Plan: | Kernen Hulst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bpkernen-001V |
het bestemmingsplan Kernen Hulst van de gemeente Hulst.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bpkernen-001V met de bijbehorende regels en bijlagen.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwde overkapping.
een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen of veredelen van gewassen en/of het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren, nader te onderscheiden in:
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven, met een hoofdverblijf elders, en op eigen initiatief en op vrijwillige basis.
de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
een rapport van een archeologisch onderzoeksbureau of een goed onderbouwd advies van een deskundige op het gebied van archeologie.
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Zowel grote complexen/ structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
een openbare stallingsplaats voor campers, waar nachtverblijf in de camper is toegestaan.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
voorzieningen binnen de sector cultuur en ontspanning zoals een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.
een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een inrichting waarin voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimten dansen en het geven van onderricht daarin, zonder dat zalen worden verhuurd en zonder dat gelegenheid wordt geboden voor het houden van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- of dansevenementen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
detailhandel in de volgende categorieën:
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal voor de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
een voorziening waar ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
activiteiten die in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, voor activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (zie www.sikb.nl).
het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden in de open grond.
objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om bij verblijf voor korte of langere duur door een woon-, bedrijfs-, recreatie-, of beroepsschip of een schip voor bijzondere of representatieve doeleinden te worden ingenomen.
voorzieningen binnen de gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen, waarbij de te houden evenementen uitsluitend gericht mogen zijn op de hoofdactiviteit van de manege,(te weten, het lesgeven in paardrijden en het houden van paarden en pony's); overige evenementen zijn niet toegestaan.
de vereniging De Zeeuwse Molen of de Hollandsche Molen dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
werkzaamheden in de normale bouw voor t.b.v. de gewasteelten.
voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
de ontsluiting van een vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.
het blijvend verhogen van het bestaande maaiveld door het aanbrengen van grond of andersoortige materialen. Tijdelijke ophoging tot een maximum van 6 maanden in relatie tot de agrarische bedrijfsvoering wordt niet gezien als een ophoging.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een of meerdere aaneengesloten kadastrale percelen behorend bij het hoofdgebouw.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een tuin met diverse soorten beplanting en grassen voor het testen en demonstreren van tuin- en parkmachines.
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
de code volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 die door overheid en bedrijfsleven wordt gebruikt om in statistieken bedrijven naar hun belangrijkste activiteit in te delen.
het bedrijfsmatig - of in omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bied tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.
stellingen en overkappingsconstructies, permanente tunnels of boogkassen.
detailhandel met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, waaronder voornamelijk worden verstaan tuinhuisjes, tuingereedschappen en tuinmeststoffen, bouwmaterialen voor de tuin waaronder tuinhuisjes, serres en hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting alsmede daarmee vergelijkbare onderhouds- en inrichtingsmaterialen, en voorts de verkoop van kamerplanten, snijbloemen, plantenbakken, potten en vazen.
aantasting van een gebied met archeologische waarden. Dit verschijnsel kan zich voordoen: door erosie, afgraving of egalisatie, door (diepe) bewerking van de bovengrond, door zetting als gevolg van ophoging, door verdroging en verzuring.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
de naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw of, indien het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar de weggekeerde gevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die in het verlengde van de gevel van de voorgevel van het hoofdgebouw loopt.
de in Bijlage 4 voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.
Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een of meer bij elkaar behorende gebouwen bedoeld voor de zelfstandige, permanente huisvesting van personen in appartementen, met gemeenschappelijke ruimten en bijbehorende voorzieningen op het gebied van zorg- en dienstverlening, de volksgezondheid, dagbesteding, educatieve doeleinden en daarmee vergelijkbare activiteiten.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn of het boeibord van de dakkapel(len) als goothoogte aangemerkt.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.3. |
De voor 'Agrarisch - Kernrandzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen | nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduidingen 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m schuren buiten het bouwvlak: 4 m |
- | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte |
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m - muren en terrein- afscheidingen: 1 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m - mestverzamelsilo's: 5 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak' anders is aangegeven, met dien verstande dat: - de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen. |
niet gemaximeerd | ||
2. buiten bouwvlak | - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf - schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend voor een fruitteeltbedrijf |
|||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³ | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Kernrandzone zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kernrandzone te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.3 . |
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen | nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m) schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m |
- | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - teeltondersteunende voorzieningen: 3 m - muren en terrein- afscheidingen: 1 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m - mestverzamelsilo's: 5 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is weergegeven. | niet gemaximeerd | ||
2. buiten bouwvlak | - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf | |||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³ | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Kwekerij zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kwekerij te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.3 . |
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen | nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m) schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m |
- | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - teeltondersteunende voorzieningen: 3 m - muren en terrein- afscheidingen: 1 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m - mestverzamelsilo's: 5 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven, met dien verstande dat: - de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen. |
niet gemaximeerd | ||
2. buiten bouwvlak | - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf - schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf |
|||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m² | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4. |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | bedrijfsactiviteit |
agrarisch loonbedrijf | agrarisch loonbedrijf |
caravanstalling | caravanstalling |
detailhandel | detailhandel |
kantoor | bedrijfsgebonden kantoor |
showroom | bedrijfsgebonden showroom |
specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf | aannemersbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - aardappelhandel | aardappelhandel |
specifieke vorm van bedrijf - autoherstelinrichting en bergingsbedrijf | autoherstelinrichting en bergingsbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans | bouw- en renovatie van caravans |
specifieke vorm van bedrijf - brood en banketbakkerij | brood- en banketbakker |
specifieke vorm van bedrijf - diervoederfabriek | diervoerderfabriek |
specifieke vorm van bedrijf - foeragehandel | foeragehandel |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in duiven | groothandel in duiven |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in elektromotoren | groothandel in elektromotoren |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwmachines met reparatieinrichting | groothandel in landbouwmachinesmet reparatieinrichting met reparatieinrichting |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwproducten en levende dieren | groothandel in landbouwproducten en levende dieren |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines | groothandel in machines |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines en apparaten en toebehoren | groothandel in machines, apparaten en toebehoren |
specifieke vorm van bedrijf - hout- en meubelindustrie | hout- en meubelindustrie |
specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf | landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - metaalproducten en metaalconstructie | metaalproducten en metaalconstructie |
specifieke vorm van bedrijf - postorderbedrijf | postorderbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf | reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf | scheepswerf |
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting | textielbewerkingsinrichting |
specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats | timmerwerkplaats |
specifieke vorm van bedrijf - veehandelsbedrijf | veehandelsbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - verhuis- en transportbedrijf | verhuis- en transportbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - vlasbedrijf | vlasbedrijf |
specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt | bouwmarkt |
transportbedrijf | transportbedrijf |
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg | verkooppunt motorbrandstoffen met lpg |
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg | verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg |
aanduiding | bedrijfsactiviteit |
gemaal | gemaal |
groothandel | groothandel |
specifieke vorm van bedrijf - hoefijzerfabriek | hoefijzerfabriek |
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag | statische opslag |
specifieke vorm van bedrijf - proeftuin | proeftuin |
specifieke vorm van bedrijf - provinciaal wegensteunpunt | provinciaal wegensteunpunt |
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag | statische opslag |
specifieke vorm van bedrijf - transport- en opslagbedrijf | transport- en opslagbedrijf behorend tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - zend-/ ontvangstinstallatie | zend-/ ontvangstinstallatie |
Adres | |
's Gravenstraat 276, Clinge | uitsluitend een opslagbedrijf |
's Gravenstraat 287, Clinge | tevens een opslagbedrijf |
Achtereindstraat 33, Graauw | uitsluitend een opslagbedrijf |
Magdalenastraat 18, Heikant | uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Polenlaan 44, Heikant | tevens opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Vylainlaan 57a, Heikant | uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Zoutestraat 30a, Hulst | uitsluitend opslag |
Kerkstraat 24, Vogelwaarde | uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Walsoordensestraat 14d, Walsoorden | uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Zeedijk 5, Walsoorden | tevens opslag van goederen, voor zover voorkomend in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,3 m |
niet van toepassing | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 7,3 m |
- muren en terreinafscheidingen: 2 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
3. ter plaatse van de aanduiding 'overkapping' | uitsluitend een overkapping met een maximum bouwhoogte van 7,3 m | |||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. van het bouwperceel | 100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. | niet gemaximeerd | ||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | niet van toepassing | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Bedrijf te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4 . |
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | niet van toepassing | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - erf- en terreinafscheidingen: 2 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - bouwwerken bij rioolgemaal of waterzuiveringsinstallatie: 4,5 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. van het bouwperceel | 100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. | niet gemaximeerd | ||
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4. |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | bedrijfsactiviteit |
tuincentrum | tuincentrum |
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans | bouw- en renovatiebedrijf van caravans |
specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsinrichting | houtbewerkingsinrichting |
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting | textielbewerkingsinrichting |
specifieke vorm van bedrijf - zoetwarenfabriek | zoetwarenfabriek |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,3 m |
niet van toepassing | ||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 7,3 m |
- muren en terreinafscheidingen: 2 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. van het bouwperceel | 75% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. | niet gemaximeerd | ||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | niet van toepassing | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting' geldt voor de bedrijfswoning dat aan de westzijde van de woning een garage dient te worden gebouwd, deze dient in stand te worden gehouden en ook als zodanig te worden gebouwd.
