico zijn twee kansen verwerkt:
Deze kans mag maximaal 1 op een miljoen (10-6) per jaar zijn.
Met het groepsrisico (GR) wordt een maat gegeven voor de maatschappelijke ontwrichting bij een ramp. Het is de kans per jaar dat een groep van tenminste 10 personen tegelijk overlijdt als rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicobron én een ongewoon voorval binnen die risicobron waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
De hoogte van het groepsrisico is afhankelijk van twee factoren:
Het GR legt een relatie tussen deze twee factoren.
3 Wettelijk kader
Inleiding
Om de externe veiligheidsrisico's te beheersen heeft de rijksoverheid een aantal nota's, circulaires en besluiten opgesteld die leidend zijn voor externe veiligheidstaken van de provincie en gemeenten. Het gaat daarbij om wet- en regelgeving waarin risiconormen zijn gesteld voor respectievelijk inrichtingen, transport van gevaarlijke stoffen en buisleidingen. Het rijksbeleid staat niet op zichzelf. Ook de provincie Groningen en de gemeente Groningen hebben veiligheidskaders vastgesteld.
Rijksbeleid
Risicobedrijven
Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI, VROM, 2004, laatst gewijzigd 2009) bevat veiligheidsnormen voor bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Daarnaast stelt het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO-1999) eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Het BEVI verplicht gemeenten en provincies rekening te houden met de externe veiligheid als ze een milieuvergunning verlenen of een bestemmingsplan maken.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Ten aanzien van transportrisico's zijn de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Nota 'Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen'(RNVGS, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2005) en de Circulaire 'Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen' (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, in nauwe samenwerking met VROM, 2004) verschenen. De circulaire bevat veiligheidsnormen voor het vervoer en voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van transportroutes. Gemeenten dienen hiermee rekening te houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen.
Binnenkort wordt volgens de planning het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) vastgesteld. Het BTEV is vergelijkbaar met het BEVI en bevat risiconormen voor transportroutes.
Hogedruk-buisleidingen
Voor aardgastransportleidingen geldt op dit moment de Circulaire 'Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen 1984'. VROM heeft hierin vaste veiligheidsafstanden vastgelegd die aangehouden moeten worden tussen een buisleiding en bebouwingen. Deze circulaire wordt binnen kort vervangen door een AMvB, het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB), naar analogie van het BEVI. Voor buisleidingen gelden dan geen vaste afstanden meer maar wordt gekeken naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Beleidsvisie Externe Veiligheid gemeente Groningen
In januari 2010 heeft de gemeente Groningen een eigen externe veiligheidsbeleid vastgesteld (Beleidsregel Externe Veiligheid gemeente Groningen, 2010). Hierin geeft de gemeente Groningen aan hoe zij binnen haar grenzen met het milieuaspect externe veiligheid om wil gaan. In de visie worden randvoorwaarden geformuleerd voor nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bevat de visie een afwegingskader voor de initiatieffase van nieuwe ontwikkelingen.
Provinciaal Basisnet Groningen
Voor de provinciale wegen heeft de provincie beleid opgesteld: het beleidsstuk 'Veilig op weg, veiligheid rondom de weg'. De uitwerking daarvan is verwoord in 'Het provinciaal basisnet Groningen', 2010. 'Het provinciaal basisnet' bevat daarnaast aanvullende regels voor rijks- en spoorwegen ten behoeve voor extra bescherming van minder zelfredzame personen. Het betreft een robuust systeem, waarin de externe risico's van transport van gevaarlijke stoffen zijn beschouwd en de gevolgen inzichtelijk zijn gemaakt.
4. Risicosituatie plangebied
Inventarisatie risicosituatie
De gemeente Groningen heeft voor het bestemmingsplan een risico-inventarisatie uitgevoerd. Risicobronnen zijn:
De inventarisatie bestaat in eerste instantie uit het in kaart brengen van de risicobronnen in en nabij het plangebied en uit een analyse van de invloed die deze bronnen hebben voor de veiligheid.
Bedrijven/inrichtingen
Er zijn geen risicovolle bedrijven/inrichtingen binnen of nabij het plangebied aanwezig.
Transport gevaarlijke stoffen
Provinciale weg N370 (Westelijke Ringweg),
Waterwegen
Er zijn geen waterwegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaats vindt binnen of nabij het plangebied aanwezig.
Spoorwegen: spoorweg Groningen-Sauwerd
Ligging risicobronnen plangebied
Buisleidingen
Er zijn geen hogedruk-aardgasleidingen binnen of nabij het plangebied aanwezig.
Samenvatting en conclusie
Uit de inventarisatie blijkt dat er binnen het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn. Wel zijn er risicobronnen buiten het plangebied die van invloed zijn op de externe veiligheid in het plangebied, te weten:
Vanwege de grote afstand van de provinciale weg N370 tot aan het plangebied wordt hierna alleen de invloed van de spoorlijn Groningen-Sauwerd beschreven.
