direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Bedrijventerreinzone Roerstreek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000215-VG01

4.1 Milieu

4.1.1 Bodem

Inleiding

In verband met de uitvoerbaarheid van het plan dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening aangegeven te worden of de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemmingen. Voor het plangebied zijn de bodemkwaliteitsdoelstellingen vastgelegd in de Nota bodembeheer regio Maas & Roer, gedeelte Roermond. Het gebied ten noorden van de Keulsebaan wordt vrijwel geheel omvat door de omschrijving 'Roermond, Bedrijven voor 1970', zoals opgenomen in de Nota bodembeheer. Het gebied ten zuiden van de Keulsebaan ligt in het gebied dat in de Nota bodembeheer is omschreven als 'Overige bedrijven en industrie'. Voor de specifieke bodemkwaliteitseisen per deelgebied wordt verwezen naar de Nota bodembeheer. Omdat dit bestemmingsplan een conserverend plan is en niet in directe bestemmingswijzigingen is voorzien, worden geen bodemkwaliteitseisen gesteld.

Bekende bodeminformatie

De afgelopen eeuwen hebben diverse menselijke handelingen geleid tot een beïnvloeding van de bodemkwaliteit. Binnen het plangebied is een groot aantal onderzoeksgegevens bekend, waaruit blijkt dat het gebied ten zuiden van de Keulsebaan overwegend niet- tot licht verontreinigd is. In het noordelijke deel zijn meerdere puntbronnen en verontreinigingen aanwezig. De gemiddelde bodemkwaliteit is hier minder goed dan het zuidelijk deel. Voor sommige locaties geldt dat er sprake is van een restverontreiniging na sanering, waarvoor zorgmaatregelen/gebruiksbeperkingen gelden. Deze locaties zijn als zodanig bekend bij het kadaster. Bij ontwikkelingen dient hiermee rekening te worden gehouden.

Nieuwe ontwikkelingen

In de Nota bodembeheer is opgenomen dat bij nieuwe ontwikkelingen minimaal een vooronderzoek conform NEN5725 moet worden uitgevoerd al dan niet gevolgd door een bodemonderzoek NEN 5740 en/of NEN 5707. Een (voor)onderzoek is in principe niet nodig bij:

  • kleine bouwwerken zoals trafohuisjes en antennemasten;
  • geringe veranderingen in het gebruik, waarbij er geen risico's zijn bij het beoogde gebruik.

Conclusie

De bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de door te voeren bestemmingsplanprocedure. Bij nieuwe ontwikkelingen (zoals functiewijzigingen die niet rechtstreeks binnen de bestemming zijn toegelaten), bouwplannen en grondverzet geldt de onderzoekssystematiek zoals gedefinieerd in de Nota bodembeheer van de gemeente Roermond en/of de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.

4.1.2 Geluid

Geluid in relatie met de Wet geluidhinder

Wegverkeer

Conform de Wet geluidhinder is er aan weerszijde van een weg met een voorgeschreven snelheid van 50 km/uur of meer een zone aanwezig. De breedte van de zone wordt bepaald door de randvoorwaarden welke in art. 74 van de Wet geluidhinder worden gesteld.

Indien er in de toekomst een bestemmingsplanwijziging in de zone plaatsvindt waarbij zogenaamde geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen en verpleegtehuizen, worden geprojecteerd dient onderzocht te worden of de geluidsbelasting (Lden) t.g.v. de weg de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. Is dit het geval dan dient er een hogere grenswaarde procedure doorlopen te worden zodat het college van B&W een hogere grenswaarde kan verlenen. Het college mag maximaal een hogere grenswaarde verlenen van 63dB bij gemeentelijke- en provinciale wegen en 53dB bij autowegen en autosnelwegen.

In het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreek' hebben alleen de Keulsebaan (N570) en de N293 een zone. Alleen in de zone van de Keulsebaan liggen geluidgevoelige bestemmingen.

De A73 ligt niet in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreek'. Deze weg heeft echter een zone die ook binnen dit bestemmingsplan valt. In deze zone liggen ook geluidgevoelige bestemmingen. Daar de A73 ondertunneld is zal de geluidbelasting niet boven de voorkeursgrenswaarde van 48dB uitkomen.

Op dit moment worden er geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd en daarmee ook niet in de zones.

