Plan: | Bestemmingsplan Ebbingekwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01 |
Vanaf de Romeinse tijd worden de zandige flanken van de Hondsrug als gevolg van de stijging van de zeespiegel en als gevolg van een grote zee-inbraak in het Lauwersmeergebied afgedekt door kleiafzettingen. Dat sediment wordt aangevoerd via de Hunze. Overslibbing vindt (onregelmatig) plaats tot zeker halverwege de 13de eeuw, om dan definitief te stoppen. Dijkaanleg en verbeterd watermanagement zullen daaraan debet zijn. Waarschijnlijk al in de 11de /12de eeuw wordt de latere, oostelijke stadshamrik verkaveld door het graven van sloten en aanleggen van wegen tussen bermsloten, ook wel dijk genoemd. De voormalige Jacobijnerweg, de Bloemstraat en ook de Bedumerweg zijn daar voorbeelden van. De landerijen zelf zullen zijn gebruikt als akkerland, waar de ontwatering goed was en als weiland en hooiland op de natste delen. Direct grenzend aan de Jacobijnerweg bleek bij opgravingen, op de kleiafzetting een 12de /13de -eeuws boerenerf aanwezig.
Rond 1400 wordt water uit de bovenloop van de Hunze bij Roodehaan afgeleid naar de stadsgracht, het latere Schuitendiep. Ter hoogte van de huidige kruising Boterdiep-Schuitendiep takte de stadsgracht af naar het noorden (Cleisloot of Selwerderdiep, nu gelegen onder Boterdiep-westzijde) om bij De Hoogte weer verbinding te maken met de benedenloop van de Hunze. Ten westen van de Cleisloot liggen dan enkele sloten en een weg met globaal dezelfde richting. De terreinen tussen Schuitendiep, en die sloten worden aan het einde van de middeleeuwen tot aan de 17de eeuwse 'Nieuwe uitleg' gebruikt om zand te winnen en stadsafval te storten.
Einde 16de eeuw blijkt de kop van de Bloemstraat bebouwd te zijn. In de eerste twee decennia van de 17de eeuw verdwijnt het gros van de bebouwing en het grootste deel van de verkaveling, om opgenomen te worden in het plan voor de Nieuwe uitleg, de nieuwe stad binnen de nieuwe vestingwallen. Daarin past ook het opnieuw graven van het Boterdiep, nieuwe straten (behalve Bloemstraat en een stuk Jacobijnerweg) en nieuwe bebouwing. Tot aan de demping van het (binnen) Boterdiep omstreeks 1912 blijft met toevoegingen die situatie ongewijzigd.