De verplichting in art. 8.3.2 geldt niet indien op een andere wijze is verzekerd dat het akoestisch niveau op de woning voldoet aan wettelijke normen, omliggende bedrijven niet worden gehinderd in hun bedrijfsvoering en een goed woon- en leefklimaat is verzekerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, bedraagt ten minste de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.5. |
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ja, uitsluitend observatieposten | |||
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan: | 4 m | - muren en terreinafscheidingen: 2 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | maximaal 20 m² per gebouw | niet gemaximeerd | ||
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Bos zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.6. |
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
- | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
- | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m² | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m² | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.2 om een groter oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1 onder a, b en c om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 onder a, b en c genoemd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.7. |
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
- | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
- | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m² | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m² | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
- | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
- | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m² | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m² | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9. |
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan in:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9. |
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9. |
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximumgoot- en bouwhoogte (m); - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1 onder a om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 15.1 onder a genoemd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9. |
De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd. | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak | nee | nee | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven | ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9 . |
De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9 . |
De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een maximum percentage is aangegeven | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf Gemengde bestemmingen . |
De voor 'Gemengd - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9 . |
De voor 'Gemengd - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd. | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 21.1 sub a, b en d opgenomen bestemmingsomschrijving zonder dat 12 parkeerplaatsen op het eigen terrein zijn gerealiseerd.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Gemengd - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw , bijgebouw , overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde , geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd 10 geldt dat: - het aantal zorgappartementen niet meer bedraagt dan 10; - het aantal wooneenheden, niet zijnde zorgappartementen, niet meer bedraagt dan 11. |
ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak | nee | nee | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven | ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 10' geldt dat bij het oprichten van gebouwen de inrichting van het perceel zodanig dient te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om in ten minste 26 parkeerplaatsen op het perceel te voorzien.
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.10. |
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | 3 m | - |
1. bewegwijzering | - | 4,5 m |
2. straatmeubilair | - | 3 m |
3. lichtmasten en overige masten | - | 9 m |
4. ballenvangers | - | 4 m |
5. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
6. vrijstaande antennemast | - | 15 m |
7. zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' | - | 35 m |
8. muren en terreinafscheidingen | - | 1 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 15 m² | - |
1. in afwijking van het bepaalde onder c, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' | het aangegeven bebouwingspercentage |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.1 onder a om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 24.1 onder a genoemd.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.12. |
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | ja | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | |||
2. bouwhoogte | - zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | ||
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.13. |
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
ja | ja | ||
3. buiten het bouwvlak
zonder de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' - ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 3 m |
|||
2. bouwhoogte | - binnen het bouwvlak: zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 6 m |
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m - lichtmasten en overige masten: 9 m - zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 60 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduidingen 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' anders is bepaald, met dien verstande dat ten hoogste 60 m2 aan bijgebouwen per bedrijfswoning is toegestaan | -niet gemaximeerd - ter plaatse van de aanduiding 'minimum oppervlakte speelterrein (m2)' geldt de aangegeven minimale oppervlakte. |
||
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 40% tot ten hoogste 60 m2 | niet gemaximeerd | ||
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | ||
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | ||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | van een bedrijfswoning: 1.000 m3 | |||
e. de afstand voorste perceelsgrens | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen' niet minder dan 5 m; | - | ||
f. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en / of herstel van de aanwezige molen en zijn cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Op deze gronden mogen voor de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen geldt de volgende bepaling:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf Natuur . |
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | nee | ja, mits geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de waarden van het natuurgebied | ||
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan: | - | - muren en terreinafscheidingen: 2 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | - | niet gemaximeerd |
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 28.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.16. |
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatieve doeleinden, in de vorm van:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte(m)' | |||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' Indien geen aanduiding opgenomen ten hoogste 4 m hoger dan de maximum goothoogte. |
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | Niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het aanduidingsvlak, of niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangegeven oppervlak. |
niet gemaximeerd | ||