5 Nader onderzoek relevante risicobronnen
Inleiding
De aanwezigheid van risicobronnen heeft consequenties voor de veiligheid van het bestemmingsplan als er harde risicocontouren (PR of PAG) of invloedsgebieden van het groepsrisico (GR) over het plangebied liggen. Zoals hiervoor beschreven valt de risicocontour en het invloedsgebied van de provinciale de spoorlijn Groningen-Sauwerd over het plangebied.
Hierna wordt deze risicobron en de invloed op het plangebied nader beschreven. Tevens wordt aangegeven of het groepsrisico moet worden verantwoord, of de hoogte ervan aanvaardbaar is en wordt toegelicht of de aanwezigheid van de risicobronnen het treffen van veiligheidsmaatregelen of het opnemen van aanvullende voorschriften noodzakelijk maakt.
De spoorlijn Groningen-Sauwerd
Ligging
De spoorlijn Groningen-Sauwerd (verbinding met Delfzijl en de Eemshaven) ligt tegen de westelijke grens van het plangebied. Over deze spoorlijn vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.
Plaatsgebonden risico
Uit berekeningen waarbij vergaande vervoersprognoses zijn gebruikt blijkt verder dat, voor het tracégedeelte Groningen-Delfzijl, het PR in de toekomst op maximaal 11 meter buiten het spoor zou kunnen komen te liggen. In deze zone mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht.
Aan de contouren van het PR wordt in deze voldaan, hierdoor vormt deze risicobron geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Plasbrandaandachtsgebied (PAG)
Naast het PR dient ook rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand scenario. Het PAG betreft de zone waarbinnen de effecten van een ongeluk met brandbare vloeistoffen een dodelijk effect hebben. Voor de wegen en het spoor ligt deze grens op 30 meter. In deze zone mag in principe geen nieuwbouw worden gerealiseerd. Dit betekent in dit geval dat er binnen 30 meter vanaf het spoor geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd.
Aangezien er zich geen kwetsbare objecten bevinden binnen deze 30 meterzone, vormt deze spoorlijn geen belemmering voor het bestemmingsplan.
Groepsrisico
De grootte van het invloedsgebied van het GR hangt af van de aard van de vervoerde gevaarlijke stoffen en de hiermee verbonden ongevallenscenario's. Voor de meeste ongevallenscenario's geldt dat het effectgebied veel kleiner is dan 200 meter. Het plangebied ligt daarom voor een deel binnen het invloedsgebied van het spoor. In het kader van de omgevingsvergunning 'JHV Zonnelaan' (2013) heeft het Steunpunt externe veiligheid Groningen het groepsrisico voor dit spoortraject berekend (inclusief de geprojecteerde ontwikkeling). De berekeningen zijn uitgevoerd met het rekenprogramma RBM II.
RBM II is een risicopakket, dat specifiek is ontwikkeld voor het berekenen van risico's van het transport van gevaarlijke stoffen. RBM II heeft dezelfde basisstructuur als een generiek inzetbaar risicopakket. In RBM II wordt niet uitgegaan van vooraf berekende effectafstanden, maar worden de effectafstanden tijdens het berekenen van de risico's vastgesteld. RBM II sluit voor letselmodellen aan bij 'het Paarse Boek'. Daar waar keuzes zijn vastgelegd in het Paarse Boek gaat RBM II uit van de daar gemaakte keuzes. In overige gevallen is een zo reëel mogelijke keuze gemaakt.
Conform de eisen van de Circulaire RVGS is het groepsrisico berekend. Daarnaast zijn berekeningen uitgevoerd waarbij rekening is gehouden met de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen in de toekomst (prognoses). De provincie Groningen heeft t.b.v. het provinciale basisnet een prognose opgesteld van vervoersaantallen voor het spoor. Hierbij heeft men rekening gehouden met de benutting van niet ingevulde bestemmingsplancapaciteit ter plaatse van de Eemshaven en het chemiepark Delfzijl ('Vervoer basisnet relevante gevaarlijke stoffen over weg en spoor naar chemiepark Delfzijl en de Eemshaven', provincie Groningen, 6 mei 2008).
Resultaten groepsrisicoberekening
Conform de eisen van de Circulaire RVGS dient het risico per kilometer tracé te worden beschouwd. Onderstaande afbeelding laat een figuur zien van het onderzochte gebied.
Figuur 2: modelomgeving spoorlijn Groningen-Sauwerd
De navolgende figuur betreft de berekende fN-curve voor het betreffende spoortraject.
