Artikel 23 Water
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- water en oeverstroken;
- waterhuishouding;
- het behoud en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden en de recreatievaart;
met de daarbij behorende:
- voorzieningen ten behoeve van de bediening van kunstwerken;
- voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
- groenvoorzieningen;
- bruggen en dammen;
- openbare nutsvoorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding ‘steigers’ ruimte voor een aanlegsteiger.
In de bestemming zijn niet begrepen:
- ligplaatsen voor woonschepen;
- seksinrichtingen.
23.2.1 Gebouwen
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het
bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is, anders dan bouwwerken
rechtstreeks ten dienste van het afmeren, geleiding en regeling van het
vaarverkeer, niet toegestaan, met dien verstande dat het bouwen van
steigers enkel is toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘steiger’;
23.3 Nadere eisen
Het
bevoegd gezag kan, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige
en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de
aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal
worden gehouden met de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
23.4 Specifieke gebruiksregels
Tot
een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 2.1
lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt
in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het
bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat
de aanduiding ‘steiger’ op de verbeelding wordt aangebracht, met dien
verstande dat rekening wordt gehouden met:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- een voldoende doorvaart ter plaatse.