direct naar inhoud van Artikel 29: Waarde - Beekdal
Plan: Veenhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2010BP022-vg02

Artikel 29: Waarde - Beekdal

29.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het beekdal.

Hieronder worden het behoud, herstel en ontwikkeling van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • a. plaatselijk nog meanderend beekbeloop;
  • b. open graslandgebied;
  • c. zeer weinig bebouwing.

Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen, is artikel 39.1 van toepassing.

29.2. Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

29.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde van het beekdal.

29.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijn, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • b. het graven en dempen van sloten en andere watergangen, het vergroten of verkleinen van het doorstromingsprofiel, het aanbrengen of verwijderen van kunstwerken, zoals dammen en stuwen;
  • c. het aanbrengen van opgaande beplanting;
  • d. het zoeken naar delfstoffen (seismisch en exploratieonderzoek);
  • e. het ophogen, ontgronden, egaliseren en diepploegen;
  • f. het wijzigen van het greppelsysteem en het aanbrengen van drainage;
  • g. het blijvend omzetten van grasland in bouwland;
  • h. het verharden van wegen en paden;
  • i. het verharden of verwijderen van onverharde wegen.
29.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 29.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. het aanbrengen van erfbeplanting betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
29.4.3. Toetsingscriteria

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 29.4.1. zijn slechts toelaatbaar indien door de werken en werkzaamheden, dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van het gebied.