direct naar inhoud van Artikel 18 Recreatie - Volkstuin
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-onh1

Artikel 18 Recreatie - Volkstuin

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Recreatie - Volkstuin ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een volkstuincomplex;
  • b. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - beekherstel ';
  • c. het behoud, het herstel en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden en kenmerken van de gronden;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen,erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.

18.2 Bouwregels

Op de tot ' Recreatie - Volkstuin ' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

18.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. deze mogen uitsluitend worden gebouwd op een volkstuin van ten minste 200 m2;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van plantenkassen mag per volkstuin niet meer dan 15 m2 bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bergingen mag per volkstuin niet meer dan 6 m2 bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,50 m bedragen;

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen.

18.3 Nadere eisen
18.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, bouwhoogte en de situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.

18.3.2 Afwegingskader

De in 18.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden;
  • c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit ten behoeve van duurzaam agrarisch grondgebruik;
  • d. ten behoeve van de milieusituatie;
  • e. ten behoeve van de verkeersveiligheid;
  • f. ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

18.3.3 Procedure

Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 55.1 van toepassing.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Verbod

Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - beekherstel ':
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
    • 2. het ophogen van gronden.

18.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.

18.4.3 Afwegingskader

De in 18.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.

18.4.4 Waarden

Onder de in 18.4.3 genoemde waarden worden verstaan:

  • a. ten aanzien van de in 18.4.1 onder a genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.

18.4.5 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 18.4.1 onder a wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.