direct naar inhoud van 3.3 Water
Plan: Bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01

3.3 Water

Het beleid ten aanzien van water is vastgelegd in het 'Waterwerk, verbreed Groninger Rioleringsplan' van de gemeente Groningen (planperiode 2009-2013). Daarnaast wordt gewerkt volgens de stedelijke wateropgave van het waterschap Noorderzijlvest en van het waterschap Hunze en Aa's.

De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het water als medeordenend principe. Water legt verbindingen tussen bodem, natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de woon- en werkomgeving.
Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht (Watertoets). In het kader van de watertoets zal nadere uitwerking van de principes van afwatering en ontwatering in relatie tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit plaats moeten vinden in overleg met de waterbeheerder. De locatie valt binnen het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap vervult een adviserende en toetsende rol.

Het gebied bevindt zich ten westen van de stad Groningen. Het bestemmingsplan omhelst het gebied van Hoogkerk Centrum, Hoogkerk Noord en de wijk Gravenburg. Hoogkerk Centrum en Hoogkerk Noord zijn gescheiden door het Hoendiep.

Het Hoendiep valt onder de Electra boezem, deze hoofdwatergang is meegenomen in bestemmingsplan 'Openbaar Vaarwater' en valt buiten dit bestemmingsplan.

Het gebied van Hoogkerk Centrum heeft geen oppervlaktewater en watert af op het Hoendiep. Deze valt onder boezempeil (streefpeil NAP -0,93m, maximum peil NAP -0,20m).

Het gebied Hoogkerk Noord is wat peil betreft gescheiden door de Kerkstraat. Het gebied ten oosten valt onder het zomerpeil van NAP -1.50m en winterpeil van NAP -1.70m. Het gebied ten westen van de Kerkstraat valt onder het zomerpeil van NAP -1.40m en winterpeil van NAP -1.60m (conform peilbesluit uit 1943). In het gebied ten westen wordt een ander peil gehandhaafd, dit peil bedraagt zomerpeil NAP -1.20m en winterpeil Nap -1.50m. Het huidige gebruik van het gebied is reden geweest een ander peil in te stellen. Voor dit peil moet nog een peilbesluit genomen worden.

In het kader het Waterstructuurplan Westrand volgen er maatregelen/aanpassingen voor een beter watersysteem voor Hoogkerk-Gravenburg.

Ter plaatse van de wijk Gravenburg bedraagt het streefpeil NAP -1.20m (zowel zomer- als winterpeil). Het peil is hoger dan het peil ten westen (NAP -1,40m) om een scheiding te handhaven tussen landbouwwater en wijkwater. Voor Gravenburg is een circulatieplan opgesteld, de watergangen zijn afgesloten door stuwen en met elkaar verbonden door duikers. Het water zal op deze wijze door de wijk heen circuleren.

De verschillende peilgebieden en leggergegevens zijn weergegeven in onderstaande figuur. Deze figuur is tot stand gekomen in overleg met Waterschap Noorderzijlvest.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01_0016.jpg"

Het water van het omgelegde Eelderdiepje, ten zuiden van Hoogkerk zal in de toekomst gebruikt gaan worden voor de aanvoer van schoon water naar de woonwijk Reitdiep. Om dit te bewerkstelligen is tot aan de zuivering in Hoogkerk een open waterverbinding aanwezig.

Vanaf de zuivering moet vervolgens het Hoendiep gekruist worden, deze kruising en verdere afvoer naar het noorden zal plaats vinden via een oude transportleiding. Deze transportleiding is momenteel buiten gebruik, van oudsher vormde deze transportleiding de verbinding tussen de rioolwaterzuivering en de zee.

Waterberging

Voor het gebied van bestemmingsplan Hoogkerk - Gravenburg is gekeken in hoeverre de waterstructuur voldoende waterberging biedt. In de stedelijke wateropgave is aangegeven dat Hoogkerk Zuid (het noordelijk deel hiervan) is aangemerkt als kwetsbaar gebied. De vereiste berging voldoet echter wel volgens de berekeningen uit de stedelijke watergave.

In het gebied Hoogkerk Noord is voldoende oppervlaktewater aanwezig om het neerslagoverschot dat tijdens het klimaatscenario optreedt te kunnen bergen en risico`s op wateroverlast te beperken. De berekende maximale waterstandstijging bedraagt 45 cm.

In het gebied Hoogkerk Centrum is niet voldoende oppervlaktewater aanwezig, het gehele gebied is aangemerkt als risicovol in geval van een klimaatscenario.

Het watersysteem van Gravenburg maakt deel uit van het watersysteem van de westrand. In dit gebied is ruim voldoende water aanwezig. Er is derhalve ook geen risico op wateroverlast.

Omgevingsaspecten

In Hoogkerk Centrum is een rioolwaterzuivering gesitueerd. Ter plaatse van de zuivering zal een gemaal worden gebouwd die zorgt voor het transport van het afvalwater na het opheffen van de zuivering. De persleiding vanaf dit nieuwe gemaal maakt onderdeel uit van het project Waterslag 2.