Figuur 3: fN-curve voor het spoortraject
(inclusief geprojecteerde situatie)
Op basis van de fN curve in figuur 3 kan worden geconcludeerd dat het groepsrisico geheel beneden de oriëntatiewaarde ligt. De berekening is gebaseerd op de huidige situatie (rekening houdend met de geprojecteerde situatie aan de Zonnelaan) en het bestemmingsplan zorgt niet voor toename van het groepsrisico. Het rekenrapport is als bijlage toegevoegd. Op grond van de 'Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (RVGS, ministeries van VenW, BZK en I&M, 2004) dient daarom een beperkte groepsrisico-verantwoording gedaan te worden. Deze beperkte verantwoording bestaat uit een beschouwing van de aspecten 'bestrijdbaarheid' en 'zelfredzaamheid' (gedaan door de regionale brandweer) en wordt hierna uiteengezet.
Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
Ten aanzien van de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid heeft de regionale brandweer Groningen het volgende advies gegeven.
Bestrijdbaarheid
Effecten
Het plangebied is beoordeeld op de effecten die hier kunnen optreden in geval van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hierbij is gekeken welke stoffen dan wel stofcategorieën een gevaar opleveren en tot op welke afstand effecten kunnen optreden. Het aspect bestrijdbaarheid is weliswaar niet ruimtelijk relevant, maar wel van belang voor de ruimtelijke afweging (verantwoording groepsrisico). Uit de beoordeling blijkt het volgende:
Bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoortracé Groningen-Sauwerd zijn drie ongevalscenario's mogelijk, namelijk een plasbrand, een explosie (een Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion, afgekort BLEVE, is een explosie van uitzettend gas ten gevolge van het koken van een vloeistof) en/of het vrijkomen van een toxische wolk. Uit referentiescenario's (Handreiking 'Verantwoorde brandweeradvisering', IPO, maart 2010 - worstcase scenario's) blijkt dat bij een plasbrand de 100% letaliteitsgrens op 25 meter en de 1% letaliteitsgrens op 45 meter ligt. Voor een explosie is dit respectievelijk 140 en 330 meter en bij een toxische wolk respectievelijk 400 en 1.250 meter. De spoorlijn Groningen-Sauwerd ligt aan de noordwestkant direct in het plangebied. Hierdoor zijn in het plangebied dodelijke effecten van alle drie ongevalscenario's mogelijk.
Bereikbaarheid
Het plangebied is beoordeeld op de bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Om te bepalen of de hulpdiensten tijdens een ramp of een zwaar ongeval voldoende snel kunnen optreden, is de opkomsttijd beoordeeld. Om te bepalen of het plangebied en de risicobron bovenwinds (met de windrichting mee) zijn te benaderen, is de tweezijdige bereikbaarheid beoordeeld. Het aspect bereikbaarheid is ruimtelijk relevant en daardoor te borgen in het bestemmingsplan. Uit de beoordeling blijkt het volgende:
Het spoortracé Groningen-Sauwerd is moeilijk bereikbaar vanwege de verhoogde ligging. Dit geeft beperkingen aan het snel en effectief bestrijden van incidenten op dit spoortracé. Het verhoogde spoortracé vormt ook voor het plangebied een fysieke en verkeerskundige barrière aan de noordwestkant. Autoverkeer kan het plangebied aan deze kant alleen via de Prinsesseweg of de Noorderstationsstraat bereiken en/of verlaten.
Het plangebied zelf is voldoende snel en, via de oost- en de zuidkant, in voldoende mate tweezijdig bereikbaar. Samenvattend geeft het aspect bereikbaarheid geen aanleiding tot het treffen van maatregelen in het plangebied.
Bluswatervoorzieningen
Het plangebied is beoordeeld op de aanwezigheid en de beschikbaarheid van bluswatervoorzieningen. Om te bepalen of de brandweer snel kan beschikken over voldoende bluswater, is de beschikbaarheid van zowel primaire (brandkranen) als secundaire (open water) bluswatervoorzieningen beoordeeld. Het aspect bluswatervoorziening is weliswaar niet ruimtelijk relevant, maar wel van belang voor de ruimtelijke afweging. Verbeteringen ten aanzien van bluswatervoorzieningen zijn te borgen in de uitvoeringsfase van het plan. Uit de beoordeling blijkt het volgende.
Langs het spoor zijn slechts beperkte bluswatervoorzieningen aanwezig. Dit betekent dat voor het bestrijden van grote incidenten groot watertransport benodigd is. Hiervoor geldt een opkomst-/opbouwtijd van minimaal een half uur. Hierdoor is een calamiteit met gevaarlijke stoffen mogelijk niet snel en effectief te beheersen. Maatregelen om de bestrijdbaarheid langs het spoor te verbeteren, zoals meer bluswatervoorzieningen, zijn wenselijk.
In het plangebied zelf zijn voldoende primaire bluswatervoorzieningen aanwezig. Voor het bestrijden van grote incidenten zijn het Reitdiep en de diepenring te gebruiken als secundaire bluswatervoorziening. Het aspect bluswatervoorzieningen geeft hier geen aanleiding tot het treffen van maatregelen.
