Plan: | Bestemmingsplan Ebbingekwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01 |
Het gasfabriekterrein
In 1854 werd op het terrein ten oosten van het Boterdiep en ten noorden van de Bloemstraat de gemeentelijke gasfabriek opgericht. Daarmee was Groningen na Amsterdam de tweede stad in Nederland met een eigen gasfabriek. Dit terrein was de enige plek binnen de vesting die nog ruimte bood voor een dergelijke voorziening. De zuidelijk hiervan gelegen voormalige vestingstrook werd sinds 1898 in gebruik genomen door de diverse gebouwen van het Academisch Ziekenhuis. Aan de oostzijde werd het gasfabriekterrein begrensd door de vestingwal en de destijds nog doodlopende Bloemstraat.
De gebouwen van de gasfabriek kwamen een stuk uit de rooilijn van de Bloemstraat te liggen, zodat voor het fabriekscomplex een voorterrein ontstond. Ten westen van het terrein lag een kleine straat, de Professorensteeg, die ter hoogte van de huidige Langestraat heeft gelegen. Zij kwam uit op een zijstraat van het Boterdiep, de Jacobijnerweg. Van oudsher was dit een oude landweg die vóór de aanleg van de vesting al bestond en vanaf de stad in de richting van de oostelijke landerijen voerde. De weg werd gebruikt als achteringang en vormde de aanvoerplaats voor de kolen die onder andere vanaf de Noorderhaven per schip werden aangevoerd.
Na 1874, met het in werking treden van de Vestingwet, werden de 17de eeuwse vestingwerken opgeruimd: de wallen geslecht en de grachten gedempt. De ontmanteling van de vesting heeft nauwelijks invloed gehad op het terrein van de gasfabriek zelf. De vestingwal aan de oostkant werd afgegraven en de nieuw aangelegde Oostersingel werd pas in 1910 doorgetrokken langs het gasfabriekterrein en kreeg de naam Bloemsingel.
Het terrein van de gasfabriek werd in de loop van de tijd aanzienlijk uitgebreid - in noordelijke richting - en verdicht. De diverse gebouwen stonden - in schrille tegenstelling tot de situatie in de jaren tachtig van de 20ste eeuw - tamelijk symmetrisch gegroepeerd op het terrein: de grotere productiehallen parallel aan de Langestraat en de gashouders op het noordelijke deel van het terrein. Het regulateurhuis vormde het centrale punt op het voorterrein aan de Bloemstraat, dat als een representatieve siertuin was ingericht.
Luchtfoto van het gasfabriekterrein in 1933
Op de voorgrond de elektriciteitscentrale en de Bloemsingel
met rechts het Verbindingskanaal, de voormalige oostelijke vestinggracht
De monumentale oude boom achter Bloemstraat 36 is mogelijk een restant van deze 'voortuin'! Een korte centrale as leidde vanaf de Bloemstraat naar het hoofdgebouw. In 1885 was het complex al fors uitgedijd en telde de fabriek zeven gashouders.
Aan de Professorensteeg en de Jodenkamp werden kleine arbeiderswoningen gebouwd, zodat aan het einde van de 19de eeuw de nog resterende lege ruimte geheel verdicht was met kleinschalige bebouwing.
Bebouwing Boterdiep-oostzijde
De 17de eeuwse bebouwing aan de oostzijde van het Boterdiep werd als gevolg van toenemende bedrijvigheid in dit gebied in het laatste kwart van de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw voor een belangrijk deel gesloopt en vervangen. Door de vestiging van bedrijven op de achterliggende terreinen werd steeds meer woonbebouwing vervangen door bedrijfsgebouwen en pakhuizen van diverse aard, wat een zeer gevarieerd bebouwingsbeeld opleverde. Een groot bedrijf was de Vleesconservenfabriek van Gerson (nu Simplon), die zich hier in 1916 vestigde. Enkele 'luxere' woonhuizen werden gebouwd als directeurswoningen voor de achterliggende bedrijven. Een aantal panden bezit mogelijk nog 17de of 18de eeuwse casco-onderdelen.
Bebouwing Bloemstraat-noordzijde
Een soortgelijke ontwikkeling als aan de oostzijde van het Boterdiep vond plaats aan de noordzijde van de Bloemstraat. De vroegste bebouwing ontstond in de 17de eeuw in het westelijke deel nabij het Boterdiep. In de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw werd deze bebouwing voor een deel vervangen door kleinschalige woonbebouwing, die qua schaal aansloot op de woonbebouwing bij de gasfabriek. De woningen werden afgewisseld met bedrijfspanden met doorgangen naar de achterliggende terreinen. Van de vroegere bebouwing is nog een enkel woonhuis blijven bestaan (Bloemstraat 16, 1747).