Plan: | Bestemmingsplan De Held I |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP472DeHeldI-oh01 |
De Held is één van de uitleggebieden die in de volkshuisvestingsnota “De stad vernieuwt” (gemeente Groningen, 1990) is aangewezen voor woningbouw. Onder het motto “Groningen bouwt aan haar toekomst” moest in De Held vooral aan een kwalitatieve vraag naar eengezinshuizen voldaan worden. De Held moest worden ontwikkeld als woonwijk met een geheel eigen identiteit. De bedoeling was om uitdagende woonmilieus en woningtypes te creëren die een zo groot mogelijk keuzeaanbod genereren.
De Held I is de eerste van drie fases waarin het gebied ten westen van Vinkhuizen is ontwikkeld voor grootschalige woningbouw. De tweede en derde fase zijn Gravenburg en De Held III. Door deze ontwikkeling aan de westkant wordt de structuur van de stad weer in evenwicht gebracht. Vorige uitbreidingen waren vooral gericht op de oostkant (Beijum, Lewenborg, De Hunze) en de zuidkant (De Wijert Zuid, Hoornsemeer). Vanwege moeizame onderhandelingen met grondeigenaren bleef een groot deel van het plangebied eerst nog leeg. De eerste fase van De Held werd eind jaren '90 ontwikkeld, terwijl de derde fase (De Held III) pas start na 2010. Ongeveer tegelijkertijd met de ontwikkeling van De Held werden op kleinere schaal meerdere buurten ontwikkeld in de stad (o.a. Hoornsepark, Klein Martijn, Kranenburg).
De wijk is opgebouwd uit verschillende woonmilieus die op een soort eilandjes liggen met daartussen groen of water. De eilandjes moeten een reeks van terpen voorstellen waarbij op iedere terp een wooncluster met eigen identiteit is gebouwd. In het nu nog onbebouwde buitengebied tussen De Held en Gravenburg zijn deze terpen goed te herkennen. Met de ontwikkeling van De Held III, waarbij dicht op De Held I wordt gebouwd, is het de vraag of deze oorspronkelijke gedachte nog te herkennen zal zijn.
Via een rotonde aan de zuidkant zijn ontsluitingen aangelegd naar Hoogkerk en Vinkhuizen. Dwars door het plangebied loopt een oost-westverbinding, de Leegeweg. Deze historische weg was vroeger een belangrijke route tussen Hoogkerk / Leegkerk en de noordelijk gelegen buurten van de stad (Oranjebuurt, Schildersbuurt). Tegenwoordig wordt Gravenburg via deze weg verbonden met Vinkhuizen, waarbij het laatste gedeelte tussen De Held en Vinkhuizen autoluw is gemaakt.
In de wijk wordt overwegend gewoond. Er zijn twee kinderdagverblijven, enige dienstverlening en er is een aantal maatschappelijke functies geclusterd in het centrum van de wijk. Voor overige voorzieningen, waaronder winkels, is De Held aangewezen op Hoogkerk of Vinkhuizen. Aan de Leegeweg bevindt zich net buiten het plangebied een manege.
Het gebied waarvan De Held deel uitmaakt is ontstaan uit een moerassig veengebied met in het noorden invloed van zout water en in het zuiden (omgeving Peizerweg) levend hoogveen. Het gebied ligt in de benedenloop van het riviertje de Hunsinge (zoals het Peizerdiep in de middeleeuwen werd genoemd) tussen twee zandruggen in. Aan de westkant ligt Hoogkerk op een smalle zandrug en aan de oostkant ligt parallel hieraan de uitloper van de Hondsrug.
De Held is genoemd naar de polders waarin de wijk is gebouwd. De Jonge Held en de Oude Held zijn polders die op hun beurt genoemd zijn naar twee molens. De molen De Jonge Held bestaat nog steeds (aan de Friesestraatweg ter hoogte van Slaperstil). De molen De Oude Held is vervangen door een gemaal. Van oudsher is het gebied een open weidelandschap met hier en daar een boerderij en enkele buurtschappen (Leegkerk, Dorkwerd, Hoogkerk). Deze werden veelal gebouwd op wierden of terpen. Nabij het plangebied zijn nog enkele hiervan in het landschap te zien. Oostelijk van de polders loopt het Reitdiep.
