direct naar inhoud van 4.3 Historische kwaliteit
Plan: Schafterdijk 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01

4.3 Historische kwaliteit

4.3.1 Archeologie

In 1992 is in het Europese “Verdrag van Malta” opgesteld, met als doel het archeologisch erfgoed in de bodem beter te kunnen beschermen. Nederland heeft dit verdrag in 1998 ondertekend. Bij Ruimtelijke ontwikkelingen geldt het uitgangspunt, dat archeologische waarden zoveel mogelijk behouden en geconserveerd blijven in de bodem.

Op de erfgoedkaart van het SRE is het grootste gedeelte van het gebied gekenmerkt als een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 500 m² en dieper gaan dan 0,3 m onder maaiveld of 0,5 m onder maaiveld bij esdek en agrarisch bestemde gronden.

De gronden worden agrarisch gebruikt en zijn grotendeels esdekgronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01_0012.png"

De archeologische verwachtingswaarden in het gebied worden beschermd met een tweetal dubbelbestemmingen.

Archeologisch onderzoek
Er is een archeologisch onderzoek uitgevoerd op het terrein direct ten noorden van de huidige camping. Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek (Synthegra, Rapport S083399 d.d. 04-06-2009).

Het doel van een archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Voor het plangebied geldt een hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Voor de late middeleeuwen en nieuwe tijd is een lage verwachting opgesteld. Het doel van het inventariserend veldonderzoek was om deze verwachting te toetsen.

Conclusies / beantwoording onderzoeksvragen
In het onderzoek wordt nog gesproken van een 2e bedrijfswoning. De 2e bedrijfswoning is inmiddels uit het plan geschrapt en ook in de onderstaande conclusies weggelaten.

  • Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?

De ondergrond bestaat uit dekzand (Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel) op fluvioperiglaciale afzettingen (Formatie van Boxtel). Het dekzand bestaat uit goed gesorteerd zeer tot matig fijn zand. De fluvioperiglaciale afzettingen bestaan uit slecht gesorteerd zeer tot matig fijn zwak grindig zand met plaatselijk een enkele leemlaag. In het noorden van het plangebied is in de zone waar veldpodzolgronden aan het oppervlak werden verwacht een AC-profïel aangetroffen (boringen 2-3). In de overige boringen is een plaggendek van gemiddeld 50 cm dikte aangetroffen, zodat de bodem als enkeerdgrond geclassificeerd kan worden. In het merendeel van de boringen is onder dit plaggendek een verstoord bodemprofiel aangetroffen. Er is meteen een C-horizont aangetroffen of een geroerde laag (AC) die in de C-horizont overgaat. Alleen in de boringen 12, 13, 17, 21, 27 en 29 is een restant van de verwachte veld podzolgrond (de B en BC-horizont) aangetroffen.

  • In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied?

De archeologisch relevante lagen worden verwacht tussen 45 en 95 cm beneden maaiveld uitgezonderd het noordelijke deel van het plangebied, (boringen 2-3) waar dit aan het oppervlak wordt verwacht. De toekomstige verstoringdiepte bedraagt circa 30 cm ter plaatse van het parkeerterrein en 60 cm waar het toiletgebouw wordt gerealiseerd. Bij de herinrichting van het plangebied tot camping blijven de archeologisch relevante lagen onaangeroerd met uitzondering ter plaatse van het toiletgebouw.

De hoge archeologische verwachting uit het bureauonderzoek voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum kan op grond van de resultaten van het veldonderzoek naar laag worden bijgesteld. De hoge verwachting voor nederzettingssporen uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen en de lage verwachting voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd blijft op basis van het verkennend booronderzoek behouden.