Zelfredzaamheid
Bij zelfredzaamheid gaat het om de mogelijkheden voor personen in het invloedsgebied van een risicobron, om zichzelf in veiligheid te brengen indien een ramp of een zwaar ongeval plaatsvindt. Belangrijk aspect hierbij is, dat zij zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar zonder daadwerkelijke hulp van de hulpverleningsdiensten, bijvoorbeeld door te vluchten of te schuilen. De mate van zelfredzaamheid in het rampgebied is bepalend voor de omvang van de hulpverlening tijdens een ramp of een zwaar ongeval. Om de zelfredzaamheid van de aanwezige personen te beoordelen, zijn de volgende aspecten beoordeeld:
Zelfredzaam vermogen
Het plangebied is beoordeeld op de mate van zelfredzaamheid van personen. Hierbij is het fysieke vermogen beoordeeld, zoals geestelijke en/of lichamelijke beperkingen van groepen personen. Het aspect zelfredzaamheid is niet ruimtelijk relevant, maar is wel zwaarwegend voor de verantwoording van het groepsrisico. Uit de beoordeling blijkt het volgende:
In het invloedsgebied van het spoor liggen drie locaties van de Nassauschool, waarbij sprake is van langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen. Onderstaande tabel bevat een overzicht van deze objecten. Bij een ontruiming is hier mogelijk extra hulpverlening noodzakelijk. De aanwezige personen zijn zich mogelijk niet bewust van de gevaren in de omgeving van de risicobronnen. Hierdoor is het mogelijk dat het vluchten te laat op gang komt. Om dergelijke situaties te voorkomen is in de regio Groningen de 'Risicowijzer' verspreid. Deze is tevens te vinden op www.risicowijzer.groningen.nl/risicowijzer
Objecten met verminderd zelfredzame personen in het invloedsgebied | |||
Object | Straat | Categorie | Spoor |
- | - | ||
Nassauschool | Graaf Adolfstraat 73 | Overbouw + BSO | 30 m |
Nassauschool | Graaf Adolfstraat 73 | Dislocatie | 60 m |
Nassauschool | Nassaulaan 5 | Basisschool | 370 m |
Afstanden kwetsbare objecten tot risicobron; bron: Risicokaart (juni 2013)
In het kader van het bestemmingsplan worden geen nieuwe objecten gerealiseerd waarbij sprake is van langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen. De overige aanwezige personen vormen een gemiddelde bevolkingsgroep uit de samenleving, die over het algemeen als zelfredzaam wordt beschouwd.
Ten aanzien van het aspect zelfredzaamheid adviseert de brandweer om het bestuur van de Nassauschool te informeren over de aanwezige externe veiligheidsrisico's, bijvoorbeeld met de 'Risicowijzer'. Daarnaast adviseert de brandweer om de bevolking bij een ramp ook op een andere wijze te alarmeren (radio, televisie, geluidswagen, enz.).
Ontvluchtingsmogelijkheden
Het plangebied is beoordeeld op de mogelijkheden voor ontvluchten van het mogelijke rampgebied. Hierbij zijn de vluchtmogelijkheden loodrecht van de risicobron (spoor) beoordeeld. Dit aspect is niet ruimtelijk relevant, maar wel te borgen bij de inrichting van het plangebied. Uit de beoordeling blijkt het volgende: Het plangebied zelf en de directe omgeving daarvan bieden meerdere vluchtmogelijkheden, die loodrecht van het spoor wegleiden. Het aspect ontvluchtingsmogelijkheden geeft daarom geen aanleiding tot het treffen van maatregelen.
Signaleringsmogelijkheden
Tot slot is het plangebied beoordeeld op de mogelijkheden voor signalering. Hierbij is beoordeeld of het plangebied in het sirenebereik van het bestaande Waarschuwing en Alarmering Systeem (WAS) ligt. Het aspect signalering is niet ruimtelijk relevant, maar wel zwaarwegend voor de verantwoording van het groepsrisico. Uit de beoordeling blijkt het volgende:
Het plangebied ligt volledig in het sirenebereik van het bestaande WAS. Daarnaast is NL-Alert (alarmering via tekstberichten op mobiele telefoons) geïntroduceerd. Hierdoor is een snelle signalering mogelijk.
6 Conclusie
De externe veiligheidssituatie voor het bestemmingsplan 'Noorderplantsoenbuurt-Oranjebuurt' is in beeld gebracht.
Uit de inventarisatie blijkt dat er binnen het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn. Wel zijn er risicobronnen buiten het plangebied die van invloed zijn op de externe veiligheid in het plangebied, te weten:
De aanwezigheid van de spoorlijn Groningen-Sauwerd is van invloed op de externe veiligheid in het plangebied. Voor deze risicobron wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden van het plaatsgebonden risico, evenals voor het plasbrandaandachtsgebied (PAG).