Na de Tweede Wereldoorlog werd ook in Groningen de woningnood hoog. In de jaren '60 werd gestart met de ontwikkeling van Vinkhuizen ten westen van het Reitdiep. Aan de westkant van Vinkhuizen zorgt een aantal flatgebouwen voor een duidelijke en harde begrenzing van de stad.
In de jaren '90 volgde ontwikkeling van De Held ten westen van Vinkhuizen. De Held werd aangewezen als Vinexwijk in de groeiende behoefte naar kwalitatief hoogwaardig wonen op ruime kavels in de nabijheid van de stad. De eerste fase, welke tevens het plangebied is van dit bestemmingsplan, werd eind jaren '90 afgerond. De tweede fase van De Held (Gravenburg) werd gebouwd in de jaren 2000. Vanaf 2010 wordt De Held III gerealiseerd.
Van oudsher is de Leegeweg een belangrijke historische verbinding. De Leegeweg heeft nog steeds een belangrijke doorstroom- en ontsluitingsfunctie. Aan de Leegeweg staan enkele boerderijen die het oorspronkelijke landelijke karakter van het gebied nog steeds weergeven.
Aangezien De Held een vrij jonge wijk is, komen er geen monumentale of andere beschermenswaardige gebouwen en elementen voor.
Leegeweg
Stedenbouwkundige structuur
De Held bestaat uit verschillende woonclusters. Deze zijn gesitueerd op een terpenreeks waardoor ieder wooncluster wordt beleefd als een eigen buurt met een eigen karakter. De terpen verwijzen naar de vroegere bebouwingsvormen in het gebied. In totaal zijn op deze manier vier terpen te onderscheiden. Daarnaast bevinden zich langs de Leegeweg kleinere woonbuurtjes.
De terpenreeks is noord-zuid gericht. Dwars daarop zijn meanderende dwarsverbanden aangelegd (langs het Kliefdiep, de Leegeweg en in het verlengde van de Aquamarijnstraat). In het oorspronkelijke bestemmingsplan worden deze verbanden “schering en inslag” genoemd, naar een term uit de textielindustrie waarbij de draden van de stof in de lengterichting (schering) worden verbonden door een draad die hier dwars op is genaaid (inslag). De inslag (groen en water) versterkt de identiteit van de schering (terpen) en zorgt voor een onderlinge relatie.
De drie noord-zuid gerichte terpen kennen een lineaire opzet waarbij gebruik gemaakt is van strooksgewijze bebouwing. De randen worden geaccentueerd door bebouwingsstroken. Bebouwing daarbinnen is parallel aan of haaks op de randen gesitueerd. Deze buurten zijn allen projectmatig ontwikkeld zonder enige vorm van inspraak of particulier opdrachtgeverschap. De vierde, oostelijk gelegen terp, heeft een andere opzet. De rand bestaat uit twee-onder-één-kappers en daarbinnen zijn vrije kavels uitgegeven. Hier zijn enkele intieme hofjes gecreëerd.
wonen aan het water
De Leegeweg doorsnijdt het plangebied. Langs deze weg wijkt het karakter van de bebouwing af waardoor de Leegeweg als historische route geaccentueerd wordt. De woonbuurtjes aan de Leegeweg bestaan uit clusters van zes vrijstaande woningen op ruime kavels. Daarnaast zijn twee boerderijen, nu in gebruik als woning met dienstverlening en kinderdagverblijf, opgenomen in het bebouwingsbeeld.
boerderij aan de Leegeweg
Op de hoek van de straat De Held en de Leegeweg is een woongebouw (8 verdiepingen) gerealiseerd. Deze accentueert het middelpunt van de wijk zonder dat er over een echt centrum gesproken kan worden. Hiertegenover zijn op de hoek van de Leegeweg en de James Baldwinstraat drie nutsgebouwtjes geplaatst.
