direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Probleemanalyse
Plan: Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035
Status: vastgesteld
Plantype: rijksstructuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IM11svBuisleiding-3010

Hoofdstuk 5 Probleemanalyse

5.1 Toekomstverwachting buisleidingen

Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat het aantal buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland naar verwachting zal toenemen en mogelijk zelfs fors zal toenemen. Bestaande buisleidingen kennen een bepaald ruimtebeslag. Daarnaast zal ook ruimte moeten worden vrijgehouden voor nieuwe buisleidingen. Dit geeft een extra claim op de nu soms al schaarse ruimte. Dit betekent dat steeds vaker knelpunten zullen optreden bij de aanleg van nieuwe buisleidingen. Knelpunten kunnen leiden tot dure maatregelen zoals dieper boren en ongewenste omwegen die de ruimte verder versnipperen en de lengte van de nieuwe leiding doen toenemen. In het ergste geval kan dit leiden tot een toenemende druk op andere, minder veilige en milieuhygiënische verantwoorde transportvormen en zelfs tot beperking van de economische ontwikkeling in de (petro)chemische sector.

5.2 Ruimtelijk-economische ontwikkelingen en Rijksbeleid

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid vastgelegd37. Met dit beleid streeft het Kabinet naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. De SVIR vervangt onder meer de Nota Ruimte.


De SVIR benadrukt onder meer de groei van de mobiliteitsbehoefte, de groei van het energiegebruik en de verwevenheid van onze open economie met de mondiale markten. De basis voor de concurrentiepositie wordt onder meer gevormd door goede internationale verbindingen en de aanwezigheid van de twee mainports, de Rotterdamse haven en Schiphol. Kansen liggen er voor een aantal topsectoren zoals logistiek, water, high tech, chemie, energie en agro. Verder is Nederland uniek in zijn ruimtelijke structuur van een netwerk van compacte steden en openen natuurlijk landelijk gebied.


De levering van grondstoffen en chemische stoffen aan en tussen haven- en industrieclusters in binnen- en buitenland moet kunnen blijven plaatsvinden. Het transport tussen industriële clusters vindt onder meer plaats via buisleidingen. Buisleidingen zijn verbonden met de Europese netwerken voor olie een aardgas en dragen bij aan het functioneren van de chemie- en energiesector in Europa. Het bieden van ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van gevaarlijke stoffen via buisleidingen acht de SVIR van nationaal belang. Het netwerk aan buisleidingen is essentieel voor de energievoorziening en voor het veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen voor de petrochemische industrie. Buisleidingtransport blijft de komende decennia een wezenlijke rol vervullen in de Europese gas- en grondstoffenmarkt. De vraag naar buisleidingtransport en daarmee de vraag naar nieuwe leidingen en leidingverbindingen zal nog toenemen. Het Rijk kiest in verband met het vergroten van de concurrentiekracht voor het versterken van de ruimtelijk-economische structuur. Borgen van ruimte voor buisleidingen voor transport van (gevaarlijke) stoffen is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde. De SVIR verwijst voor de verdere uitwerking hiervan naar de Structuurvisie Buisleidingen.


Dit beleid sluit aan bij het rijksbeleid ten aanzien van de rol van Nederland als gasrotonde38 en bij bestaande wetgeving (toepassing Rijkscoördinatieregeling op grote energie-infrastructuurprojecten, onder meer op de aanleg van grote gasleidingen van nationaal belang). Uitgaande van de ambities van het Rijk om Nederland als gasrotonde voor Europa te laten fungeren zal gerekend moeten worden met een uitbreiding van het huidige leidingnet. Ook voor olie en olieproducten en chemicaliëntransport moet gerekend worden met groei.

5.3 Duurzaamheid en acceptatie buisleidingen

Uit onderzoeken naar de duurzaamheidsaspecten van buisleidingen39 blijkt dat buisleidingentransport in algemene zin duurzamer is dan transport via andere vervoerswijzen (weg, spoor). Kosten voor de aanleg van een buisleiding zijn in vergelijking met andere transportvormen weliswaar hoger, maar de maatschappelijke baten (minder luchtverontreiniging, minder ruimtegebruik) zijn ook hoger vergeleken met de andere transportvormen.


Burgers zien het belang in van transport door ondergrondse buisleidingen en zien dit als veilig alternatief voor andere transportvormen. Er is weinig vrees of weerstand bij toenemend gebruik van buisleidingen en men heeft er vertrouwen in dat de landelijke overheid goed zorg draagt voor de veiligheid. De houding tegenover bundeling en uitbreiding van het buisleidingennet is dan ook overwegend positief. Dit blijkt uit een onderzoek door Motivaction40.

5.4 Beschikbare ruimte voor buisleidingen

In 2008 heeft VROM onderzoek laten uitvoeren naar de ruimte die nog beschikbaar is voor de aanleg van nieuwe leidingen naast bestaande bundels41. Gekeken is naar de fysieke beperkingen, zoals bebouwing, begraafplaatsen en archeologische vindplaatsen van hoge waarde binnen bepaalde afstand van bestaande bundels. Uit dit onderzoek bleek dat op veel plaatsen nog ruimte beschikbaar is voor toekomstige buisleidingen, maar dat het op een aantal plekken erg krap wordt. De geïnventariseerde vraag naar nieuwe buisleidingen betekent bovendien dat ook gedacht moet worden aan nieuwe tracés.

5.5 Conclusie

Door de positieve invloed op milieu en veiligheid aan de ene kant en de economische ontwikkeling van ons land aan de andere, geldt het waarborgen van de mogelijkheden van buisleidingtransport ook met het oog op de toekomst als publiek belang42. Voor de Rijksoverheid is een actieve, faciliterende rol weggelegd om het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen nu en in de toekomst mogelijk te maken door het beschikbaar houden van verbindingen voor toekomstige buisleidingen. Het gaat daarbij om het ruimtelijk vrijwaren van ruimte voor nieuwe leidingen. De rol en verantwoordelijkheid van het Rijk heeft betrekking op leidingen die een nationaal belang vertegenwoordigen.