Plan: | Bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01 |
De op de kaart voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. detailhandel in auto's, boten en caravans,
2. detailhandel in kampeerartikelen,
3. detailhandel in landbouwwerktuigen,
4. detailhandel in grove bouwmaterialen,
5. bouwmarkten,
6. detailhandel in keukens en sanitair,
7. tuincentra,
8. detailhandel in tuinmeubelen,
9. inrichtingscentra voor kantoorinterieur,
10. grootschalige detailhandel in meubelen en woninginrichting,
met dien verstande dat
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak en aan de straatzijde vanuit het oogpunt van representativiteit geen bouwwerken worden gebouwd in de vorm van carports of overkappingen voor auto's of ander materieel en opslag
b. de afstand van gebouwen tot een naar de weg gekeerde perceelsgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;
c.de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens mag niet minder dan 3 meter bedragen.
d.de bouwhoogte van erf- of perceelsafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen;
e.de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Met het oog op mogelijke calamiteiten dient de bereikbaarheid van gebouwen, zowel vanaf de openbare weg als ten opzichte van elkaar op één bouwperceel voldoende gewaarborgd te zijn.
b. het straat- en bebouwingsbeeld:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:
c. de verkeersveiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;
d. de sociale veiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
e. de milieusituatie:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed. Van belang daarbij kunnen zijn bijvoorbeeld de bezonningssituatie, de lichttoetreding, zichtlijnen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het gestelde in lid 6.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a.het bepaalde in lid 6.1 onder a, juncto lid 6.5 onder a, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 6.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
b.het bepaalde in lid 6.1 onder a ten behoeve van het toestaan van maximaal 70% van de bruto vloeroppervlakte voor kantoorruimte die ten dienste staat aan het ter plaatse gevestigde bedrijf.
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 6.6.1 onder a. is slechts mogelijk nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van detailhandel in, met uitzondering van LPG, onder de voorwaarde dat:
Bij de beoordeling van een wijzigingsplan voor een verkooppunt van motorbrandstoffen worden de volgende aspecten betrokken:
a. ruimtelijke inpasbaarheid:
Het verkooppunt van motorbrandstoffen dient ruimtelijk inpasbaar te zijn. Dit houdt onder meer in dat het perceel, waarop deze functie wordt uitgeoefend, van een voldoende omvang dient te zijn met het oog op de plaatsing van gebouwen en installaties en het verwerken van het verkeer. De aanwezigheid van het verkooppunt mag er niet toe leiden, dat een bestaand gebouw niet meer voldoet aan de daarvoor geldende parkeereisen.
b. verkeerskundige aspecten:
Er dient rekening te worden gehouden met de verkeersaantrekkende werking van het verkooppunt in relatie tot de capaciteit en verkeersintensiteit van het omliggende wegennet. Daarbij dient de ontsluiting van het verkooppunt zodanig te zijn, dat de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer zijn gewaarborgd.
c. milieu:
De afstand tot een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object moet zodanig zijn, dat een goed woon- en leefmilieu en de veiligheid zijn gewaarborgd.