direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Bedrijventerreinzone Roerstreek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000215-VG01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijfsuitoefening in de vorm van grondgebonden agrarisch gebruik en een bestaande intensieve veehouderij;
  • b. bedrijfsgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. verkeersvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de als 'Agrarisch' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 3.1 genoemde functies worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gebouwd;
  • b. nieuwbouw van een bedrijfswoning is niet toegestaan, behoudens herbouw, waarbij de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel van toepassing zijn;
  • c. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 8 meter;
  • e. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 6,50 meter;
  • f. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 600m³;
  • g. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt 100%.
3.2.2 Bijgebouwen

Bij de bedrijfswoning binnen deze bestemming mogen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' bijgebouwen worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. het totale grondoppervlak van de bijgebouwen ten hoogste 100m² bedraagt. Het bepaalde in artikel 3.2 onder g is van overeenkomstige toepassing;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen ten hoogste 3,50 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen ten hoogste 5,50 meter bedraagt.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. silo's zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de bouwhoogte van silo's bedraagt ten hoogste 10 meter;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' ten hoogste 2 meter;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' ten hoogste 2 meter;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden en opstallen wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en opstallen voor de bewerking van grondstoffen ten behoeve van het produceren van meststoffen;
  • b. het gebruik van gronden en opstallen voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen voor horeca;
  • d. het gebruik van gronden voor buitenopslag;
  • e. het plaatsen van kampeermiddelen;
  • f. het gebruik van bedrijfsgebouwen en bijgebouwen ten behoeve van (zelfstandige) bewoning;
  • g. het gebruik van opstallen voor recreatiewoningen;
  • h. het gebruik van gronden en opstallen voor niet-agrarische nevenactiviteiten;
  • i. het gebruik van opstallen als afhankelijke woonruimte;
  • j. het gebruik voor ambachtelijk en industriële doeleinden;
  • k. het gebruik voor detailhandel en groothandel anders dan ondergeschikte verkoop van bedrijfsproducten afkomstig uit het eigen bedrijf en in eigen beheer;
  • l. transport- en garagedoeleinden anders dan verband houdend met de agrarische bedrijfsvoering;
  • m. permanente of tijdelijke bewoning anders dan als bedrijfswoning;
  • n. opslagdoeleinden anders dan verband houdend met de agrarische bedrijfsvoering.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.3 onder h voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw of een gedeelte van het hoofdgebouw als afhankelijke woonruimte voor het verlenen van mantelzorg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er is sprake van een objectieve indicatiestelling waaruit de noodzaak van zorg blijkt;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en omliggende bedrijven;
  • c. er moet sprake zijn van een ruimtelijke eenheid tussen hoofdgebouw en afhankelijke woonruimte;
  • d. de vloeroppervlakte van de afhankelijke woonruimte bedraagt ten hoogste 70 m2;
  • e. de afhankelijke woonruimte wordt niet gerealiseerd in een tijdelijke woonunit (bijv. een stacaravan);
  • f. er mag geen tweede zelfstandige woning ontstaan;
  • g. per bouwperceel kan op enig moment slechts één omgevingsvergunning van kracht zijn voor het gebruik van een gebouw als afhankelijke woonruimte;
  • h. de omgevingsvergunning vervalt van rechtswege op het moment dat de behoefte aan mantelzorg voor de desbetreffende persoon komt te vervallen;
  • i. in zeer uitzonderlijke situaties kan van bovenstaande voorwaarden worden afgeweken.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
3.5.1 Wijziging naar niet-agrarische bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen naar de bestemming 'Bedrijventerrein', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de wijziging is slechts toegestaan naar een bedrijf in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard en milieubelasting vergelijkbaar is;
  • b. de agrarische bedrijfsuitoefening is beëindigd;
  • c. er dient een bedrijfsontwikkelingsplan te worden overgelegd;
  • d. buitenopslag is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en uitsluitend vanaf 5 meter achter de voorgevelrooilijn;
  • e. de nieuwe activiteit mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitingsituatie ter plaatse;
  • f. in de benodigde parkeercapaciteit dient geheel op eigen terrein te worden voorzien, overeenkomstig de bij deze regels behorende ' Parkeernormen';
  • g. uitsluitend de (voormalige) bedrijfswoning mag als één woning worden gebruikt voor bewoning;
  • h. detailhandel is als ondergeschikte nevenactiviteit uitsluitend toegestaan in ter plaatse bewerkte of verwerkte producten tot een maximale oppervlakte van 200m2;
  • i. bij toepassing van deze wijzigingsbevoegheid rekening wordt gehouden met de naastgelegen woningen;
  • j. uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • k. de regels van artikel 4 worden van overeenkomstige toepassing verklaard.
3.5.2 Wijziging naar burgerwoning

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen naar de bestemming 'Wonen' mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de agrarische bedrijfsuitoefening is beëindigd;
  • b. uitsluitend de (voormalige) bedrijfswoning mag worden gebruikt voor bewoning;
  • c. het aantal woningen mag niet toenemen;
  • d. de overige gebouwen die binnen de bestemming 'Wonen' komen te liggen worden gesloopt;
  • e. door middel van onderzoek wordt aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
  • f. uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • g. de omliggende bedrijven niet worden belemmerd in hun bedrijfsvoering;
  • h. voldaan wordt aan de bepalingen ingevolge de Wet geluidhinder;
  • i. de regels van artikel 11 worden van overeenkomstige toepassing verklaard.