Na renovatie van gemaal Garmerwolde in 2011 is deze rioolwaterzuivering in staat het afvalwater van de zuivering in Hoogkerk te verwerken.

Waterberging

Bij nieuwbouw en eventuele inbreiding van het plangebied moet rekening gehouden worden met de gevolgen van een toename van verhard en bebouwd oppervlak. Door deze verdere verstedelijking komt regenwater sneller tot afstroming. Voor het bestaande watersysteem betekent deze toename een extra belasting en moet meer water worden geborgen. Hiervoor wordt door de waterschappen een compensatie in de vorm van oppervlaktewater vereist. Als vuistregel wordt een compensatie van 10% van de toename van het verharde en / of bebouwde oppervlak in de vorm van oppervlaktewater geëist. Binnen het plan moet hier ruimte voor gereserveerd worden. Indien watergangen gedempt worden door nieuwe ontwikkelingen moet dit gecompenseerd worden door de aanleg van nieuwe watergangen/partijen.

Een ander nadeel van de verdere verstedelijking is dat geen regenwater in de bodem verdwijnt. Door de hiermee gepaard gaande grondwaterstanddaling kan een verdroging van de ondergrond optreden. Dit is voor met name de bomen en het overige groen nadelig. Door de toepassing van bijvoorbeeld infiltratievoorzieningen en waterdoorlatende bestrating wordt water geïnfiltreerd. Door toepassing van deze systemen kan ook water geborgen worden. De plaatselijke grondslag moet duidelijk maken of deze toepassingen gebruikt kunnen worden.

De aanleg van een vegetatiedak/groene daken kan een bijdrage leveren aan het vertraagd afvoeren van regenwater. Het vegetatiedak gebruikt water voor de groei van de beplanting, het bergt enig water en voert het vervolgens vertraagd af. Ecologisch gezien biedt dit ook de nodige voordelen. Meer ruimte en ontwikkeling voor insecten, vogels en andere flora en fauna.

Bodem

De drooglegging is de afstand van de grondwaterstand tot aan de bovenzijde van het maaiveld. Bij wegen en bomen moet dit minimaal 1.00m zijn en bij gebouwen moet dit minimaal 0.20m beneden de bodemafsluiting van de kruipruimte zijn.

De drooglegging bij winterpeil t.o.v. het laagste relevante maaiveld bedraagt in het gebied:

Hoogkerk centrum 1.60 m

Hoogkerk noord oost 0.50 m

Hoogkerk noord west 0.85 m

Gravenburg 0.90 m

(bron stedelijke wateropgave Groningen)

De drooglegging in het gebied voldoet hiermee niet aan de uitgangspunten.

Bij eventuele rioleringswerkzaamheden zal nader onderzoek naar de ontwateringsdiepte moeten worden gedaan en onderzocht moeten worden of de grondwaterstand verlaagd kan worden.

Riolering

In het gebied van Hoogkerk Centrum en Noord is overwegend een gemengd rioolstelsel aanwezig.

In Gravenburg is een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Dit houdt in dat het hemelwater en afvalwater gescheiden van elkaar worden afgevoerd. Het hemelwater voert rechtstreeks af op oppervlaktewater, het afvalwater voert vervolgens af naar de zuivering.

Bij de realisatie van nieuwbouw binnen dit bestemmingsplan moet een gescheiden rioolsysteem aangelegd worden waarbij regenwater gescheiden wordt van het overige huishoudelijke afvalwater van onder meer toilet, douche en keuken. Het dakwater plus het overige regenwater gaat vervolgens rechtstreeks naar het oppervlaktewater.

Bij wegen met een hoge verkeersintensiteit en terreinoppervlakken waar mogelijk vervuiling te verwachten is moet met het waterschap overlegd worden op welke wijze het afstromende regenwater van dit oppervlak af moet voeren.

Ook eventuele drainagesystemen moeten indien mogelijk rechtstreeks afwateren richting het oppervlaktewater.

Bouwmaterialen

Bij de bouw van de gebouwen mogen geen materialen gebruikt worden die milieuverontreinigend zijn zoals lood, zink en koper. Ook bepaalde bitumen en behandeld hout logen milieugevaarlijke stoffen uit welke via het regenwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.

Het toepassen van vegetatiedaken/groene daken is een prima middel om regenwater vast te houden en vertraagd af te voeren. De vegetatie neemt vocht op, bergt water en gebruikt op die manier water. Tevens verdampt het water door zon en wind. Bij hevige neerslag zal het water minder snel tot afstroming komen. Ook dit kan een bijdrage leveren in de compensatie van de toename van het verharde en bebouwde oppervlak. Daarnaast isoleren de groene daken in de zomer. Door het verdampingsproces in de grondlaag wordt voorkomen dat het dak te veel opwarmt. Op deze wijze kan worden bespaard op energieslurpende voorzieningen zoals airco's en dergelijke.