Aanbevelingen
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor het plangebied alleen een vervolgonderzoek geadviseerd ter plaatse van het toiletgebouw in de vorm van een proefsleuvenonderzoek ter grootte van het toekomstige bouwblok. Ter plaatse van deze bouwblokken benadert of overschrijdt de verstoringsdiepte de diepte waarop eventuele archeologische resten worden aangetroffen. Alle andere bodemverstorende activiteiten die binnen dit plangebied gaan plaatsvinden zijn dermate beperkt dat de archeologisch relevante lagen onaangeroerd blijven. Daarom wordt geadviseerd om aan het plangebied een dubbelbestemming toe te kennen. Voor de huidige werkzaamheden wordt een onderzoek niet noodzakelijk geacht, maar indien in de toekomst bouwactiviteiten plaats vinden die dieper reiken dan 50 cm, dient dit dan wel eerst te worden onderzocht door middel van proefsleuven omdat binnen het plangebied onder het plaggendek nog steeds resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen worden verwacht.

Selectiebesluit
Op verzoek van de gemeente Valkenswaard heeft de SRE Milieudienst het archeologisch onderzoek beoordeeld (Advies Archeologische Monumentenzorg 2012-nr. 138).

Het rapport voldoet aan de kwaliteitseisen van de archeologische monumentenzorg.

De milieudienst kan zich vinden in het advies om een vervolgonderzoek voor het nu voorliggende plangebied uit te laten voeren, maar achten dat alleen noodzakelijk als het te verstoren oppervlak meer bedraagt dan 500 m2 en dieper gaat dan 50 cm. Voor het hele plangebied wordt geadviseerd om een dubbelbestemming archeologie op te nemen waardoor archeologische waarden bij toekomstige bodemingrepen beschermd blijven.

Ingestemd wordt met het rapport Bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek door middel van boringen. De Dommelvallei te Valkenswaard, (Synthegra), 1 oktober 2009.

4.3.2 Cultuurhistorie

Verordening ruimte 2012
Op grond van De Verordening ruimte 2012 van de provincie Noord-Brabant ligt de locatie niet binnen een, in deze verordening opgenomen beschermenswaardig cultuurhistorisch vlak. Vanuit de verordening is er, vanuit cultuurhistorisch oogpunt, geen noodzaak tot een planologische bescherming van het gebied.

Erfgoedkaart SRE
Op de erfgoedkaart van het SRE is de planlocatie gelegen binnen een gebied met oude akkers (categorie 3). De wegen Schafterdijk en delen van Maastrichterweg zijn aangemerkt als cultuurhistorische lijnelementen in de categorie 3.
Op basis van de bekende historische gegevens en/of de landschappelijke ligging zoals aangeduid op de gemeentelijke erfgoedkaart, kunnen objecten of gebieden in de categorie 3 gezien worden als belangrijke elementen van de lokale identiteit. Deze cultuurhistorische waarden verdienen het om behouden te worden, maar vooral ook om als inspiratiebron te worden gebruikt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Het Poterseind en de Abdijweg en zijn lijnelementen met een hoge waarde (categorie 2).

Op basis van de bekende historische gegevens en/of de landschappelijke ligging zoals aangeduid op de gemeentelijke erfgoedkaart, kunnen objecten of gebieden van de categorie 2 gezien worden als belangrijke elementen van de regionale identiteit. Deze cultuurhistorische waarden verdienen het om behouden te worden, maar vooral ook om als inspiratiebron te worden gebruikt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De aanwezige cultuurhistorische waarden mogen in principe niet worden verstoord of vernietigd. Nieuwe ontwikkelingen moeten zo mogelijk de cultuurhistorische waarden versterken.

Voorliggend ontwikkelingsplan is gericht op een optimale inpassing binnen de bestaande ruimtelijke structuren, die voor een deel ook historisch van betekenis zijn. Met de zonering van het terrein en groene inrichting van de terreinranden wordt aangesloten bij het historisch bepaalde patroon.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01_0013.png"

In het verlengde van de waardering op grond van de erfgoedkaart van het SRE is in het bestemmingsplan een dubbelbestemming opgenomen ter bescherming van de benoemde waarden.

4.3.3 Monumenten

In het plangebied zijn geen beschermde monumenten aanwezig.