direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - landschap en natuur
Plan: Dijkverbetering Hagestein - Opheusden
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12DijkverbHOP-3000

Artikel 4 Agrarisch met waarden - landschap en natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die zijn aangewezen als ‘Agrarisch met waarden - landschap en natuur’ zijn bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden;
  • c. wegen en paden;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. extensief dagrecreatief medegebruik.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 m2.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.2 onder a voor het bouwen van kleine bouwwerken voor nutsvoorzieningen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 25 m2;
  • b. de hoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • c. er vindt geen aantasting plaats van natuurlijke en/of landschappelijke waarden.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - landschap en natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van baggerspecie, grond, puin of afvalmaterialen, voor zover deze van elders zijn aangevoerd;
  • b. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
  • c. het vellen, rooien en/of beschadigen van bomen en houtgewas;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • f. het graven, verbreden, verdiepen of dempen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen;
  • g. het scheuren van grasland anders dan werkzaamheden ter vervanging van een bestaand grasland of het toepassen van wisselteelt.

4.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. betrekking hebben op de met dit plan beoogde dijkverbetering.