Tevens geldt dat voor de spoorlijn Groningen-Sauwerd het groepsrisico beneden de oriëntatiewaarde ligt. In het kader van de omgevingsvergunning 'JHV Zonnelaan' (2013) heeft het Steunpunt externe veiligheid Groningen het groepsrisico voor dit spoortraject berekend (inclusief de geprojecteerde ontwikkeling aan de Zonnelaan). Op basis van deze berekening kan worden geconcludeerd dat het groepsrisico geheel beneden de oriëntatiewaarde ligt. Omdat dit een actualisatieplan betreft zal het groepsrisico door vaststelling van dit bestemmingsplan niet worden verhoogd. Een beperkte groepsrisicoverantwoording (onderzoek van de aspecten 'bestrijdbaarheid' en 'zelfredzaamheid') is daarom voldoende in deze.
De regionale brandweer heeft uit beoordeling van de aspecten 'bestrijdbaarheid' en zelfredzaamheid' het volgende geconstateerd.
Bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor Groningen-Sauwerd zijn in het plangebied effecten mogelijk van een plasbrand, een explosie en een toxische wolk.
Uit beoordeling van de bestrijdbaarheid in het plangebied blijkt, dat zowel het aspect bereikbaarheid als het aspect bluswatervoorziening voldoende is. Samenvattend geeft het aspect bestrijdbaarheid geen aanleiding tot het treffen van maatregelen in het plangebied. Wel wordt opgemerkt dat de bestrijdbaarheid van incidenten op het spoor beperkt is.
Uit de beoordeling van het aspect zelfredzaamheid blijkt dat in het invloedsgebied sprake is van langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen. De brandweer adviseert om (het bestuur van) deze objecten te informeren over de aanwezige externe veiligheidsrisico's. Daarnaast adviseert de brandweer om de bevolking bij een ramp niet alleen via het bestaande Waarschuwing en Alarmering Systeem, maar ook op een andere wijze te alarmeren (radio, televisie, geluidswagen, enz.).
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de externe veiligheidssituatie geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Inleiding
Voor de actualisatie van het bestemmingsplan Noorderplantsoenbuurt-Oranjebuurt is een inventarisatie uitgevoerd inzake de bodemkwaliteit. Daarvoor zijn de volgende aspecten beoordeeld:
Dit bestemmingsplan is een zogenaamd actualisatieplan. Er zijn geen ontwikkellocaties benoemd.
De beoordeling van de bodemkwaliteit voor het bestemmingsplan gaat uit van een gebiedsbenadering en van de beschikbare gegevens op het moment van de inventarisatie. De inventarisatie is uitgevoerd op 19 januari 2013. Dagelijks worden gegevens aangeleverd en bijgewerkt. Individuele locaties zullen telkens opnieuw moeten worden beoordeeld op het aspect van geschiktheid. Voor een actuele situatie of voor informatie over individuele locaties wordt daarom verwezen naar www.eloket.groningen.nl.
Verder bestaat de mogelijkheid om op afspraak rapporten in te zien bij de gemeente.
Bestaande situatie gehele gebied
In het plangebied komt voornamelijk de functie wonen met tuin voor. De bodemkwaliteit voldoet over het algemeen aan de normen die gekoppeld zijn aan het gebruik of de huidige functie.
Bodemverontreiniging kan bestaan uit bronverontreiniging of diffuse verontreiniging.
Bronverontreiniging is een verontreiniging die kan worden gekoppeld aan een bron of oorzaak. Dit in tegenstelling tot diffuse verontreiniging, die ontstaan is door jarenlang gebruik van de bodem en waarbij de verontreiniging niet tot een specifieke bron is te herleiden.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens
De uitgevoerde inventarisatie
Voor de inventarisatie van de bodemkwaliteitsgegevens is gebruik gemaakt van de informatie zoals opgeslagen in het informatiesysteem Squit van de gemeente Groningen. In het systeem Squit zijn in ieder geval die locaties opgenomen:
Hierna is een lijst opgenomen met de in Squit opgenomen locaties die binnen het betreffende plangebied liggen. Op basis van deze inventarisatie is de beoordeling uitgevoerd.
Bij de aanpak van de bodemverontreiniging moet aangesloten worden bij de geplande ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een bodemonderzoek en voor een sanering ligt bij de veroorzaker, de eigenaar en/of de belanghebbende. Het uitgangspunt is dat de locatie geschikt wordt gemaakt voor het beoogde gebruik.
Voordat met de sanering kan worden begonnen, moet de gemeente Groningen als bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming instemmen met de voorgestelde sanering. De gemeente ziet toe op de juiste uitvoering van de sanering en van grondverzet in het algemeen.
Voor de locaties die verdacht zijn van een geval van (ernstige) bodemverontreiniging is een bodemonderzoek in ieder geval bij de aanvraag van een Wabo-vergunning noodzakelijk.
