direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Kampeerterrein
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lg2011-0010

Artikel 15 Recreatie - Kampeerterrein

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemeen

De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een camping;
  • b. een camping annex jachthaven met boten(trailer)verhuur, ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' (jh) (Meerburgerlaan 7) ;
  • c. afschermende beplanting, over een zone van 5 m gemeten vanaf de bestemmingsgrenzen;

met de daarbij behorende:

  • d. bebouwing;
  • e. dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. ontsluitingswegen, wandel- en fietspaden en parkeerplaatsen;
  • g. groen- en nutsvoorzieningen;
  • h. waterlopen en waterpartijen.

15.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 15.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming(en) 'Leiding - Gas', 'Leiding - Water', 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting', 'Waarde- Ecologie' en/of 'Waterstaat - Waterkering', is het bepaalde in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming(en), primair van toepassing.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen, met in achtneming van het bepaalde in lid 15.2.2 en lid 15.2.3, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en/of noodzakelijk voor de aan de bestemming verbonden bedrijfsvoering worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bebouwing ruimtelijk dan wel landschappelijk goed dient te worden ingepast, met inachtneming van de in de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf beschreven ruimtelijke kwaliteit en karakteristiek van het gebied;
  • b. burgemeester en wethouders over de landschappelijke inpassing van bebouwing advies kunnen inwinnen bij een landschapsdeskundige.

15.2.2 Inrichting bestemmingsvlak

Voor de plaatsing van bouwwerken als bedoeld in lid 15.2.1 in het bestemmingsvlak gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak zijn toegestaan:
  • één bedrijfswoning, voor zover deze bestaand is en in de tabel in lid 15.2.3 is aangegeven;
  • bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen;
  • een kantine/foyer;
  • stacaravans/mobielhomes, met één aangebouwd bijgebouw per stacaravan/mobielhome;
  • trekkershutten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' is tevens toegestaan;
  • bedrijfsbebouwing ten behoeve van boten(trailer)verhuur;
  • c. indien de bestaande dan wel voormalige bedrijfswoning op enig moment is of wordt verkocht, of een bedrijfssplitsing of enige daarmee gelijk te stellen transactie plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, waarbij die bedrijfswoning is of wordt afgestoten, blijft die woning tellen als een bedrijfswoning.

15.2.3 Maatvoering bebouwing

Voor de maatvoering van bouwwerken als bedoeld in lid 15.2.2 gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 650 m³, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, of indien de bestaande inhoud meer dan 650 m³ bedraagt, niet meer dan de bestaande inhoud, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 65 m;²
  • c. de bedrijfsvloeroppervlakte van een kantine/foyer mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • d. bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen inbegrepen, dienen te worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling ten minste 45º en ten hoogste 60º bedraagt;
  • e. het aantal stacaravans/mobielhomes ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp geldt als maximum toegestaan en mag niet worden vergroot;
  • f. de grondoppervlakte van een stacaravan/mobielhome mag niet meer bedragen dan 27 m²;
  • g. bij elke stacaravan/mobielhome mag één aangebouwd bijgebouw worden gebouwd, waarbij de grondoppervlakte ten hoogste 4 m² bedraagt;
  • h. trekkershutten mogen geen groter oppervlakte beslaan dan 35 m2;
  • i. voor de bedrijfsgebouwen behorende bij het kampeerterrein ter plaatse van het adres in onderstaande tabel, geldt de daarbij aangegeven maximum oppervlakte, met inbegrip van een bedrijfswoning, voor zover deze bestaand zijn en in onderstaande tabel zijn aangegeven:

ter plaatse van het
adres  
bedrijfswoning   max. oppervlakte bedrijfsgebouwen (m²) 1)  
Meerburgerlaan 7   1   552  
Westeindseweg, ten noorden van 26 (23a)   0 2)   32 2)  
1) inclusief bedrijfswoning(en), aan- en uitbouwen en bijbehorende bijgebouwen; exclusief kampeermiddelen, trekkershutten e.d.  
2) bedrijfswoning aanwezig op grondgebied gemeente Zoeterwoude; bedrijfswoning staat voor een klein gedeelte (32 m²) op grondgebied van Leidschendam-Voorburg.
 

