Plan: | Bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP485HoornseMeerHo-vg01 |
Op 1 januari 2008 wonen in het totale gebied van dit bestemmingsplan ruim 6000 personen in ongeveer 3000 woningen.
De wijken Hoornse Meer en Hoornse Park zijn gebouwd vanaf 1988. De Veenhoflocatie is recent ontwikkeld (2009). De Hoornse Meer is het grootste deelgebied; hier staan ruim 2000 woningen en er wonen ruim 4000 mensen. De Hoornse Park is veel kleiner en heeft 300 woningen met ruim 700 bewoners.
De Piccardthof is gebouwd vanaf 2000 aan de noord- en zuidkant van de Piccardthofplas en heeft als laatste schakel de ontwikkeling aan de Kuifeend (kavels waarvoor een stedenbouwkundig plan door de raad is vastgesteld). Er staan ruim 400 woningen en het wijkje telt ruim 1350 bewoners.
Bij de ontwikkeling van de wijk Hoornse Meer speelden het streven naar een compacte stad en een goede openbare ruimte een belangrijke rol. Er was niet alleen aandacht voor de hiërarchie in de wijk en de overgangen tussen privé- en openbare ruimte, maar ook voor de diversiteit van woningtypen.
Qua programma is in de wijk Hoornse Meer nadrukkelijk gekozen voor 'sociale woningbouw' aan het water. Inmiddels hebben corporaties wel woningen verkocht, maar er zijn hier nog altijd 41% corporatiewoningen en nog eens 22% andere huurwoningen naast 36% woningen van eigenaar-bewoners (2007).
De opzet van de wijk was erop gericht veel mensen van het water te laten profiteren en mede daarom werden er voor het eerst op grote schaal in een nieuwe wijk veel appartementen met lift gebouwd. Zo konden ook ouderen uit de rest van de stad kwalitatief beter worden gehuisvest en konden tevens de vrijkomende eengezinswoningen worden gebruikt voor de doorstroming.
Inspiratie door typologieën uit de volkshuisvesting van de jaren twintig leverde naast rijenwoningen ook een revival van de beneden-/bovenwoning op.
In de wijk Hoornse Park werd meer marktvolgend voor hogere inkomensgroepen gebouwd dan in de wijk Hoornse Meer.
Ook met de Piccardthof werd beoogd een suburbaan woonmilieu te realiseren voor de hogere inkomens. Deze wijk is door tussenkomst van de provincies op grondgebied van de toenmalige gemeente Eelde ontwikkeld, maar hoort sinds de totstandkoming bij de stad. De woningen in de Piccardthof zijn geïnspireerd op de dertiger-jaren-architectuur. De natuurwaarde van het gebied moest zoveel mogelijk overeind blijven. De Piccardthof was de eerste Groninger wijk die met het Politiekeurmerk Veilig Wonen werd ontwikkeld.
In het Hoornse Park en later in de Piccardthof werden vrijwel alleen woningen in de vrije sector gebouwd, waaronder duurdere huurwoningen. Vrijstaande woningen en twee-onder-eenkapwoningen zijn de dominante typen in beide wijkjes.
De grote variëteit aan woningtypen en prijscategorieën in Hoornse Meer leverde aanvankelijk een doorsnee stad-Groninger-bevolking op en dat blijkt nog steeds zo te zijn. Zij het, dat er nu meer ouderen wonen dan gemiddeld in de stad, zeker voor een uitbreidingsgebied van ongeveer 15 jaar oud. Het Hoornse Park kent veel twee-oudergezinnen en ook veel middelbare stellen, terwijl er in de Piccardthof voornamelijk gezinnen wonen. In het noordelijke deel van de Piccardthof, waar destijds kavels zijn uitgegeven, zien we ook veel middelbare stellen.
In het gehele gebied zijn ouderen en twee-oudergezinnen de grootste groepen (beiden circa 25%).
Jonge stellen en jonge singles zijn in de loop der tijd het meest afgenomen. Middelbare singles zijn toegenomen als gevolg van het ouder worden van de wijk, maar dit is in de gehele gemeente Groningen een groeiende groep. Het driehoekig 'centrum'-gebiedje bij het water bestaat voor ongeveer de helft uit ouderenhuishoudens.
Het is in het algemeen goed om met de specifieke kenmerken van wijken rekening te houden. Echter, in het plangebied zijn de komende tijd weinig nieuwe grote ingrepen te verwachten.
De structuurvisie Kwaliteit van Wonen (2009) legt voor de stad als totaal de nadruk op de doelgroepen jongeren en gezinnen en op de verdere uitvoering van de nota Zorgen voor Morgen.