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Ten aanzien van het gebruik geldt ter plaatse van de aanduiding 'manege' de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.17. |
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
b. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
c. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | |||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
||
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald | niet gemaximeerd | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.18. |
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
1. binnen het bouwvlak | ja | ja | ||
2. buiten het bouwvlak | nee | ja | ||
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | |||
2. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 15 m - zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schietboom' maximaal 3 schietbomen; |
||
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald | niet gemaximeerd | ||
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: | ||||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum volume (m3)' anders is bepaald. | niet gemaximeerd | ||
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ten hoogste 1 gebouw | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | 3 m | 3 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 6 m² | - |
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 32.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 32.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.20. |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en voor nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte'; en anders 3 m | - |
1. bewegwijzering | - | 4,5 m |
2. straatmeubilair | - | 3 m |
3. lichtmasten en overige masten | - | 9 m |
4. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
5. vrijstaande antennemast | - | 15 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 15 m² | - |
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.21. |
De voor 'Verkeer - Garages en bergplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ja | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||
1. goothoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte' | niet van toepassing |
2. bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'of 'maximum bouwhoogte', indien geen bouwhoogte is aangegeven 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 2 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | |
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.22. |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is in het belang van de waterhuishouding en het waterbeheer bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de omvang en situering van aanlegsteigers.
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 35.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 35.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goot-, bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercentage' |
voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'; - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvangstinstallatie: 60m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Aaneen of geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Bungalowpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²; | per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²; | niet gemaximeerd | |
b. buiten bouwvlak | 0 m² | 0 m² | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte, maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Twee-aaneen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'; - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het gebruik van de gronden met de bestemming ‘Wonen’ ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' is uitsluitend toegestaan indien er ook in de nieuwe situatie vijf openbare parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de Hulsterloostraat beschikbaar zijn én indien er twee parkeerplaatsen op eigen terrein worden toegevoegd en duurzaam in stand worden gehouden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 40.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m². | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m². | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 41.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
|
nee | nee | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. bouwhoogte | 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | het door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. buiten een bouwvlak | 0 m2 | 0 m2 | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' | niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' - en anders: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m² , tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. . | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. . | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 43.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Vrijstaand 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
ja | ja | ja | ||
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | 3,3 m | niet van toepassing | |
b. bouwhoogte | zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
350 m² inclusief aan en uitbouwen | 175 m² | niet gemaximeerd | ||
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
2. de goothoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen het bouwvlak | - zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m)' |
3,3 m | niet van toepassing | |
3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen het bouwvlak | zie aanduidingen maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte | - zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte. | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - vrijstaande antennemasten: 10 m; - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
4. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | per bouwperceel niet meer dan 60 m² hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen | per bouwperceel niet meer dan 60 m² hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of een bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.23. |
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak | nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)', met dien verstande dat de goothoogte van een hoofdgebouw dat wordt afgedekt door een asymmetrische dakvorm aan één gevelzijde maximaal 10,00 m mag bedragen. | voor een aan- en
uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'. | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan | ||||
50% | 50% | niet gemaximeerd | ||
4. de dakhelling bedraagt minimaal | ||||
45° ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' is de dakhelling maximaal 0° |
85° | niet gemaximeerd |
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 46.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:
met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 47.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de gasleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 47.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 47.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolwaterleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 48.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de waterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 48.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 48.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 49.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de waterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 49.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 49.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.