  • j. indien ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan de oppervlakte van de bovengenoemde bebouwing afwijkt van de daarbij aangegeven maatvoering, geldt de bestaande oppervlakte als maximum en mag deze niet worden vergroot;
  • k. de goot-/bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:

bouwwerken   max. goothoogte (m)   max. bouwhoogte (m)  
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen)   4,5   9  
bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen   3   6  
stacaravans/mobielhomes   -   3,5  
trekkershutten   3   4,5  
overige (aangebouwde) gebouwen   -   3  
erf- of perceelafscheidingen op het woonerf en ten minste 1 m achter de voorgevel(rooi)lijn van de bedrijfswoning  
-  

2  
erf- of perceelafscheidingen op het kampeerterrein   -   2  
overige erf- of perceelafscheidingen   -   1  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   -   5  

  • l. indien ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan de goothoogte, dakhelling en/of bouwhoogte van gebouwen afwijkt van het vorenstaande, geldt de bestaande goothoogte, dakhelling en/of bouwhoogte voor deze gebouwen als maximum en mag deze niet worden vergroot.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullend op het bepaalde in lid 15.2 nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van bouwwerken, in verband met:

  • a. een goede ruimtelijke dan wel landschappelijke inpassing van bebouwing op het (bouw)perceel dan wel in het gebied;
  • b. het behoud, herstel dan wel de versterking van de karakteristieken dan wel waarden van het gebied en/of van (de cultuurhistorische waarde van) de bebouwing;
  • c. de situering, gebruiksmogelijkheden en/of de (beperking van) bezonning van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • d. geluidaspecten, milieuaspecten, verkeersveiligheid en/of andere veiligheidsaspecten.

Het een ander met inachtneming van hetgeen in de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf is beschreven.

15.4 Specifieke gebruiksregels
15.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en/of bouwwerken met deze bestemming wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 32, in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen voor permanente bewoning;
  • b. het uitoefenen van een bedrijf, (een) horeca(bedrijf) en detailhandel, anders dan bedrijfsgebonden detailhandel;
  • c. het houden van paarden en het plaatsen van en geplaatst houden van bouwwerken/voorzieningen in verband met of ten behoeve van het houden van paarden, zoals een paardenbak of paddock;
  • d. het plaatsen en geplaatst houden van aanhangers, voertuigen, paardentrailers en daarmee vergelijkbare objecten op een perceel, in bouwwerken of onder overkappingen, anders dan overeenkomstig de bestemming en een aanhanger of auto voor eigen gebruik.

15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op en/of in de gronden met deze bestemming, onder andere in verband met het aan het aanbrengen van afschermende beplanting, houtgewas -hieronder begrepen cultuurgewassen - te vellen of te rooien of werken/werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren, welke de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas ten gevolge (kunnen) hebben.

15.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. het normale beheer en/of onderhoud gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. reeds in uitvoering zijnde (legale) werken en werkzaamheden bij de tervisielegging van het ontwerp van dit plan of werken en werkzaamheden waarvoor reeds een aanlegvergunning is verleend;
  • c. andere werken en/of werkzaamheden die uit het oogpunt van de ruimtelijke ordening van niet ingrijpende betekenis zijn.

15.5.3 Toelaatbaarheid omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.5.1 wordt slechts verleend, indien en voor zover de werken en/of werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft:

  • a. geen onevenredige aantasting met zich meebrengen voor de landschappelijke, waarde van beplanting op deze gronden dan wel voor de waarden van de aan de bestemming grenzende gronden;
  • b. de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate verkleinen;
  • c. noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig hun bestemming;

en indien:

een afweging van de in het geding zijnde belangen, en voor zover aan de orde, de belangen die met de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas', 'Leiding - Riool', 'Leiding - Water', 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting' en/of 'Waarde- Ecologie' worden gediend, tot uitkomst heeft dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.

15.5.4 Advies omtrent omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen alvorens omtrent de aanvraag om omgevingsvergunning te beslissen advies inwinnen bij een landschapsdeskundige of een met betrekking tot de betreffende werken, werkzaamheden en/of gronden meest aangewezen instantie.