direct naar inhoud van 5.3 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01

5.3 Ecologie

Ecologische groenstructuur

Dit oudere stadsdeel wordt gekenmerkt door een hoge mate van verstening. De oppervlakte met groen is zeer beperkt en bestaat uit relatief kleine 'binnengroentjes', achtertuinen en boomstructuren langs wegen. Alleen het groen langs de Petrus Campersingel behoort tot de door de raad vastgestelde Stedelijke Ecologische Structuur.

Groen

Ecologisch gezien zijn het dus de 'binnengroentjes' en randen van dit plan die bijdragen aan het stedelijke groene weefsel. Het gaat dan onder meer om het groen van het Bleekveld, de oostzijde van de Agricolastraat en het Poortersplein. Deze hebben in het groenstructuurplan de status nevengroen. De boomstructuren en kades langs de Diepenring, de Oosterkade, de Oostersingel en bij de Petrus Campersingel zijn opgenomen in het groenstructuurplan met de status 'basisgroen'. Hier zijn verschillende, waaronder monumentale, boomsoorten, struiken en nectarplanten. In al deze groen- elementen leven (deel)populaties van onder andere verschillende en beschermde vleermuissoorten, egels, muizen, vlinders en vogelsoorten.

Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de zeer vormenrijke natuur van de stoeptegel- of geveltuintjes in dit stadsdeel. Stoeptegeltuintjes en gevelbegroeiingen leveren voedsel voor vogels, bijen en vlinders, beschutting en nestgelegenheid.

De kades langs de Diepenring herbergen op vele plaatsen kenmerkende en soms beschermde muur- planten. Het gaat dan om Muurvaren, Muurpeper, Steenbreekvaren, Eikvaren, Tongvaren, Muursla, Zwartsteel en Muurleeuwebek.

Indien vleermuisverblijfplaatsen of vliegroutes aanwezig zijn, zijn deze locaties of trekroutes beschermd.

Waterstructuur

Het watermilieu van de Diepenring zorgt, ondanks de stedelijke setting, voor natuurwaarden op het gebied van vleermuizen, vissen en watervogels. Het gaat dan met name om de functie van foerageer- of rustgebied. Verschillende vleermuissoorten gebruiken de waterstructuren eveneens als trekroute. Deze trekroutes zijn wettelijk beschermd. Behoud en versterking van deze zones is van groot belang. De Diepenring heeft de functie van boezemwater. Natuurwaarden zijn daardoor beperkt, zeker door het ontbreken van natuurlijke oevers. Toch kunnen we hier soorten als fuut, waterhoen, blauwe reiger, aalscholver en soms een ijsvogel tegenkomen.

Gewenste ontwikkeling

Genetische uitwisseling en klimaatopwarming vragen om duurzame, goed functionerende groen- gebieden en ecologische verbindingen tussen groengebieden.

Bij ontbrekende verbindingszones of grotere groengebieden zijn kleinere groengebieden als stepping- stones of groene enclave, zoals in Binnenstad-Oost, van belang, evenals de boomstructuren langs wegen en kades. Door hun oppervlakte en soortenvariatie hebben de 'binnengroentjes' namelijk een belangrijke ecologische waarde. Bij wijkvernieuwing of renovatie moet er daarom nadrukkelijk naar worden gestreefd om deze kwaliteiten te behouden, te integreren en zo mogelijk te verbinden.

De muurplanten in de kades dienen ook zoveel mogelijk als bijzondere stadsnatuur behouden te worden. Alle boomstructuren in het gebied zijn waardevol voor vogels en vleermuizen als nestplaats, voedselvoorziening en trekroute. Inrichting en beheer van alle groengebieden moeten afgestemd zijn op het 'Doelsoortenbeleid Stedelijk gebied'.

Overige aandachtspunten

De bouwwijze van huizen in dit stadsdeel kenmerkt zich veelal nog door een traditionele dakopbouw met dakpannen. In beschikbare holten leven waardevolle stadsdieren als gierzwaluwen, huismussen, roodstaarten en verschillende vleermuissoorten. Binnen het plangebied zijn enkele kolonieplaatsen van gierzwaluwen vastgesteld, onder andere in de Bloemstraat, de Nieuwe Sint Jansstraat, de Oostersingel en de Agricolastraat. De aantallen van bovengenoemde soorten nemen stadsbreed af. De nog resterende mussenpopulaties in dit stadsdeel komen overeen met de locaties van de binnengroentjes. Al deze nestplaatsen zijn beschermd en moeten vóór sloop of renovatie gecompenseerd worden.
Bij renovatie en nieuwbouwplannen is het überhaupt noodzakelijk voorzieningen voor deze soorten als randvoorwaarde op te nemen. Bij nieuwbouw moet tevens nadrukkelijk ingezet worden op het realiseren van dakvegetatie, zoals bij het Werkmancollege in 2010 is gebeurd. Deze vegetatie draagt in een intense stad in hoge mate bij aan de verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en de duurzaamheid.

Wet en regelgeving

Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen de ruimtelijke ontwikkelingen getoetst te worden aan de Flora- en Faunawet en het stedelijke ecologisch beleid.

De afstand tot de Ecologische Hoofdstructuur, c.q. de Koningslaagte, bedraagt ruim 2 kilometer. De afstand tot het Leekstermeergebied bedraagt ruim 5 kilometer. Gezien het conserverend karakter van het voorliggend plan, de afstand tot de betreffende gebieden en de afscherming door bestaande bebouwing is er geen sprake van invloed ten gevolge van dit plan op beide gebieden.