De voor 'Waarde - Aardkunde 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de landschappelijke en aardkundige waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 50.2.2 sub a ten behoeve van het bouwen in een plangebied, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen aardkundige waarden aanwezig zijn of dat de aardkundige waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder artikel 50.3.1 genoemde rapport blijkt dat de aardkundige waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 50.3.1, vragen
burgemeester en wethouders aan de erfgoed- of geologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 50.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de erfgoed- of geologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 50.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Aardkunde 1', als bedoeld in artikel 50.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige aardkundige waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 51.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 50 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder artikel 51.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 51.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 51.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 51.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub g Wabo) te slopen.
Het verbod als bedoeld in artikel 51.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen op of in gronden op de verbeelding en aangeduid met 'Waarde - Archeologie 1'.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 51.5.1, kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 50 m² of het latere verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte groter is dan 50 m².
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken volgens de KNA behoudenswaardige vondsten worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning tot sloop.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', als bedoeld in artikel 51.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 52.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 500 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder artikel 52.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 52.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 52.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 52.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', als bedoeld in artikel 52.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 53.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 1000 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder artikel 53.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 53.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 53.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 53.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3', als bedoeld in artikel 53.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en/of herstel van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals in lid 54.2.1 bedoeld is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 54.2.1, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het slopen, zoals bedoeld in lid 54.3.1, is slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen voor de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals in lid 55.3.1 bedoeld is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 55.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in 55.1 genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd aan de gronden ook de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toe te kennen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 56.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, en hierover advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.8.1. |
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.8.2. |
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Ten aanzien van het aantal woningen binnen het bestemmingsplan gelden de volgende regels:
In aanvulling van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen de bestemmingen Wonen, Wonen - Aaneen of geschakeld, Wonen - Twee-aaneen, Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld en Wonen - Vrijstaand binnen de aanduiding 'bijgebouwen'ook voor een hoofdgebouw gelegen binnen een andere bestemming Wonen binnen de aanduiding 'bijgebouwen' is toegestaan.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen aan de afmetingen en positie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten aanzien van:
Tot een gebruik in strijd met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
Gebruik van gronden en bouwwerken bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering is, dan wel in uitvoering genomen kan worden, en dat strijdig is met de regels van dit bestemmingsplan, mag worden voortgezet met inachtneming van eventuele voorwaarden zoals zijn opgenomen in een omgevingsvergunning.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van het industrielawaai.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, dan wel het gebruik van niet geluidsgevoelige bebouwing om te zetten in het gebruik van geluidgevoelige bebouwing, tenzij de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevel van het geluidsgevoelige object de voorheen geldende voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder dan wel de verleende hogere grenswaarde niet wordt overschreden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen gebouwen voor nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 60.2.2 voor het bouwen van gebouwen voor nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
De voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor behoud en/ of herstel van de aanwezige molen als werktuig.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de in lid 60.3.2 genoemde molen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 60.3.3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.8.5. |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte tot een goothoogte van maximaal 6,3 m en een bouwhoogte van maximaal 10 m, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 59.1 in die zin dat huisvesting van arbeidsmigranten kan worden toegestaan, mits deze afwijking uitsluitend wordt verleend in overeenstemming met het geldende beleid, zoals dat is opgenomen in de beleidsregel 'Huisvesting arbeidsmigranten en seizoensarbeiders'.
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.8.6. |
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemmingen van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' te wijzigen, met inachtneming van de volgende algemene bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'bijgebouwen' wijzigen voor de realisatie van nieuwe woningen met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om de verkavelingsopzet van het gebied aan te kunnen passen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen mogen worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen', 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen voor nieuwe woningbouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', Groen' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De bestemming 'Groen' mag geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd in de bestemming 'Tuin', met dien verstande dat op de tuinen geen gebouwen zijn toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming 'Verkeer' wijzigen in de bestemming 'Wonen' zonder nadere aanduidingen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in 'Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
de wijzigingsbevoegdheid mag slechts worden toegepast:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Tuin' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' met in achtneming van de volgende bepalingen:
De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden' mag ter plaatse van de aanduiding wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 1' worden gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf' ten einde de ruimtelijke en milieukwaliteit in Kapellebrug te versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 2' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' ten einde de ruimtelijke en milieukwaliteit in Kapellebrug te versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in 'Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in Bijlage 4 opgenomen vrijstellingenkaart te wijzigen indien nieuwe archeologische inzichten daartoe aanleiding geven.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.9.1. |
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.9.2. |
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kernen Hulst'.