Daarnaast geldt voor nieuwe bodemverontreiniging, ontstaan na 1987, een ander regiem. Op deze gevallen is de zorgplicht van toepassing. Dit betekent dat nieuwe bodemverontreiniging altijd zoveel mogelijk ongedaan gemaakt moet worden, ongeacht hoe ernstig de bodemverontreiniging is.
Verdachte locaties
Uit de Squit-lijst blijkt dat binnen het plangebied diverse locaties aanwezig zijn die verdacht zijn van een geval van (ernstige) bodemverontreiniging. De verdachtmaking kan het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het kan ook zijn dat in een eerder bodemonderzoek is vastgesteld, dat er bodemverontreiniging aanwezig is, waarvan het vermoeden bestaat dat bij nader onderzoek een geval van ernstige bodemverontreiniging wordt geconstateerd.
Binnen het plangebied bevinden zich voornamelijk (voormalige) bedrijfsterreinen, (voormalige) tanks, dempingen en ophogingen.
Ernstige bodemverontreinigingen en saneringen
Bij een geval van ernstige bodemverontreiniging zijn de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft ernstig verminderd. Een bodemsanering is dan nodig om de locatie weer geschikt te maken voor het beoogde gebruik.
Binnen het plangebied bevinden zich drie locaties waar een geval van ernstige bodemverontreiniging is vastgesteld. De locaties, de sanering en de eventuele gebruiksbeperkingen zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Locatie code | Locatie naam | Beoordeling verontreiniging | Sanering uitgevoerd* | Zorg na sanering |
GR001400022 | Oranjestraat 21-23 | Urgent | Ja | 4 |
GR001400054 | Kalverstraat 1-17 | Ernstig, niet urgent | Ja | 4 |
GR001400316 | Tuinbouwdwarsstraat | Urgent | ja | 4 |
Zorgmaatregelen en gebruiksbeperkingen na sanering: 4= monitoring grondwater * Bij functiewijzigingen zal nagegaan moeten worden of de sanering voldoende uitgevoerd is voor het beoogde gebruik. |
Diffuse bodemverontreiniging
In de loop van de tijd zijn op allerlei manieren puinhoudend materiaal, kooldeeltjes en ander afval in de bodem terechtgekomen. Bewoning, bedrijvigheid en ook neerslag van luchtverontreiniging heeft op vele plaatsen de bodem belast. Dit heeft geleid tot diffuse, niet tot een bron te herleiden bodemverontreiniging.
Bodemkwaliteitskaart
De gemeente Groningen heeft beleid voor de toepassing van grond en baggerspecie opgesteld (Nota Bodembeheer: Beleidsregels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem, raadsbesluit 6i van 16 december 2009). Onderdeel van het beleid is een bodemkwaliteitskaart die inzicht geeft in de diffuse bodemkwaliteit.
Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat de verwachte gemiddelde kwaliteit binnen het plangebied, met uitzondering van de parameters lood en PAK, lager is dan de betreffende 'Achtergrondwaarde' Voor de parameters koper, zink, lood, kwik en PAK ligt de te verwachten gemiddelde bodemkwaliteit tussen de 'Achtergrondwaarde' en de 'Maximale Waarde Wonen'.
Toepassen grond of baggerspecie
De Nota Bodembeheer stelt regels voor het toepassen van grond of baggerspecie. Het eventueel toepassen of afvoer van grond dient gemeld te worden bij het Agentschap (https://meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl). De beoordeling van de melding en het toezicht ligt bij de gemeente Groningen.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de site milieu.groningen.nl
Inventarisatielijst Squit
Locatiecode | Locatienaam | Vervolg- taak |
Lopende fase | NA 1987 |
Hoofdcate- gorie |
GO001400110 | Akkerstraat 95 - 171, vml Wolters-Noordhoff | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400276 | Wilhelminakade, vml. nr. 11 - 12 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400346 | Noorderstations- straat 8 |
uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400362 | Nassaulaan 4 | uitvoeren aanvullend NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400407 | Oranjesingel 13 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400425 | Oranjesingel 8 | opstellen SP | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400430 | Noorderbuiten- singel 12 - 12a |
voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001400446 | Noorderbuitensingel 36 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001400482 | Moesstraat 16 - 20 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001400516 | Moesstraat 8/1 - 8/39 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400527 | Moesstraat 50/1 - 52/4 | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400636 | Veldstraat 1 - 9 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001400638 | Zwarteweg 19 | uitvoeren NO | Potentieel ernstig | N | Overig |
GO001400710 | Wilhelminakade, voormalig OW-terrein/ Dikema Staal | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400715 | Wilhelminakade 41 - 51 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400739 | Wilhelminakade 70 - 79 / Nassaustraat 7 - 19 | voldoende gesaneerd | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400743 | Prinsesseweg 2/1 - 2/16 / Wilhelminakade 20 - 29 | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001400768 | Tuinbouwstraat 3 | uitvoeren historisch onderzoek | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001400848 | Tuinbouwdwars straat 12 |
uitvoeren historisch onderzoek | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001400964 | Koolstraat, trace | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001400965 | Parallelweg 38 - 39 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001401047 | Tuinbouwstraat 101 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001401117 | Kerklaan 12 | uitvoeren historisch onderzoek | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001401123 | Baanstraat 2 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001401229 | Tuinbouwdwarsstraat 23 - 23a | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001401273 | Graaf Adolfstraat 73 | voldoende onderzocht | niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001401274 | Stadhouderslaan, nabij nr. 79 | Uitvoeren aanvullend NO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001401288 | Kleine Grachtstraat 4 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001401290 | Kerklaan, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001401317 | Kerklaan 47 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001401467 | Noorderstationsstraat, percelen nabij spoorbaan | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001401536 | Veldstraat 12 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster rein (Huidig) |
