direct naar inhoud van 4.2 Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Ebbingekwartier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01

4.2 Archeologie

Inleiding

In 1992 is door Nederland het 'verdrag van Valetta' ondertekend, in de volksmond ook wel 'verdrag van Malta' genoemd. Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald met een ingrijpende wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, zoals de ontgrondingenwet en de woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen de bestemmingsplannen.

Elk bestemmingsplan dient vanaf 1 september 2007 daarom een paragraaf archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan voorschriften te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen. Die regels kunnen in enkele, op archeologische gronden geselecteerde, gebieden aan een 'omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' worden verbonden. Daarmee wordt de aanvrager van een dergelijke vergunning verantwoordelijk voor behoud van archeologisch erfgoed. De Monumentenwet 1988, de erfgoedverordening van de gemeente en dit bestemmingsplan beschrijven vervolgens de procedure.

Archeologische verwachting

Het gebied maakt deel uit van een terrein van hoge archeologische waarde (AMK-terrein), zoals vermeld op de Archeologische Monumenten Kaart. Dit terrein omvat de gehele (binnen)stad van Groningen. Archeologisch onderzoek (zie hierna) heeft uitgewezen dat in het plan archeologische resten uit bijna alle perioden (steentijd tot en met de nieuwe tijd) aanwezig zijn (geweest).

De gebieden waarin zich deze resten bevinden, worden in het bestemmingsplan beschermd door een dubbelbestemming archeologie. Hiervoor is een omgevingsgunning opgenomen.

Omdat delen van het terrein al onderzocht en/of vanwege vervuiling in de bodem afgegraven zijn, geldt de dubbelbestemming archeologie alleen voor een beperkt gedeelte van het plan. Op het navolgende kaartje is te zien welke delen al zijn opgegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01_0007.png"

In groen aangegeven de opgegraven percelen in 2009,
in geel aangegeven de opgegraven percelen in 2011

Archeologisch onderzoek

Een groot gedeelte van het plangebied is de afgelopen jaren onderzocht.

In 2009 werd ter plaatse van de verffabriek Cordes een grote verscheidenheid aan bewoningssporen en archeologica aangetroffen: vuursteen uit het neolithicum, resten van een middeleeuws boerenerf, 'vuilnis' uit de 15de -16de eeuw en resten van leerlooierijen uit de nieuwe tijd, maar liefst drie muntschatten, pelgrimsinsignes en delen van minimaal twee aardewerken schoorsteenbeelden.De ondergrond ter plaatse bestaat uit dekzand, licht aflopend in oostelijke richting. In het noordoostelijke deel van het terrein werden op dit dekzand enkele tientallen bewerkte vuurstenen aangetroffen. Uit de vondst van enkele werktuigen (schrabbers) kan worden afgeleid, dat het materiaal uit het neolithicum dateert. Het dekzand is vermoedelijk vanaf het begin van de ijzertijd, onder invloed van de zee, door een pakket klei afgedekt. In deze klei tekenden zich sloten en greppels af: tekenen dat men pogingen ondernam om het gebied te ontwateren.

Vanaf de late middeleeuwen lagen deze sloten in een verkaveling die ook nu nog in het omliggende stratenpatroon te herkennen is. In deze periode waren enkele percelen in gebruik als boerenerf. Resten van een schuur en twee waterputten konden uit deze periode worden opgetekend. In dezelfde tijd ontstond een brede noord-zuid georiënteerde sloot die het terrein in tweeën deelde: het Selwerderdiep. Het terreindeel ten westen van deze sloot werd in de 14de eeuw compleet vergraven: vermoedelijk heeft men hier zand gewonnen. Het hierdoor ontstane maanlandschap werd daarna in de 15de -16de eeuw gebruikt als vuilnisbelt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01_0008.jpg"
Funderingen en muurwerk aan het Boterdiep bij de opgravingen in 2009

Leerlooierijen

Vanaf de 15de -16de eeuw wordt het oostelijk gedeelte van dit terrein gebruikt door leerlooiers tot halverwege de achttiende eeuw. Verschillende diepe rechthoekige kuilen en zeer veel waterputten samen met de vondst van plakken gemalen eikenschors en vele dierbotten van vooral paarden tonen aan dat hier leerlooierijen gevestigd waren.