43.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
43.4.1 Verbod
Het
is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het
uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden het
onderstaande uit te voeren:
- het
ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden over een totaal
aaneengesloten oppervlakte groter dan 200 m², waarbij in acht wordt
genomen de oppervlakte welke reeds eerder door voornoemde werken is
bewerkt;
- het mengen, diepploegen of ontginnen van gronden over een oppervlakte groter dan 200 m2 en dieper dan 0,45 m;
- het graven, uitbaggeren of dempen van watergangen;
- het aanbrengen van systematische drainage in agrarische percelen dieper dan 0,45 m;
- het graven van
sleuven breder dan 0,50 m en dieper dan 1 m ten behoeve van het
aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-,
telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende
constructies, installaties of apparatuur.
43.4.2 Toegestane werkzaamheden
- ketting- en sleufloze systematische drainage;
en werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden welke:
- het normale onderhoud betreffen;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
43.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening
- op
basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie
is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- op basis van
archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is
aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet
onevenredig wordt geschaad;
- één of meer van de volgende voorwaarden in acht genomen wordt: 1
- een verplichting tot
het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten
in de bodem kunnen worden behouden; 2
- een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
- een verplichting de
bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het
terrein van de archeologische monumentenzorg.
Indien
het bevoegd gezag voornemens is om aan de aanlegvergunning voorwaarden
te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
43.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het
bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming
‘Waarde - Archeologie 4’ wordt verwijderd, indien op basis van
archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is
aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig
zijn.