GO001401760 | Grote Beerstraat, dempingen Paddepoel zuidoost | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Demping/ ophogingen |
GO001401928 | Moesstraat, dempingen Concordiabuurt e.o. | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Demping/ ophogingen |
GO001401934 | Nassaulaan, dempingen Oranjewijk-zuid | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Demping/ ophogingen |
GO001401944 | Noorderbinnen singel,dempingen stadsgracht |
voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Demping/ ophogingen |
GO001402015 | Prinsesseweg, dempingen Oranjewijk-noord | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Demping/ ophogingen |
GO001402117 | Tuinbouwstraat, dempingen Noorderplantsoenbuurt | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Demping/ ophogingen |
GO001402195 | Moesstraat 46 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402409 | Noorderstationsstraat 16 - 18 | Uitvoeren aanvullend NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402523 | Wilhelminakade, hoek Oranjesingel | Uitvoeren historisch onderzoek | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402647 | Stadhouderslaan, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001402720 | Kerklaan 34 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Demping/ ophogingen |
GO001402721 | Kerklaan 70 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001402722 | Moesstraat 12 - 14 | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001402723 | Moesstraat 24 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402724 | Noorderbuiten- singel 5 |
uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402725 | Noorderbuiten- singel 20 |
voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402734 | Kerklaan 76 en Stadhouderslaan 1 | uitvoeren aanvullend NO | Potentieel spoed | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402735 | Tuinbouwdwars straat 2 - 4 |
uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402736 | Tuinbouwdwars-straat 19 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001402808 | Akkerstraat, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GR001400015 | Akkerstraat 1 - 77, vml remise GVB | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster rein (Voormalig) |
GR001400022 | Oranjestraat 21 - 23 | Uitvoeren aanvullende sanering | Urgent, sanering binnen 5-10 jaar | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400054 | Kalverstraat 1 - 17 / vml Parallelweg | Uitvoeren aanvullende sanering | Ernstig, geen spoed | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400060 | Louise Henriettestraat 1a - 1e |
voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Brandstof verkoop punten |
GR001400061 | Noorderstations- straat 40 en achterliggend terrein |
voldoende gesaneerd | Niet ernstig, plaatselijk sterk verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400073 | Koninginnelaan 119 | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400096 | Wilhelminakade, vml nr. 18 | voldoende gesaneerd | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Brandstof- verkooppunten |
GR001400140 | Wilhelminakade 52 - 69 | voldoende gesaneerd | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400158 | Veldstraat 14 - 16 | voldoende onderzocht | niet ernstig, plaatselijk sterk verontreinigd | N | Brandstof- verkoop punten |
GR001400220 | Tuinbouwdwars- straat 22 - 24 |
uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GR001400285 | Noorderstations- straat, NS-emplacement Noord |
voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GR001400316 | Tuinbouwdwars-straat 1 - 7, 11, 13 / Grachtstraat 12 - 18 | Uitvoeren aanvullende sanering | Ernstig, spoed, risico's wegnemen en uiterlijk saneren voor 2015 | N | Tanks |
GO001403412 | Kruissingel, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001403421 | Wilhelminakade, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001403442 | Zwarteweg, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001403458 | Moesstraat, trace | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001403532 | Kruissingel, Noorderplantsoen | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403534 | Noorderstations- straat 46 |
uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001403541 | Nieuwe Ebbingestraat, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403587 | Noorderstations- straat, trace |
voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403592 | Reitdiep / Balkgat, waterbodem | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001403620 | Graaf Adolfstraat, naast nr. 73 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403688 | Noorderbinnensingel, waterbodem Noorderplantsoen | voldoende onderzocht | Niet ernstig, plaatselijk sterk verontreinigd | N | Overig |
GO001403693 | Baanstraat, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403736 | Moesstraat / Nwe Kijk in't Jatstraat VSTI | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403785 | Albertine Agnesplein, achter nr. 9 en 11 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001403812 | Moesstraat / Noorderbuitensingel | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001403816 | Tuinbouwstraat 30 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001403878 | Noorderbinnensingel, Noorderplantsoen | voldoende onderzocht | Onverdacht/Niet verontreinigd | N | Overig |
GO001403905 | Plantsoenstraat, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
GO001403930 | Zonnelaan, trace | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Overig |