Industrielawaai

Als zich op een industrieterrein bedrijven bevinden die door het BOR (Besluit Omgevingsrecht) bijlage 1 onderdeel D worden gezien als grote lawaaimakers dan dient er conform art. 40 van de Wet geluidhinder rond dat industrieterrein een zone aanwezig te zijn waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van het industrieterrein de 50 dB(A) niet overschrijdt.

Als er geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en verpleeghuizen in de zone liggen dan is hiervoor in het verleden een ontheffing van 55 dB(A) verleend.

Indien er een bestemmingsplanwijziging in de eerdergenoemde zone plaatsvindt waarbij zogenaamde geluidsgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd dient onderzocht te worden of de geluidsbelasting t.g.v. het industrieterrein de 55 dB(A) wordt overschreden. Is dit het geval dan mag hier geen geluidsgevoelige bestemming gebouwd worden. Is de geluidsbelasting lager dan 55 dB(A) dient er een hogere grenswaarde procedure doorlopen te worden zodat het college van B&W een hogere grenswaarde van 55 dB(A) kan verlenen.

Op deelgebied Roerstreek-Noord bevinden zich bedrijven die door het BOR bijlage 1 onderdeel D worden gezien als grote lawaaimakers. Conform de bestemming van dit industrieterrein mogen zich hier ook bedrijven vestigen die door het BOR bijlage 1 onderdeel D worden gezien als grote lawaaimakers. Dientengevolge ligt er rond dit industrieterrein een zone. Alle geluidgevoelige bestemmingen in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreek' vallen in de zone. Voor alle woningen is in het verleden een hogere grenswaarde vastgesteld.

Bij het overige gedeelte van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreek' mogen zich geen eerdergenoemde lawaaimakers vestigen. Daarom is hier een zone ex art. 40 van de Wet geluidhinder niet noodzakelijk.

Op dit moment worden er geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0957.BP00000215-VG01_0010.jpg"

Geluidszone industrielawaai

Geluid in relatie met de Wet milieubeheer

In de directe omgeving van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen kunnen zich bedrijven bevinden die onder de Wet milieubeheer vallen. De bedrijven moeten voldoen aan de in hun vergunning dan wel in het Activiteitenbesluit gestelde geluidsvoorschriften. Wil een bedrijf zich in de buurt van geluidgevoelige bestemmingen zoals woningen vestigen dan zal via een melding en eventueel een akoestisch onderzoek aangegeven moeten worden dat het bedrijf aan de gestelde geluidsnormen kan voldoen.

Als er in de buurt van een bestaand bedrijf woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd dan kan het zijn dat de bedrijfsvoering moet worden aangepast of dat er geluidreducerende maatregelen getroffen moeten worden. Daarom dient er onderzocht te worden of de bedrijven niet worden beperkt in hun bedrijfsvoering.

Op dit moment worden er geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen dan wel bedrijven geprojecteerd.

4.1.3 Luchtkwaliteit

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van mens en milieu, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wet milieubeheer spreekt van grenswaarden en plandrempels. Grenswaarden zijn normen waaraan in een bepaald jaar voldaan dient te worden. Plandrempels zijn normen die jaarlijks strenger worden en langzaam groeien naar het niveau van de uiteindelijk te bereiken grenswaarde.

De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood en koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in Nederland met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) (jaargemiddelde) en fijn stof (PM10) (jaar- en daggemiddelde) van belang,

De vigerende grenswaarden voor stikstofoxide en fijn stof zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet en op plaatsen die niet toegankelijk zijn voor publiek en waar geen vaste bewoning is, zoals akkerland en de rijbaan en ontoegankelijke middenbermen van wegen.

Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
fijn stof (PM10)   24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden uitoefenen die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden;
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft;
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert;
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht;
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat is gericht op het bereiken van de grenswaarden.

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)

Op basis van ervaringen in het verleden blijkt dat kleinschalige plannen vrijwel geen invloed hebben op de lokale luchtkwaliteit. Anderzijds betekent dit ook dat met kleinschalige ingrepen nauwelijks een verbetering van de lokale luchtkwaliteit te realiseren is. Doordat in grote gebieden van ons land niet aan de normstelling kan worden voldaan is het zaak om grootschalige verbeteringen door te voeren die een significant effect hebben op de landelijke luchtkwaliteit.

Deze grootschalige maatregelen zijn samengebracht in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In dit NSL zijn alle 'grote' projecten ondergebracht die een duidelijke invloed hebben op de luchtkwaliteit. Daarnaast zijn hier ook de gezamenlijk te nemen maatregelen in opgenomen.

