direct naar inhoud van Artikel 16 Tuin
Plan: Bierum, Losdorp, Godlinze
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0010.21BP-OH01

Artikel 16 Tuin

Link naar de toelichting op de bestemming 'Tuin'.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. bijgebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';

met de daarbijbehorende:

  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten niet meer dan 5 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

16.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 16.2.1 voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel van op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen tot een diepte van 1,50 m gemeten vanuit de voorgevel en voor maximaal 75% van de breedte van de gevel, waarbij de bouwhoogte maximaal 0,25 m meer mag bedragen dan de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4,00 m, mits de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken niet meer dan 300 m2 bedraagt en deze afwijking niet wordt toegepast indien het hoofdgebouw is voorzien van de aanduiding 'karakteristiek';
  • b. lid 16.2.1 voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:
    • 1. 3,00 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd,
    • 2. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 1,00 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is, dan wel;
    • 3. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
    • 4. de bouwhoogte mag niet meer dan 6,00 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
    • 5. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en overkappingen per bouwperceel niet meer dan 70 m2 mag bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze hoger is;
    • 6. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
    • 7. een bouwperceel mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dit meer is;
    • 8. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken niet meer dan 300 m2 bedraagt;
    • 9. deze afwijking niet wordt toegepast indien het hoofdgebouw is voorzien van de aanduiding 'karakteristiek' .