GO001404152 | Stationsplein - Zernikelaan, Tramlijn 1 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001405265 | Noorderstationsstraat 48 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405369 | Kalverstraat, speelplaats | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Demping/ ophogingen |
GO001405419 | Akkerstraat 26 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405425 | Bergstraat 48 - 48a | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405426 | Bergstraat 52 - 54 | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405427 | Bergstraat 69 / Kleine Bergstraat 30 - 32 | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405444 | Dillenburglaan 3 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405445 | Dillenburglaan 4 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Tanks |
GO001405446 | Dillenburglaan 5 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405447 | Dillenburglaan 6 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd | N | Tanks |
GO001405461 | Grachtstraat 5 | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405477 | Kerklaan 92 - 92a | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001405478 | Kerklaan 103 - 103b | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster rein (Voormalig) |
GO001405480 | Kolfstraat 16 | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405481 | Koninginnelaan 1 | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405482 | Koninginnelaan 3 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405483 | Koninginnelaan 5 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405484 | Koolstraat 45 - 49a en Moesstraat 53 - 53a | uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405502 | Moesstraat 22c - 26/1b | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405505 | Moesstraat 43 - 43a | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405508 | Nassaulaan 2 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405514 | Noorderbuitensingel 1 - 4a + Noorderstationstraat 2 - 6a | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001405515 | Noorderbuitensingel 12 - 12a | uitvoeren NO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405516 | Noorderbuitensingel 27 - 27b | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405518 | Noorderstations- straat 20 - 20a |
uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405521 | Noorderstations straat 76 - 76a |
uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405522 | Noorderstations- straat 78 - 78a |
uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405529 | Oranjesingel 3 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405530 | Oranjesingel 4 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405531 | Oranjesingel 5 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405532 | Oranjesingel 6 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Huidig) |
GO001405533 | Oranjesingel 10 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405534 | Oranjesingel 11 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405535 | Oranjesingel 12 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405536 | Oranjesingel 14 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405537 | Oranjesingel 15 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405538 | Oranjesingel 16 - 16a | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405539 | Oranjesingel 17 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405540 | Oranjesingel 19 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405541 | Oranjestraat 1 | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405542 | Oranjestraat 7 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405569 | Selwerderdwars-straat 8 - 8 a | voldoende onderzocht | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Tanks |
GO001405579 | Tuinbouwdwars- straat 16 - 16a |
Uitvoeren aanvullend OO | Potentieel Ernstig | N | Tanks |
GO001405580 | Tuinbouwstraat 118a | voldoende onderzocht | Potentieel verontreinigd | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405605 | Stationsplein - Kardingerweg, Tramlijn 2 | uitvoeren OO | Potentieel Ernstig | N | Overig |
GO001405638 | Prinsesseweg 2 - 2d | opstellen SP | Potentieel Ernstig | N | Bedrijfster- rein (Voormalig) |
GO001405648 | Kerklaan 21 | voldoende onderzocht | Onverdacht/ Niet verontreinigd |
N | Overig |
GO001405656 | Grachtstraat 31 | voldoende gesaneerd | Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd |
N | Overig |
Voldoende onderzocht: Voldoende onderzocht voor het beoogde doel van het onderzoek. Onderzoek is niet vanzelfsprekend geschikt voor alle doeleinden.
OO (fase) (fase) oriënterend bodemonderzoek
NO (fase) (fase) nader bodemonderzoek
HO historisch onderzoek
SP saneringsplan
BIO bijzonder inventariserend onderzoek.
Overlegreactie provincie
Op 30 januari 2014 heeft u het voorontwerp-bestemmingsplan “Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt” voor overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Bro aan de provincie toegezonden.
De inhoud van het plan geeft geen aanleiding om opmerkingen te maken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Overlegreactie Gasunie
Verzonden: maandag 10 februari 2014 15:27
Onderwerp: RE: Overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt
Bij e-mailbericht van 30 januari 2014 hebben wij het bovengenoemd voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ontvangen. Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid.
Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen aardgastransportleiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.
Overlegreactie TenneT
Van: Grondzaken-Noord [mailto:Grondzaken-Noord@tennet.eu]
Verzonden: maandag 24 februari 2014 12:25
Onderwerp: RE: Overleg voorontwerp-bestemmingsplan Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt
Binnen de grenzen van bestemmingsplan Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt bevinden zich noch bovengrondse hoogspanningsverbindingen, noch ondergrondse kabels van TenneT.
Wij hebben geen op- en/of aanmerkingen op genoemd bestemmingsplan.