direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Archeologie 1
Plan: Wedderbergen - Wedderveer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0007.010402-0001

Artikel 25 Waarde - Archeologie 1

 

25. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde - Archeologie 1’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

-       het behoud en de bescherming van de archeologische waarden.

25. 2.    Aanlegvergunning

25. 2. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en):

a.    het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gron­den en/of het an­ders­zins ingrijpend wijzigen van de bodem­structuur;

b.    het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m, tenzij deze in het kader van onderzoek naar mogelijke historische vind­plaatsen worden uitgevoerd.

25. 2. 2. Het in lid 25.2.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

25. 2. 3. De in lid 25.2.1. genoemde vergunning wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de voorkomende archeologische waarden van het gebied.

25. 2. 4. Bij verlening kunnen burgemeester en wethouders beslissen dat voor ingrepen groter dan 100 m² de aanlegvergunning pas kan worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

25. 2. 5. Alvorens een aanlegvergunning te verlenen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een ter zake deskundige.

25. 2. 6. Indien uit het in lid 25.2.4. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord kunnen Burgemeester en Wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de aanlegvergunning:

a.    de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

b.    de verplichting tot het doen van afgravingen;

c.    de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.