Met de komst van het NSL komt er ook een eind aan het individueel toetsen van elk nieuw plan aan de normen voor luchtkwaliteit. Dit op basis van de ervaring waaruit blijkt dat o.a. kleine plannen geen of een verwaarloosbare invloed hebben op de lokale luchtkwaliteit.

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg/m³).

Het voorliggende bestemmingsplan Bedrijventerreinzone Roerstreek is overwegend een beheerplan. De grenswaarden van de Wlk worden niet overschreden en er vinden geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen plaats, waardoor er geen in betekenende mate verslechtering van de luchtkwaliteit plaatsvindt. Nieuwe ontwikkelingen die wel in betekenende mate bijdragen aan de lokale luchtkwaliteit zullen worden getoetst aan de grenswaarden van de Wlk.

4.1.4 Milieuzonering / bedrijvigheid

Normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies, zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Beleid

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).

Omdat het plangebied vooral bestaat uit bedrijventerreinen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. Deze wordt toegepast voor bedrijventerreinen. Deze Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd.

Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' wordt verwezen naar Bijlage 2.

Uitwerking milieuzonering

Op grond van de eerdergenoemde uitgangspunten, is de milieuzonering op de digitale en analoge verbeelding opgenomen. Afhankelijk van de locatie op het bedrijventerrein en nabij gelegen functies zijn bedrijven tot maximaal categorie 3.1 tot en met 5 toegestaan. Voor deze categorieën bedrijven geldt, afhankelijk van de locatie, een richtafstand van 30 m (categorie 3.1 in gemengd gebied) tot 300 m (categorie 5 op het bedrijventerrein) ten opzichte van een gevoelig object.

Hieronder zal per deelgebied ingegaan worden hoe in dit bestemmingsplan omgegaan is met de richtafstanden die opgenomen zijn in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Deelgebied Kitskensberg

Bij deelgebied Kitskensberg is sprake van een gemengd gebied. Dit betreft lintbebouwing met een afwisseling van bedrijvigheid, woningen, een veehouderij en een school. D In dit gebied zijn woningen direct of nabij bedrijven gesitueerd. Door het gebied loopt eveneens de weg “Keulsebaan” die gezien moet worden als zijnde een belangrijke toegangsweg tot Roermond. Gezien deze functiemenging worden dan ook de richtafstanden conform het omgevingstype 'gemengd gebied' gehanteerd. In sommige gevallen wordt echter niet voldaan aan de richtafstanden (30 meter afstand in het geval van activiteiten in categorie 3.1). Aangezien dit bedrijventerrein echter van oudsher is ontstaan en de woningen hier van oudsher op een bedrijventerrein gelegen zijn, wordt hier een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd voor de bestaande functies. Bovendien is de milieuzonering zo dat zich hier geen 'zware' bedrijven kunnen vestigen. Om overlast op de bestaande woningen te voorkomen, is het niet mogelijk om hier bedrijven te vestigen met een zwaardere belasting op de omgeving dan in het voorheen vigerende bestemmingsplan was toegestaan. Daarnaast is het niet toegestaan om nieuwe woningen toe te voegen in dit gebied.

Voor het gebied ten noorden van de Keulsebaan geldt dat de dichtstbijzijnde woningen op minder dan 30 meter van het dichtsbijzijnde bedrijf gelegen zijn. Voor dit dichtsbijzijnde bedrijf is een milieucategorie van 3.1 opgenomen. Thans is dit bedrijf in gebruik als kantoor. Daarnaast is in dit gebied momenteel een bedrijf gevestigd in een zwaardere milieucategorie (Faurecia, een bedrijf dat gezien kan worden als constructiewerkplaats/lasinrichting en derhalve valt in milieucategorie 3.2). De afstand tussen dit bedrijf en de dichtsbijzijnde woning bedraagt echter 70 meter en derhalve wordt voldaan aan de richtafstanden in gemengd gebied.

Aangezien de situatie ten noorden van de Keulsebaan tevens van oudsher is ontstaan, wordt een goed woon- en leefklimaat hier tevens gewaarborgd voor de bestaande functies. Bovendien betreft de dichtsbijzijnde bedrijvigheid ten opzichte van woningen activiteiten in categorie 3.1. Dit wordt passend geacht in een gemengd gebied met woningen. Voor een ieder was het duidelijk dat er verschillende functies in dit gebied aanwezig zijn.

