direct naar inhoud van Artikel 38 Wonen - Buurtschappen
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

Artikel 38 Wonen - Buurtschappen

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Buurtschappen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met de daarbij behorende:

  • b. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden en brandgangen;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': detailhandel;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. de in tabel 38.1 vermelde toegestane nevenfuncties.

Tabel 38.1

nevenfunctie   maximaal aantal m²  
  gronden in gebruik voor nevenfunctie   bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
beroep-aan-huis   -   max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken  

- = niet van toepassing

38.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

38.2.1 Algemeen
  • a. er zijn niet meer woningen toegestaan dan aanwezig op de eerste dag van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
  • b. aaneengebouwde woningen dienen aaneengebouwd te zijn en te blijven.

38.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. een hoofdgebouw is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, moet worden gesitueerd op de bouwgrens of op een afstand van maximaal 2 m daarachter;
  • d. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt:
    • 1. voor vrijstaande woningen aan beide zijden ten minste 2 m;
    • 2. voor twee-aaneengebouwde woningen aan één zijde ten minste 2 m;
    • 3. voor aaneengebouwde hoekwoningen aan één zijde ten minste 2 m;
  • e. de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m;
  • f. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 9 m, tenzij anders is aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • g. de woning moet zijn voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 30 graden en ten hoogste 65 graden;
  • h. de verticale bouwdiepte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 3 m.

38.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. een bijbehorend bouwwerk is zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. een bijbehorend bouwwerk mag uitsluitend worden opgericht op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. wanneer het een garage betreft, de afstand van de garage tot de bestemming 'Verkeer' aan de voorzijde van de woning ten minste 5,5 m bedraagt;
    • 2. bijgebouwen uitsluitend op een afstand van ten minste 2 m uit de zijdelingse perceelsgrens mogen worden opgericht;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 100 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken per bouwperceel ten hoogste:
    • 1. 40% bedraagt voor vrijstaande woningen;
    • 2. 50% bedraagt voor twee-aaneengebouwde woningen;
    • 3. 60% bedraagt voor aaneengebouwde woningen;
  • d. voor bijbehorende bouwwerken die aan het hoofdgebouw worden gebouwd gelden de volgende goot- en bouwhoogte:
    • 1. goothoogte: ten hoogste 30 cm boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
    • 2. bouwhoogte: tot ten hoogste halverwege de kap op het bijbehorende hoofdgebouw;
  • e. voor bijbehorende bouwwerken die niet aan het hoofdgebouw worden gebouwd, gelden de volgende goot- en bouwhoogte:
    • 1. goothoogte: ten hoogste 3,5 m;
    • 2. bouwhoogte: ten hoogste 5 m;

met dien verstande dat de dakhelling en hoogte niet meer mogen bedragen dan die van het bijbehorende hoofdgebouw;

  • f. de verticale bouwdiepte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 3 m.

38.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de hoogte zoals in tabel 38.2 is aangegeven:

Tabel 38.2

bouwwerk, geen gebouw zijnde   max. bouwhoogte voor de voorgevel   max. bouwhoogte achter de voorgevel  
erfafscheidingen   1 m   2 m  
buitenverlichting   1 m   2 m  
vlaggenmasten   8 m   8 m  
antennes   niet toegestaan   8 m  
pergola's   3 m   3 m  
speelvoorzieningen   3 m   3 m  

  • b. het oprichten van een niet-overdekt zwembad is uitsluitend toegestaan, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 500 m² en de oppervlakte van het zwembad ten hoogste 100 m² bedraagt.

38.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 35.2 bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
  • b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  • c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
    • 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
    • 2. het uitzicht;
    • 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
    • 4. het gebruik in verband met een beroep-aan-huis;
    • 5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
  • d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
  • e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.

38.4 Afwijken van de bouwregels
38.4.1 Afstand voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 38.2.3 onder b, van deze regels, voor het oprichten van ten hoogste één bijbehorend bouwwerk op een kleinere afstand vanaf de voorgevelrooilijn of de weg aan de voorzijde van de woning, of geheel of gedeeltelijk vóór de voorgevelrooilijn, met inachtneming van het volgende:

  • a. het oppervlak van het bijgebouw bedraagt ten hoogste 20 m²;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit dient gewaarborgd te zijn;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de afstand van het bijgebouw tot de aan de bestemming Verkeer gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, dient ten minste 1,5 m te bedragen.

38.4.2 Hekwerken op hoekpercelen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 38.2.4 onder a, van deze regels, voor het oprichten van een hekwerk vóór de voorgevelrooilijn op hoekpercelen, met inachtneming van het volgende:

  • a. de hoogte bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit dient gewaarborgd te zijn;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen, dient gewaarborgd te zijn.

38.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

38.5.1 Beroep-aan-huis

Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep-aan-huis in de hoofd- en/of bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van het volgende:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken mag daarvoor worden gebruikt;
  • b. er dient geen afbreuk gedaan te worden aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
  • d. het beroep-aan-huis dient te geschieden door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • e. het gebruik mag geen invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf-aan-huis;
  • g. per beroep-aan-huis is 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf toegestaan van ten hoogste 0,5 m².

38.5.2 Mantelzorg

De aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  • a. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
  • b. er geen extra huisnummer wordt afgegeven;
  • c. op het bouwperceel mag geen tweede zelfstandige woning ontstaan.

38.5.3 Parkeren

Ten aanzien van parkeren op eigen terrein gelden de volgende normen:

  • a. per vrijstaande woning ten minste 2 parkeerplaatsen;
  • b. per twee-aaneengebouwde woning ten minste 1 parkeerplaats;
  • c. waarbij een garage niet wordt meegerekend als parkeerplaats.

38.6 Afwijken van de gebruiksregels
38.6.1 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.1 van deze regels voor een bed & breakfast in de woning, met inachtneming van het volgende:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven;
  • b. er dient geen afbreuk gedaan te worden aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. de exploitant dient in de betreffende woning zijn hoofdverblijf te hebben;
  • d. het gebruik mag geen invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  • e. per beroep-aan-huis is 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf toegestaan van ten hoogste 0,5 m²;
  • f. de bed & breakfast mag door indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning, zodat een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan;
  • g. het aantal slaapplaatsen bedraagt ten hoogste 5 en het aantal kamers ten hoogste 2.

38.6.2 Bedrijf-aan-huis

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 38.5.1 ten behoeve van bedrijf-aan-huis, met inachtneming met inachtneming van het volgende:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken mag daarvoor worden gebruikt;
  • b. geen mag afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
  • c. bedrijfsactiviteiten hoger dan categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan;
  • d. het bedrijf-aan-huis dient te geschieden door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • e. het gebruik mag geen invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf-aan-huis;
  • g. per bedrijf aan huis is 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf toegestaan van ten hoogste 0,5 m².