kruising De Held - Leegeweg
Aan de Leegeweg is een terrein ingericht voor woonwagens. Hier zijn 8 woonwagens gesitueerd met in het midden een groenstrook. De woonwagens zijn voorzien van bergingen. Tegenover dit terrein zijn twee-onder-één-kappers gebouwd die in ruimtelijke zin aansluiten op het woonwagenterrein. Beide maken gebruik van de ontsluiting op de Leegweg. Direct hiernaast, buiten het plangebied, is een manege gevestigd.
woonwagens aan de Leegeweg
Aan de oostkant van de straat De Held zijn zogenaamde terraswoningen gebouwd. Hierbij is gebruik gemaakt van het hoogteverschil van de hierachter aangelegde tarrabulten. Tarra is het restproduct (grond) van de suikerfabrieken dat overblijft na het schoonspoelen van de suikerbieten.
terraswoningen met daarachter Het Roege Bos
De bebouwing aan de Siersteenlaan behoorde oorspronkelijk ook tot het plangebied van De Held. Deze zijn buiten het plangebied gelaten en zijn in het bestemmingsplan Vinkhuizen 2007 opgenomen.
Architectuur
Zoals al in het begin van dit hoofdstuk is te lezen moest De Held een woonwijk worden met uitdagende woonmilieus en woontypen. Voor wat betreft het architectonische ontwerp is deze opzet geslaagd. In de wijk zijn allerlei vormen van bijzondere architectuur te vinden. De traditionele manier van strookgewijze bebouwing, waarbij rijwoningen met zadeldak het beeld bepalen, is losgelaten. In de verschillende woonbuurten zijn afwisselend twee of drie lagen met diverse kapsoorten te vinden. Dwarskappen worden afgewisseld met lessenaarsdaken en zadeldakvormen. Ook zijn mengvormen en veel platte daken terug te vinden in de wijk.
In de noordwestelijke terp, waar tevens de meeste woningen zijn gebouwd, zijn enkele bijzondere accententen te vinden op de kop van de stroken (uitbouw in voorgevel of verhoogde dakopbouw). Aan de Leegeweg en de Oscar Wildestraat bestaat het oorspronkelijke concept uit twee lagen met een platte kap. Op enkele woningen is inmiddels een derde woonlaag gerealiseerd in de vorm van een dakopbouw. In het bestemmingsplan wordt voor elke woning in deze buurten deze mogelijkheid bij recht geboden.
Bestemmingsplan
Behalve voor het vergroten van woningen aan de Leegeweg en de Oscar Wildestraat, wordt in de rest van het bestemmingsplan de bestaande situatie vastgelegd. Dat wil zeggen dat rijwoningen in principe geen uitbreidingsmogelijkheden hebben met uitzondering van ondergeschikte aan-, uitbouwen en bijgebouwen. Vrijstaande woningen en twee-onder-één-kapwoningen hebben beperkte uitbreidingsmogelijkheden, mits voldoende afstand kan worden aangehouden tot de openbare ruimte. Tuinen en erven maken onderdeel uit van de woonbestemming. Voor de openbare ruimte zijn de groen-, water- en verkeersbestemmingen van toepassing.
Voor de woonwagenlocatie aan de Leegeweg is het in principe mogelijk, indien gewenst, op termijn woningen te bouwen. Daartoe is in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
Welstandsnota
In de welstandsnota behoort De Held tot de categorie “Recente uitbreidingen van en grootschalige transformaties in de stad”. Kenmerkend zijn de samenhang tussen architectuur, stedenbouw en landschap. De nadruk ligt op individuele uiting en de bebouwing is afwisselend. Nieuwe initiatieven moeten eventuele hiërarchische structuren respecteren en houden rekening met de samenhang tussen architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur.
Bij toetsing van bouwaanvragen worden in ieder geval de volgende uitgangspunten in acht genomen. De collectieve visuele kwaliteit van het geheel is belangrijker dan de individuele kwaliteit van de woning. De opbouw van de gevel is consequent, gevels grenzend aan de openbare ruimte zijn representatief van aard en bouwwerken hebben een heldere en herkenbare hoofdvorm. Wanneer gerealiseerd als bouwstrook ligt de nadruk op de horizontale geleding.
bijzondere architectonische waarden