Wel wordt het niet mogelijk gemaakt om hier in de toekomst bedrijven te vestigen in een hogere milieucategorie dan de thans aanwezige. Hiermee wordt dit goede woon- en leefklimaat ook voor de toekomst gegarandeerd.

Deelgebied Roerstreek noord

Voor de bestaande bedrijven in dit deelgebied geldt dat de afstanden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten is aangehouden. Dit gedeelte van de bedrijventerreinzone betreft het gebied met de 'zwaarste' bedrijven, tot en met categorie 5.

In het meest oostelijke gedeelte van dit deelgebied wordt echter niet overal voldaan aan de gestelde afstandsnormen uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit heeft betrekking op afstanden tot met name tot de woningen aan de Stationsweg. Voor dit gedeelte geldt dat zich geen bedrijven mogen vestigen met een grotere milieubelasting dan toegestaan in het voorheen vigerende bestemmingsplan. Aangezien dit van oudsher een bedrijventerrein is, waarop en waaraan aansluitend woningen zijn gerealiseerd, wordt een goed woon- en leefklimaat hier gewaarborgd aangezien hier sprake is van een gemengd gebied. Ook hier geldt dat door de opgenomen milieuzonering voorkomen is dat zich in deze directe omgeving 'zware' bedrijven kunnen vestigen. De vestiging van een bedrijf in een hogere milieucategorie wordt niet mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.

Daarnaast zijn er op het oostelijk gedeelte van dit deelgebied, waar bedrijven in ten hoogste categorie 3.2 zijn toegestaan, een aantal bedrijven gevestigd die activiteiten uitoefenen in een te hoge milieucategorie. Dit gaat om bedrijven die hier al geruime tijd gevestigd zijn. Ook in het voorheen vigerende bestemmingsplan is opgenomen dat deze bedrijven hier gevestigd zijn. Dit gaat om de volgende bedrijven (met daarachter de milieucategorie waarin hun activiteiten thuishoren):

  • Bag in Bag (BIB) Production & Packaging, Randweg 7 (categorie 4)
  • Transmare Trading and Compounding, Ringweg 7 (categorie 4)
  • van Gansewinkel, Ringweg 25 (categorie 4)
  • Bowie Recycling, Produktieweg 4 (categorie 4)
  • Schmitz Foam Products, Produktieweg 6 (categorie 4)

Deze bedrijven zijn hier reeds geruime tijd gevestigd en voldoen aan de voorwaarden die in de verschillende milieuvergunningen gesteld zijn. Dit zorgt er voor dat, ondanks de aanwezigheid van deze bedrijven, een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd is. In de regels is opgenomen dat, indien de betreffende bedrijfsactiviteiten hier gestaakt worden, er een bedrijf gevestigd moet worden dat activiteiten in de juiste milieucategorie uitoefent. Deze regeling komt overeen met die in het voorheen vigerende bestemmingsplan.

Deelgebied Roerstreek zuid

Vanwege de nabijheid van woonkernen en natuurgebieden zijn in dit deelgebied geen bedrijven in categorie 5 toegestaan en is er in het deelgebied een onververdeling gemaakt in verschillende categorieën die zijn toegestaan. Hiermee wordt voldaan aan de richtsafstanden die genoemd zijn in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Deelgebied Oosttangent

Dit, grotendeels nog uit te geven, deelgebied is gelegen aansluitend aan het gemengde gebied van Kitskensberg. Daarnaast zijn er in de nabijheid woongebieden gelegen en wordt voorzien dat er ten westen van dit deelgebied in de toekomst een woongebied gerealiseerd wordt (Kaleidos). Derhalve zijn hier bedrijven in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan en wordt voldaan aan de richtafstanden.

Bedrijfswoning

In het plangebied zijn, met uitzondering van het gemengde gebied in Kitskensberg, geen bedrijfswoningen aanwezig of toegestaan volgens de regels van dit bestemmingsplan. Aangezien Kitskensberg een van oudsher gemengd gebied betreft en her de minst belastende bedrijfscategorieen zijn opgenomen, wordt hier een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd voor de bestaande functies.

Buiten de reeds bestaande bedrijfswoningen zijn geen mogelijkheden opgenomen om een nieuwe bedrijfswoning te realiseren. Bij het realiseren van een nieuwe bedrijfswoning kunnen namelijk nieuwe en bestaande bedrijven belemmerd worden in hun bedrijfsvoering. bovendien is het bedrijventerrein vanuit ruimtelijk oogpunt geen geschikte locatie om nieuwe woningen te realiseren.