direct naar inhoud van Artikel 6 Agrarisch - Gesloten landschap
Plan: Bestemmingsplan Bellingwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0007.030403-VG01

Artikel 6 Agrarisch - Gesloten landschap

 

6. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Agrarisch - Gesloten landschap’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

b.    waterhuishoudkundige doeleinden;

c.    kassen;

met daaraan ondergeschikt:

d.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk waarden van het gesloten landschap, zoals houtwallen, houtsingels en bosschages;

e.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke waarden;

f.     openbare nutsvoorzieningen;

g.    recreatief medegebruik;

h.    infrastructurele voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6. 2.       Bouwregels

6. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

6. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 1,00 m bedragen.

6. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveilig­heid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.

6. 4.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het opslaan van mest;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.

6. 5.       Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 6.4. sub a. en toestaan dat de gronden worden gebruikt voor het opslaan van mest.

6. 6.       Aanlegvergunning

6. 6. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het ontgronden, afgraven, egaliseren en diepploegen van gronden dieper dan 0,30 m, alsmede het ophogen van gronden;

b.    het verwijderen van erfbeplanting;

c.    het verwijderen van bosschages, houtwallen en -singels over een oppervlakte van meer dan 100 m²;

d.    het aanplanten van bomen ten behoeve van houtteelt en landschapsbouw;

e.    het dempen, graven, verdiepen en verbreden van sloten en andere watergangen;

f.     het aanleggen, verharden en/of verbreden van rijwiel-, voet- en ruiterpaden;

g.    het aanleggen van dagrecreatieve voorzieningen;

h.    het verrichten van exploitatieboringen en/of seismologisch onderzoek;

i.      het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of telecommunicatieleidingen.

6. 6. 2. Het in lid 6.6.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;

c.    noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare voorzieningen.

6. 6. 3. De in lid 6.6.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het open landschap.


6. 7.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

 

-       de bestemming ‘Agrarisch - Gesloten landschap’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bos’, mits:

1.    deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de aanleg van bosontwikkelingszones;

2.    een afstand van ten minste 15,00 m wordt aangehouden tussen het aan te planten bos en de naast gelegen agrarische productiegronden dan wel naastgelegen woonerven;

3.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 11 van overeenkomstige toepassing zijn.