Plan: | Wedderbergen - Wedderveer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0007.010402-0001 |
22. 1.
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Water - Haven’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a.
een
haven;
b.
water;
c.
recreatief
medegebruik;
d.
beheersgebouwen,
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water - beheersgebouw’;
waarbij mede het behoud, het herstel en de ontwikkeling van
de landschappelijke waarden van de gronden wordt nagestreefd;
en in beperkte mate voor:
e.
oevers
en kaden;
f.
wegen
en paden;
g.
parkeervoorzieningen;
h.
waterstaatswerken;
met de daarbijbehorende:
i.
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, waaronder steigers.
22. 2.
Bouwregels
22. 2. 1. Op of in deze gronden mogen
geen gebouwen worden gebouwd, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als
‘specifieke vorm van water - beheersgebouw’, in welk geval de volgende regels
gelden:
a.
de
afstand van een gebouw tot de bestemmingsgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
b.
de
oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 200 m² bedragen;
c.
de
bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
22. 2. 2. Voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b.
de
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 10,00 m
bedragen.
22. 3.
Nadere
eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.
22. 4.
Specifieke
gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in
ieder geval gerekend:
-
het
gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken of casco’s
(caissons), die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.
22. 5.
Aanlegvergunning
22. 5. 1. Het is verboden zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden uit te voeren:
-
het
vergraven van oevers.
22. 5. 2. Het in lid 22.5.1. vervatte
verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a.
het
normale onderhoud betreffen;
b.
reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
22. 5. 3. De in lid 22.5.1. genoemde
vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan de landschappelijke waarden van de gronden.