direct naar inhoud van Artikel 13 Bedrijf - Schrootbedrijf
Plan: Buitengebied Asenray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000128-VG01

Artikel 13 Bedrijf - Schrootbedrijf

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Schrootbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsuitoefening in de vorm van een schrootbedrijf;

Met daarbij behorende:

  • b. verkeersvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

13.2.1 Gebouwen
  • a. op de als Bedrijf - Schrootbedrijf bestemde gronden mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gebouwen ten dienste van de onder 13.1 genoemde functies worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogtste 7 meter;
  • c. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 5,50 meter;
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels;

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheiding bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' ten hoogste 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' ten hoogste 5 meter;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,00 meter.
13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden als detailhandelsbedrijf en andere soortgelijke handelsfuncties, waarin in hoofdzaak of in overwegende mate of in belangrijke mate detailhandel wordt uitgeoefend;
  • b. het gebruik van gronden als staandplaats of ligplaats voor onderkomens;
  • c. het gebruik van gronden als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • d. het gebruik van gronden voor woondoeleinden
  • e. het gebruik van gronden buiten een bouwvlak voor buitenopslag.
13.4 Wijzigingsbevoegdheid
13.4.1 Wijziging naar recreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de functie Bedrijf - Schrootbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' naar een bij het gebied passende recreatieve bestemming , met dien verstande dat:

  • a. het kleinschalige vormen van recreatieve bedrijvigheid betreft, zoals:
  • dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een kinderboerderij of museum alsmede hiermee qua aard en omvang overeenkomstige voorzieningen;
  • verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een pension, vakantieappartementen en een groepsaccommodatie, zoals een kampeerboerderij / kamphuis; kampeermiddelen, stacaravans, trekkershutten en losstaande recreatiewoningen zijn niet toegestaan;
  • b. de agrarische bedrijfsuitoefening op het betreffende bouwvlak in zijn geheel komt te vervallen;
  • c. hergebruik is uitsluitend toegestaand binnen de bestaande gebouwencontour; in geval van nieuwbouw dient tenminste 50% van het bestaande bebouwde oppverlak en inhoud van de opstallen te worden gesloopt, waarbij een totaal bebouwd oppervlak van maximaal 750 m2 aanwezig mag blijven;
  • d. per recreatiewoning het oppervlak ten hoogste 100 m2 bedraagt;
  • e. er per recreatiewoning ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd wordt;
  • f. aangetoond is dat er voldaan wordt aan de normen voor wat betreft aantal parkeerplaatsen zoals die zijn opgenomen in Bijlage 3 Parkeernormen;
  • g. permantente bewoning van een recreatiewoning niet is toegestaan;
  • h. er ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' geen nieuwe woning mag worden opgericht;
  • i. horeca is niet toegestaan, behoudens als ondergeschikte nevenactiviteit ten dienste van de hoofdfunctie;
  • j. aangetoond is dat er geen sprake is van onevenredige aantasting van de bestaande landschappelijke en natuurwaarden;
  • k. aangetoond is dat het gebruik niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • l. aangetoond is dat voldaan wordt aan de normen gesteld in of krachtens de Wet bodembescherming;
  • m. aangetoond is dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig aangetast wordt.
13.4.2 Wijziging naar natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van het wijzigigen van de functie Bedrijf - Schrootbedrijf naar de bestemming 'natuur', met dien verstande dat:

  • a. de wijziging mag pas plaatsvinden nadat de aankoop / overdracht door degene die de natuur gaat aanleggen of beheren is verzekerd of al heeft plaatsgevonden;
  • b. aangetoond is dat er geen beperkingen aan de omliggende (agrarische) bedrijven worden toegebracht in het kader van milieuwetgeving;
  • c. aangetoond isdat voldaan wordt aan de normen gesteld in of krachtens de Wet bodembescherming;
  • d. bestaande bebouwing wordt verwijderd;
  • e. de regel van Artikel 23 Natuur wordt van overeenkomstige toepassing verklaard.